Een straatjongen van drieënzeventig

Net verschenen: het oeuvreboek van Cor Jaring. Fotograaf van de Amsterdamse haven, fotograaf van allerlei tegenbewegingen, maar vooral fotograaf van de straat.
Wanneer Jaring Cohen bedankt voor het uitreiken van het eerste exemplaar, lijkt de grote zaal van Pakhuis De Zwijger te krimpen tot de stamtafel van zijn café. In rond Amsterdams vertelt hij over de foto die hij zo direct aan Job (want hij mag Job zeggen) zal overhandigen. Dat is Jaring ten voeten uit: hij blijft ontzettend zichzelf en neemt de burgervader mee in zijn wereld. Ontwapenend is ie, als een straatjongen.

Met de mentaliteit van het straatschoffie, maar ondertussen groeiend in zijn vak, fotografeert hij al vijftig jaar iedere belangwekkende figuur, elke emotionele gebeurtenis in Amsterdam, zijn stad. Cor Jaring is in 1936 geboren ‘op Kattenburg’, de buurt van de havenwerkers. Als twaalfjarig jochie helpt hij zijn vader in de uitdragerij. ‘Zoiets als Stiefbeen en zoon’, vertelt de fotograaf. Daarna werkt hij in de haven. Leert fotograferen in het leger en keert terug op de Amsterdamse kades, maar nu inclusief camera.

Zijn portretten van de dokwerker en de zandstraler, beide uit 1961, zijn iconen van arbeiders, zoals je ze nu niet meer ziet. Drie jaar later fotografeert hij de eerste Marokkaanse dokwerkers, een fraai beeld van Chinese ‘dockers’ dateert uit 1960. Midden jaren zestig breekt de pleuris uit in Amsterdam. Provo’s, arbeiders, studenten en vredesactivisten gaan de straat op. En Cor Jaring erachteraan. Hij zit er bovenop en weet waar die rookbom bij Beatrix’ huwelijk met Claus aangestoken wordt. De verhoudingen tussen demonstraten en het geüniformeerde gezag liggen wat anders dan nu. In 1965 kan je de politie nog kwaad krijgen wanneer je krenten uitdeelt, een witte fiets in de lucht houdt of gewoon op de Dam zit. Het is onrustig, maar het levert sensationele beelden op.

Tot halverwege de jaren tachtig volgt Jaring de confrontaties tussen de anarchisten en het gezag. Als vijftigjarige staat hij tussen de krakers oog in oog met een peleton imposante M.E.-ers. In de jaren zeventig geeft hij les aan studenten van Enschedese kunstacademie. Jaring neemt ze mee op expeditie naar het fraai gerestaureerde stadje Ootmarsum. Met twee Deux Chevaux arriveren ze op het kerkplein. Jaring stapt als eerste uit met een leren vliegenierscap op zijn hoofd, achter de vensters beginnen de gordijnen te bewegen. Binnen enkele minuten zijn Jaring en zijn studenten omringd door drie politie-Golfjes en moet de docent uit gaan leggen dat het een educatief uitstapje betreft.

Naast Jaring’s foto’s uit Amsterdam zijn er een kleine vijftig opnamen uit het buitenland opgenomen, sommige journalistiek, zoals in Lourdes en bij de mijnwerkersopstand in België, anderen meer reisfotografie. Maar Jaring blijkt toch het best op de kades en de straten van zijn eigen Mokum. En het is eigenlijk jammer dat er niet een cd-tje bij het boek zit waarin hij in zijn geuren en kleuren vertelt wat er voor en na de foto’s allemaal gebeurde.

Cor Jaring
fotografie: Cor Jaring
voorwoord: Job Cohen, inleiding: Hedy d’ Ancona (in het Engels)
gebonden met stofomslag, 24 bij 35 cm, 256 pagina’s, ongeveer 150 foto’s in zwart wit
uitgever: Nieuw Amsterdam
prijs: 49,50 euro

Tot en met 24 december is er een bescheiden overzicht uit het werk van Jaring –gratis- te zien in Pakhuis De Zwijger, Piet Heinkade 179 in Amsterdam

Op zijn site staan een groot aantal foto’s: www.corjaring.nl

U kunt meebieden op een havenfoto van Jaring: www.photoq.nl/fotoveiling

Het boek is te bestellen via bol.com:

Changes
Changes
C. Jaring