Drie jaar lang zwart/wit

Gedurende drie jaar toont, in de maanden januari/februari, een toonaangevend kunstenaar of fotograaf in het Nederlands Fotomuseum een spraakmakende installatie rond het thema ZWART/WIT. Twee grote thematentoonstellingen vinden steeds in het najaar plaats, WIT in 2012, ZWART in 2013. Op zaterdag 21 januari opent ZWART/WIT met de installatie ‘Chance’ van de Franse kunstenaar Christian Boltanski (Parijs, 1944).
Het persbericht vervolgt:

"[Chance is] in 2011 gemaakt voor het Franse paviljoen van de Biënnale van Venetië[, en] bestaat uit een groot bouwwerk van steigers waarin enorme filmrollen draaien. Boltanski monteerde hierop zwart-wit gezichten van kinderen die door de installatie bewegen als in een oneindige loop. Twee elektronische tellers houden het aantal geboortes en sterfgevallen in de wereld bij. ‘Chance’ is onderdeel van Boltanski’s onderzoek naar de zwart-wit realiteit van dood en leven en zijn fascinatie voor een reeks andere opposities.

Zwart-wit is voor onze beeldcultuur jarenlang de norm geweest en vandaag de dag wordt er vanuit fotografie, film, beeldende kunst, advertising, grafische vormgeving, modevormgeving, design en architectuur nog steeds op allerlei manieren met dit gegeven geëxperimenteerd, op technisch en inhoudelijk vlak. Ook in het alledaagse leven speelt de tegenstelling tussen zwart en wit een belangrijke rol. Het zwart-wit denken, maar ook culturele, politieke, antropologische en historische connotaties van de tegenstelling tussen zwart en wit komen tijdens ZWART/WIT aan de orde.

ZWART en WIT in een historische, culturele en maatschappelijke context
ZWART/WIT is nadrukkelijk geworteld in de fotografie, die aanvankelijk zwart-wit was. Halverwege de twintigste eeuw maakte kleurenfotografie een opmars, maar zwart-wit fotografie blijft om artistieke redenen bestaan. Zowel binnen de collectie van het Nederlands Fotomuseum als de geschiedenis van de fotografie neemt het thema een belangrijke plaats in. Vanuit de fotografie wordt door intendant en curator Anne van der Zwaag vervolgens naar andere visuele disciplines gekeken. De meeste visuele technologieën ontstonden aanvankelijk in zwart-wit, later werden kleurenversies ontwikkeld. Films en tekenfilms, bijvoorbeeld, waren in eerste instantie zwart-wit. Alleen op kleine schaal werd geëxperimenteerd met kleur, met name door handmatige inkleuring. Vanaf de jaren dertig ontwikkelde de kleurenfilm zich. Ook de grafische industrie kende een lange zwart-wit periode; veel kranten en ander drukwerk bleven zwart-wit tot de jaren zeventig en toen beperkte de kleurendruk zich aanvankelijk tot de prominente pagina’s, om kosten te besparen. Oorspronkelijk waren ook televisieuitzendingen zwart-wit, de opkomst van de kleurentelevisie begon pas in de jaren zestig.

Door de tentoonstellingen in een historische, culturele en maatschappelijke context te plaatsen wordt ZWART/WIT verder van betekenis voorzien. Waar vinden de kleuren zwart en wit hun oorsprong, is zwart wel een kleur en waarom is wit in het westen een trouwkleur en in het oosten een rouwkleur? Ook politieke tegenstellingen, onderwerpen als discriminatie en de betekenis van zwart-wit in religie komen aan de orde. De programmering van ZWART/WIT biedt zowel ervaring als verdieping."