Uitgebreid verslag De Donkere Kamer #13

Bouwen, bewaren, delen, verdienen. In de fotografie, zo wordt bij de 13e editie van De Donkere Kamer in het Amsterdamse Pakhuis De Zwijger nog maar eens duidelijk, valt niet te ontkomen aan een duidelijk georganiseerd en gearticuleerd stappenplan. Zelfs niet als je jezelf liever beschouwd als kunstenaar.
Men maakt zich vaak zorgen in de Nederlandse fotografie, maar vanavond zal blijken dat er nog genoeg reden is voor optimisme. De presentatoren van De Donkere Kamer, Lars Boering en Edie Peters, zijn graag de verkondigers van deze blijde boodschap en naar alle waarschijnlijkheid zullen zij daarvoor ook internationaal een groot publiek vinden: het programma en de ‘buzz’ rondom de volgende editie in het Institut Néerlandais op vrijdag 16 november, tijdens Paris Photo, zijn wat dat betreft veelbelovend.

De voortekenen zijn goed, maar voor niets gaat de zon op. En: de kost gaat voor de baat uit. Wie zich staande wil houden moet zich niet alleen artistiek, maar ook als economisch bekwaam en professioneel presenteren. Zonder goede ideeën redt je het niet en zelfs dan, zo wordt duidelijk nadat ook aan het handjevol mensen in de zaal kort en bondig het concept van de ‘pitch’ is uitgelegd, moet je de keiharde concurrentie om de schaarse muntjes aangaan. Anaïs Lopez (sprookje in Burundi), Jan Theun van Rees (culturele verbouwing) en Irina Popova (“An Other Family”) kregen allen respectievelijk drie minuten de tijd om het publiek om steun voor hun projecten te vragen.

Ter intermezzo was er een interview met Marie-José Jongerius. In opdracht van het Nederlands Fotomuseum, SKOR (Stichting Kunst in de Openbare Ruimte), en het Rotterdams Havenbedrijf was zij de vijfde en laatste kunstenaar op rij die haar blik op de ontwikkeling van de Maasvlakte 2 mocht uitdragen. Jongerius, altijd gericht op de spanning tussen mens en natuur, koos ervoor om ’s nachts te fotograferen waarbij ze slechts gebruik maakte van de artificiële lichtbronnen die de bouwwerkzaamheden met zich meebrengen.

Op de Maasvlakte zijn weinig pottenkijkers of oproerkraaiers, zo was haar ervaring. De grootste vijand bij de noodzakelijke lange sluitertijd (anderhalf tot drie minuten) was de straffe wind. Maar de beelden zijn uiteindelijk van een dergelijk hoge kwaliteit dat ze nauwelijks bewerkt dienden te worden voor de tentoonstelling in het Nederlands Fotomuseum en het boek, dat mede gefinancierd wordt door een commercieel bedrijf werkzaam op de tweede Maasvlakte. Jongerius zal aanwezig zijn om te signeren tijdens de Parijse editie van De Donkere Kamer.

Verlichte ideeën en economische hygiëne. Dat is niet alleen de noodzakelijke combinatie in de voorbereidende fase van een project, maar ook later, als het gaat om het bewaren ervan. Peter van de Doel – Spaarnestad Archief – en Onno Zaman van Picturae leggen uit hoe fotografen hun werk voor het nageslacht kunnen bewaren en op welke manier(en) investeringen in archivering zich uiteindelijk kunnen laten uitbetalen. Is erfgoedbescherming een ingewikkeld verhaal? Wellicht, maar er zijn dan ook vele wegen die naar Rome leiden.

Er bestaat geen eenvoudig verdienmodel, maar een belangrijke eerste uitdaging is om de waarde van de beelden – en dan niet zozeer als objecten maar eerder als iconen – duidelijk te krijgen. Op basis daarvan moet vervolgens een strenge selectie worden gemaakt en, indien men gebruik wil maken van de diensten van Picturae, een pad worden uitgezet richting het digitaliseren, beheren en mogelijk verkopen van (beelden uit) een archief. De waarde daarvan hangt af van wat de klant (lees: de fotograaf) wil bereiken; hoe hij of zij herinnerd wil worden.

