De wat-vragen in de oorlogsfotografie

Het heeft vast niets met het langzaam arriverende voorjaar te maken, maar toch hangt het in de lucht: discussies over hoe het verder moet met de fotojournalistiek. Nu eens niet over de technische ontwikkelingen, maar over de inhoud.
Vooral stukken over oorlogsfotografie, met daarbij de vraag of dat altijd moet gaan om spannende of bloederige beelden. Om een paar voorbeelden van de afgelopen dagen te noemen:

– het project van Ashley Gilbertson over slaapkamers van gesneuvelde jonge Amerikanen: Slaapkamer als portret van gesneuvelde soldaat
waarin Gilbertson zegt afstand te nemen van de gebruikelijke oorlogsfoto’s.

– een recensie van Liza de RIjk over de boeken Occupation: Soldier van Ad van Denderen en Room 103 van Jeroen Kramer, waarin zij vaststelt: ‘Zij willen af van de clichébeelden, de in de fotojournalistiek gebruikelijke manieren waarop iets (eindeloos opnieuw) wordt gefotografeerd. Dat levert een heel ander soort vragen op, vragen die de kijker dwingen nog eens goed naar de foto’s te kijken: wat is er precies te zien, wat gebeurt daar, of: is daar gebeurd? Van Denderen en Kramer verleiden en dagen de kijker uit om nog eens te kijken en nog eens.’
De Recensent.nl: Van Waarom naar Wat – De fotojournalistiek in ontwikkeling

– de discussierubriek op PhotoQ over de meest recente winnaar van World Press Photo, waarin Edie Peters Afscheid van de iconen schreef en Bert Sissingh Beter geen icoon dan helemaal geen icoon

– verslag van een lezing: De fotogenieke oorlog – Teun Voeten over zijn oorlogsreportages

– een nieuw blog op de Britse site Foto8: Colin Jacobson begint ouwe-mopperkont-blog