PhotoQ Live Breda over de geheimen van het fotoboek

De PhotoQ Live van afgelopen zaterdag verhelderde veel aspecten van het maken en uitgeven van fotoboeken. Maar eveneens werd duidelijk dat er in de wereld van het verzamelen van fotoboeken een no-go-area is voor de buitenwereld: van heel speciale boeken blijven identiteit en prijs onduidelijk. Zo wilde Erik Kessels wel vertellen dat-ie tijdens de fotoboekenbeurs tijdens Breda Photo een speciaal boek had verkregen door als tegenprestatie tien boeken te leveren, maar om welk boek het ging, wilde hij gespreksleider Edie Peters niet vertellen: ‘Nee, dat is iets persoonlijks.’
En later zou ook Yannick Bouillis – met zijn boekhandel Shashin in Amsterdam specialist in zeldzame fotoboeken – niet vertellen wat het duurste boek is dat hij aanbiedt. Wel de prijs (20 duizend euro) en ook dat-ie het boek niet in de winkel heeft liggen. Bouillis gaf aan dat er wereldwijd een kleine groep van verzamelaars is (zowel particulieren als instellingen) die veel geld over hebben voor zeldzame boeken, maar dat die groep niet wil dat de rest van de wereld wie zij zijn, wat voor boeken ze zoeken en welke prijzen ze bereid zijn te betalen.

Bouillis sloot de talkshow af met de zeker klinkende voorspelling dat antiquarische fotoboeken alleen maar in prijs zullen stijgen. Dat contrasteerde wat met de verhalen van uitgever Maarten Schilt en de fotografen Jan Banning, Rob Hornstra en Adrew Phelps die vertelden dat het maken en uitgeven van fotoboeken erg leuk is, maar vooral ook veel werk kost en niet of nauwelijks geld oplevert. Wat presentator Peters tot de conclusie bracht dat er een grote groep mensen is die liefde voor fotoboeken koesteren, maar ook een kleine groep mensen die de fotoboekenhandel een zekere Wall Street-sfeer geven.

Tussen de gesprekken door speelde Flip Noorman enkele liedjes uit de muzieklijst van PhotoQ.

Reclameman Erik Kessels vertelde niet alleen over het verzamelen van fotoboeken, maar ook over het uitgeven ervan, wat gebeurt via de uitgeeftak KesselsKramer Publishing. Met een serie boekjes als In Almost Every Picture en een tijdschrift als Useful Photography heeft hij eraan bijgedragen dat er anders naar foto’s in familie-albums en productcatalogi wordt gekeken. Maar Kessels voegde eraan toe dat de uitgeverij toch telkens kritisch kijkt of er in de markt behoefte aan die producten bestaat, bij voorbeeld via peilingen van boekhandels.

Jan Banning vertelde over de samenwerking met de fameuze Britse fotograaf Martin Parr die Banning hielp bij de totstandkoming van het recent verschenen boek Bureaucratics. Het zorgde ervoor dat de foto’s voor het boek extra kritisch werden geselecteerd, aldus Banning, en uiteraard ook tot een groter internationaal publiek. Banning verwacht niet dat hij met de verkoop van het boek veel zal verdienen. ‘Die verdiensten zitten meer in andere dingen. Zo heb ik op advies van Parr van een aantal foto’s uit het boek mooie grote afdrukken gemaakt, en aan de verkoop daarvan zal ik zeker wel wat overhouden.’

Fotografen met een goed project voor een fotoboek vinden niet vanzelf een uitgever, zo bleek. Jan Banning richtte bij voorbeeld zelf een uitgeverij op, Ipso Facto, om enkele fotoboeken te kunnen uitgeven die de traditionele uitgevers niet zagen zitten. Hij stelt zijn uitgeverij ook beschikbaar voor andere fotografen.

Rob Hornstra maakt nu voor de derde keer een boek in eigen beheer. Het begon met Communism&Cowgirls, toen volgde Roots of the Runtur en sinds een paar weken is Hornstra druk met de presentatie van 101 Billionaires, dat net als zijn eerste boek gaat over de deplorabele staat waarin veel mensen in Rusland leven. Hij merkte dat bij boeken maken vooral anderen geld overhouden aan het uitgeven van boeken (vormgevers, drukkers, uitgevers) en dat je met hard werken ook zelf ver kunt komen. Hij biedt via emails aan vrienden en kennissen de mogelijkheid om tegen een lager bedrag in te tekenen op het boek, dat hij dan ook nog signeert. Het levert hem meestal minstens de helft op van de drukkosten en dat vind hij voldoende om de productie te laten doorgaan. En met succes, want de oplagen groeiden van 250 via 500 tot 1500.

Uitgever Maarten Schilt (Mets & Schilt) kwam met een verrassende opmerking. Hoewel hij intussen zoveel fotoboeken uitgeeft dat hij vermoedelijk de grootste Nederlandse uitgever van dit genre is, blijkt hij er (nog) geen geld mee te verdienen. Schilt heeft een fors bedrag geïnvesteerd om op internationaal niveau boeken te kunnen aanbieden en ook werk van bekende buitenlandse fotografen aan te bieden. Maar de concurrentie is groot, bijvoorbeeld van ‘ramsj-uitgevers’ als Taschen, en de mogelijkheden op internet zorgen ervoor dat kopers zoeken naar de goedkoopste adressen om de gewenste boeken te kopen. Er verschijnen dus wel meer fotoboeken dan ooit, maar dat wil niet zeggen dat het goed gaat met de fotoboekenmarkt, aldus Schilt.


Breda Photo

KesselsKramer Publishing

Jan Banning

Rob Hornstra

Mets & Schilt

Shashin