Nadat tijdens de pauze de muntjes naar eigen inzicht van de aanwezigen over de drie ‘pitchers’ zijn verdeeld vervolgt Paul Kooiker het programma met een uiteenzetting over zijn laatste publicatie ‘Heaven’ . Hoewel het gesprek in eerste instantie een beetje stroef verloopt – Kooiker heeft zichtbaar moeite met vragen ten aanzien van zijn fotografische/kunstzinnige motieven – geven de grote beeldschermen in de zaal een gelukkige ondersteuning: zeker niet gemakkelijk of eenduidig spreken de beelden uiteindelijk voor zichzelf. Het is vervolgens aan het publiek om iets te vinden van Kooiker’s combinaties van naaktstudie van volumineuze dames, vakantiekiekjes en landschappen. Hij heeft geen vaste stijl of onderwerp, maar de manier waarop hij het allemaal vastleg is wel heel herkenbaar. “Dit is hoe ik kijk naar de dingen” zegt hij zelf.

‘Heaven’ bevat uitsluitend polaroids en de samenstelling daarvan, het boek ontworpen en uitgegeven door Willem van Zoetendaal, is het kunstwerk. “Ik zal zelf nooit polaroids inlijsten of aan de muur hangen. Daarvoor zijn ze niet geschikt,” stelt Kooiker – die tegenwoordig bij voorkeur digitaal werkt omdat polaroids schaars en duur zijn geworden. In navolging van de Picturae-discussie kan het boek dus ook worden beschouwd als een weloverwogen monumentale afronding van een langlopend en uitdijend archief.

Nadat Manon Funcke en Caroline O’Breen van de ‘pop-up’ galerie Seelevel uit de doeken hebben gedaan waarom zij bewonderaars zijn van het werk van Isabelle Wenzel en Carla Kogelman en daarmee – waarschijnlijk onbedoeld – een feministische tegenhang geven aan Kooiker’s oeuvre, wordt het programma afgesloten met een uiteenzetting van Bob Bronshoff. Hij spreekt over zijn project ‘Een Roadtrip in 14 songs: het Amerika van Bruce Springsteen’.

“Hij [Springsteen] schrijft ‘in character’ maar zijn liedjes leiden naar echte mensen die wonen op bestaande locaties, ” zegt fotograaf Bronshoff – zijn schrijvende collega Renée Sommers kon helaas niet aanwezig zijn vanavond. Het boek gaat niet over Bruce Springsteen, maar over de Amerikanen die in zijn liedjes voorkomen. Zoals ‘Terry Thousand’, bijvoorbeeld, die echt zo blijkt te heten en met het verzamelen van blikjes en flessen een redelijk goede boterham blijkt te verdienen. Bronshoff portreteerde hem en de anderen die hij onderweg ontmoette ten voeten uit.

Tijdens de ‘roadtrip’ verzamelde Bronshoff en Sommers vele anekdotes over Springsteen: “Er was altijd wel iemand die beweerde hem te kennen of claimde een persoonlijke ervaring met hem te hebben gehad.” Inmiddels is er een boek (uitgegeven bij Schilt Publishers en mede-gefinancierd door een theaterproducent die het boekje graag als relatiegeschenk weggeeft) dat wellicht ooit in het Engels zal verschijnen en, wie weet, waaraan Springsteen dan zelf ook een bijdrage zou willen leveren. De tentoonstelling van het werk is nog tot 11 november in De Melkweg galerie te zien.

Uitslag van de ‘pitches’:

Anais Lopez : 270 + 150 = 420 Euro
Jan Theun van Rees: 291 + 150 = 441 Euro
Irina Popova: 295 + 300 = 595 Euro

Op 16 november: De Donkere Kamer- Parijs