Samenwerking Joris Ivens en Robert Capa in China onder de loep

We kennen Capa als de legendarische oorlogsfotograaf die even iconische beelden als uitspraken op zijn naam heeft. Minder bekend is dat hij in 1938 door China reisde met de even beroemde Nederlandse filmmaker Joris Ivens tijdens de tweede Chinees-Japanse oorlog. Rixt A. Bosma deed onderzoek naar deze reis en publiceerde haar resultaten in ‘Photography meets Film: Capa, Ivens and Fernhout in China, 1938’.
Ivens en Capa hadden elkaar leren kennen tijdens de Spaanse burgeroorlog (War Capa zijn beroemde ‘vallende soldaat’ fotografeerde) een jaar eerder. Toen Capa’s vriendin Gerda Taro overleed vroeg Ivens hem naar China te komen als camera assistent en setfotograaf, niet in de laatste plaats omdat hij wist dat Capa’s foto’s én aanwezigheid nieuwswaarde zouden hebben. Capa maakte uit eigen beweging foto’s van de situatie die hij publiceerde in verschillende Europese en Amerikaanse tijdschriften, waaronder Life en Ce Soir. De aanleiding voor een onderzoek naar de wederzijdse beïnvloeding werd gevormd door een aankoop van 30 foto’s uit Capa’s Chinese serie door het Rijksmuseum.

Rixt A. Bosma onderzoekt de ontmoeting tussen fotografie en film, welke van de twee het uitganspunt vormde en of de lange reis en de Chinese censuur (ondanks dat Ivens warme banden onderhield met het land) zijn weerslag vindt in het werk. De archieven van Joris Ivens bevatten veel fotomateriaal dat hij bewaarde als ‘souvenir’ in persoonlijke albums waardoor ze relatief onderbelicht zijn gebleven. Goed dat ze nu aan het stof onttrokken zijn omdat het archiefmateriaal veel vertelt over hoe het er achter de schermen van de fotojournalistiek en de documentaire film van de jaren 1930 aan toe ging, en om voor eens en voor altijd boven tafel te krijgen hoe de samenwerking tussen beide kopstukken verliep.

Bosma zet in vijf hoofdstukken uiteen hoe de politieke en productionele omstandigheden waren, hoe Capa worstelde met de censuur en het trage communicatieapparaat dat zijn foto’s moest verzenden. De laatste twee hoofdstukken beschrijven hoe de reis de betrokkenen heeft beïnvloed en welke rol Ivens’ en Capas beelden hebben gespeeld in de beeldvorming rondom de Chinees-Japanse oorlog en, later, van de culturele revolutie.

De grote interesse van westerlingen voor het conflict blijkt o.a. uit belangrijke figuranten op de verschillende setfoto’s. Ook wijdt Bosma een hoofdstuk aan hoe Capa zijn foto’s distribueerde, afspraken maakte met verschillende tijdschriften en hoe geld een constante strijd opleverde. In de zeven maanden die hij in China doorbracht produceerde hij ongeveer 30 series waarvan delen op ongeveer evenzoveel plekken werden gepubliceerd. Toch ging het niet van een leien dakje: Capa voelde zich geïsoleerd van zijn thuis, zijn opdrachtgevers en zijn agentschap. Ook voelde hij zich een buitenstaander in de filmcrew. Die ervaringen hebben zeer waarschijnlijk een grote rol gespeeld in hoe hij zich verder als professional zou ontwikkelen en wellicht zelfs een eerste aanzet vormde voor het oprichten van MAGNUM. Tegen het einde van zijn periode in China werd het voor Capa steeds moeilijker zijn werk kwijt te raken. De concurrentie was groot en bovendien verkochten de meeste fotografen hun foto’s voor veel minder dan Capa aan persbureau AP. Uiteindelijk bleef hij twee manden langer dan Ivens in China.

De studie is rijk geïllustreerd met foto’s van Robert Capa en diverse tearsheets en publicaties uit die tijd.

Photography meets Film: Capa, Ivens and Fernhout in China, 1938; Rijksmuseum studies in photography 8
Rixt A. Bosma
Rijksmuseum/ Manfred & Hanna Heiting Fonds, 2011
ISBN: 9789071450310