Fotografen storen zich aan uitspraak hoofdredacteur De Limburger

Fotograaf Karsten Reiniers heeft zijn bedenkingen bij de oproep die hoofdredacteur Bart Brouwers van De Limburger vorige week deed aan fotografen om meer eigen initiatief te nemen. Toen Reiniers drie jaar geleden eigen initiatief nam, ving hij naar eigen zeggen bot bij de krant.
• Eerder op PhotoQ: ‘Fotojournalisten: meer initiatief graag’

Ook fotograaf Henk Magnee beklaagt zich: ‘Volgens de hoofdredacteur van De Limburger moeten fotojournalisten meer eigen initiatief tonen. Tot voor zo’n twee jaar heb ik met de regelmaat van de klok nieuwsfoto’s en teksten bij De Limburger aangeboden maar daar werd dus nooit iets mee gedaan. Je kunt wel eigen initiatief tonen maar als daar geen enkele reactie op komt schiet dat niet echt op.’

Reiniers’ relaas:

Hierbij wil ik via Photoq even reageren op het berichtje over hoofdredacteur Bart Brouwers van Dagblad de Limburger waarin gemeld wordt dat hij tijdens de opening van vijf Zilveren Camera exposities gezegd heeft dat fotojournalisten te weinig initiatief nemen. Ik vraag me namelijk af of de redactie(leden) van Dagblad de Limburger wel raad weten met een fotojournalist die niet afwachtend is en op eigen houtje op zoek gaat of zoals Brouwers zegt; “zijn eigen weg baant van nieuwsfeit naar nieuwsfeit”. Nadat ik eind december 2001 terugkwam in Nederland, na op eigen houtje als beginnend fotojournalist de oorlog tegen het terrorisme te hebben verslagen in de Afghaanse provinciehoofdstad Jalalabad, kreeg ik van de redactie van de Limburger te horen dat er geen interesse bestond in het publiceren van mijn materiaal. De reden die hier voor werd opgegeven was dat De Limburger al genoeg aandacht had besteed aan Afghanistan. Hoewel De Limburger eerder een artikel zonder foto’s publiceerde over mijn aanwezigheid in Afghanistan in november 2001 – hier op gewezen door een gepensioneerd journalist van De Limburger en tevens mijn vader -, bestond er geen behoefte aan publicatie van mijn foto’s. Dit alles op het moment dat Afghanistan nog steeds volop de krantenkoppen domineerde en ik bovendien ondermeer beschikte over een exclusieve foto van de nog voortvluchtige Taliban-leider mullah Omar. Bart Brouwers was destijds al lid van de redactie van De Limburger, waar hij later hoofdredacteur van is geworden maar ik heb destijds geen enkele waardering voor eigen initiatief van zijn kant vernomen.

Mijn foto’s uit Afghanistan zijn nog wel te bekijken op mijn website: www.nowthetimehas.com

Groet,

Karsten Reiniers
PS: Onderstaand het artikel uit Dagblad De Limburger van 5 december 2001.

++++++++++++++++++++++++
Karsten Reiniers (27) uit Venray verblijft momenteel in Pakistan. Vorige week reisde hij met de aanhang van de vermoorde oppositieleider Abdul Haq naar het Afghaanse Jalalabad. De verwoestingen die de Amerikaanse bombardementen hebben veroorzaakt zijn daar nu trekpleisters voor oorlogstoeristen.

Op stap met de ‘mannen van Haq’

Pieternel Kellenaers

MAASTRICHT – “Als ik weer zou gaan, zou ik een taxi pakken’, vertelt Karsten Reiniers vanuit zijn hotel in Peshawar. “Dat kost maar dertig dollar. Nu heb ik honderd dollar voor een retourtje Jalalabad betaald. En dan heb ik ook nog behoorlijk moeten afdingen.’ Maar voor dat geld kreeg hij wel bescherming van aanhangers en familieleden van gestorven noordelijke oppositieleider Abdul Haq.
Reiniers: “Die mannen noemen zich de ‘Dubai commanders’. Ze zijn tijdens het Taliban-bewind naar Pakistan en Dubai gevlucht en hebben daar goed geld verdiend. Nu keren ze terug naar hun geboorteland om met de Noordelijke Alliantie een coalitie te vormen in de strijd tegen de Taliban. Ondertussen proberen ze geld te verdienen met het vervoeren van mensen vanuit Pakistan naar Afghanistan.’

Trekpleisters die Reiniers kreeg te zien, waren het gebombardeerde huis van Bin Laden, het verwoeste vliegveld van Jalalabad, twee voormalige kampen van al-Qaida en de vluchtelingenkampen. “Voor ik deze reis maakte had ik het idee dat de bombardementen niet gerechtvaardigd waren. Maar nu ik in beide kampen van al-Qaida de chemische fabriekjes heb gezien, waar nog handleidingen in Engels en Arabisch lagen voor het maken van bommen, ben ik ervan overtuigd dat er íets moest gebeuren.’

Zelf trekt hij ook veel bekijks. “Veel Afghanen hebben nog nooit westerlingen gezien. Je wordt achtervolgd als bezienswaardigheid. Ik doe aan krachtsport en daardoor noemen ze me hier Arnold (Schwarzenegger, red.).’

Bang is Reiniers niet en voor spanning en sensatie is hij ook niet speciaal gekomen. “Het leven is altijd spannend, of je nou in Nederland of Afghanistan bent. Ik ben twee jaar beroepsmilitair geweest. Een half jaar lang was ik in Bosnië gelegerd. Daar heb ik het artillerievuur nooit als gevaarlijk ervaren. Maar ik neem geen onnodige risico’s.’

Het liefst was Karsten Reiniers ook nog naar Tora Bora gegaan, het bergdorp waarvan wordt gezegd dat Bin Laden zich er mogelijk schuilhoudt. Maar de ‘mannen van Haq’ verklaarden hem voor gek. “‘Daar zitten duizenden Arabieren, daar kom je niet levend van terug’, waarschuwden ze mij.’

Omdat Reiniers diabetes bleek te hebben, kwam een einde aan zijn carrière in het leger. Nu wil hij persfotograaf worden, het liefst in oorlogsgebied. “Ik vind het moeilijk gewoon maar te leven, terwijl er zoveel in de wereld gebeurt. Het is belangrijk dat de mensen te zien krijgen wat in zo’n land gaande is.’

woensdag 05 december 2001
© Dagblad De Limburger