‘Rehabilitatie voor foto indianen Brazilië’

Anderhalve maand geleden verspreidde een foto van een ‘onontdekte’ indianenstam zich wereldwijd, als een olievlek over water. De publieke opinie nam de foto niet lang serieus, aldus reisschrijver en -fotograaf Matthijs Blonk en hij vindt dat onterecht. Hij bepleit dat het beeld de World Press Photo 2009 moet worden.
——

Op 29 mei werd een foto vrijgegeven van een aantal roodbeschilderde indianen die heroïsch hun pijlen op een fotograaf in een klein vliegtuig richten. De snelheid waarmee dit beeld de voorpagina’s van de wereldpers bereikte is symbolisch voor het tempo waarin de globalisering voortschrijdt. Ook de laatste uithoeken van de aarde zijn nu bereikt. Dat lijkt de boodschap van de foto. Het beeld markeert een overgangsfase en roept meewarig mededogen op met de dappere mannen die het met hun primitieve wapens opnemen tegen de ijzeren vogel. Ook al is er geen fysieke aanval, wij, de consumenten van het beeld, beseffen dat de indianen de strijd bij voorbaat verloren hebben.

Wie had trouwens gedacht dat er nog ‘onontdekte’ volken zouden bestaan? Misschien dat er daarom direct reacties verschenen die stelden dat de wereld met deze foto werd voorgelogen. Volgens sommigen was het fotocontact zelfs geënsceneerd.
Al snel werd duidelijk dat het níet ging om de ontdekking van een onbekende stam, zoals veel kranten aanvankelijk kopten. Survival International, de Britse mensenrechtenorganisatie die de fotoreeks op verzoek van de Braziliaanse overheid wereldkundig maakte, ontkent ook dat gezegd te hebben. Al zeker twintig jaar is het bestaan van deze mensen bekend. Wellicht in hun gretigheid hebben de redacties het stempel ‘onbekend volk’ op de foto’s gezet, mogelijk uit een nostalgisch verlangen naar het (toch nog!?) bestaan van de Nobele Wilde.

Die verwarring in de berichtgeving heeft veel schade berokkend aan de impact van het beeld. De publieke opinie nam het bericht niet langer serieus, het werd afgedaan als een slecht georkestreerde publiciteitsstunt. Dat doet onrecht aan het belang van de foto, die zélf het nieuws was. De publicatie had juist tot doel ons te wijzen op de teloorgang van de ‘Nobele Aarde’! Dit tafereel moet ons doen beseffen dat de aarde, de natuur in zijn ongerepte primitieve staat, verleden tijd is. De uitputtingsslag die de mens met de planeet levert bedreigt immers ook de indianen, die part nog deel hebben aan het moderne leven buiten de Amazone. Hun bos gaat voor de bijl. De buitenwereld rukt op. Niet alleen lopen de indianen kans op besmetting met ‘onbekende’ ziektekiemen, ook hun cultuur zal onherstelbaar worden geïnfecteerd.

‘Laat die mensen met rust!’ is de tendens van veel reacties op blogs over de publicatie van de foto. Dat is een sympathiek geluid. Intuïtief voelt men dat de foto de ondergang van de indianen aankondigt. De buitenstaanders zullen komen, maar het is een utopie om dat contactmoment te willen verhinderen. Met de uitvinding van het vliegtuig en de moderne media is de wereldbevolking geleidelijk van haar culturele privacy beroofd. De gelijkschakeling van culturen is onstuitbaar. De kans dat welgestelde wereldburgers van hun toeristische escapades zullen afzien is nihil. Journalisten blijven niet thuis. Een bewaakt reservaat met een beschermde mensensoort is onwenselijk.
De krijgshaftige indianen op de foto vertegenwoordigen het laatste spoortje oermens dat diep in ons wezen verstopt zit. Ze dwingen ons na te denken over ons gedrag. Waar zijn we mee bezig? Waarom vliegen we daar boven hun hoofd, de cameralens als het oog van een havik gericht op een hapklaar brokje nieuws.
Laten we het publicitaire gestuntel van Survival International vergeten en de foto rehabiliteren. Als het icoon van een verloren tijdperk, en een oproep tot natuurbehoud verdient de foto het te worden verkozen tot World Press Photo 2009.

Matthijs Blonk is reisfotograaf, redacteur en schrijver van artikelen over inheemse volken en reizen, die in verschillende bladen en kranten zijn verschenen.

www.matthijsblonk.nl

NB. De foto is gemaakt door Gleison Miranda, in opdracht van FUNAI, dat haar foto’s voor publicatie gratis ter beschikking stelt.