Verslag De Donkere Kamer #16: Wie durft?

In de nadagen van de nationale feestweek , terwijl de lente (eindelijk!) uit z’n voegen barst en iedereen de eerste warme zonnestralen met volle teugen tot zich neemt, is een aanzienlijk deel van fotominnend Nederland tóch naar Pakhuis de Zwijger getrokken voor alweer de 16de(!) editie van De Donkere Kamer. De verslagjes die daags na het tweemaandelijkse ‘live’ magazine alhier verschijnen zijn dan ook slechts een informatieve weergave van de avond. Je moet er eigenlijk bij zijn geweest, lijfelijk, met al je zintuigen op scherp.
Negen schermen rondom staan de sprekers tot hun beschikking en voor wie moet komen opdraven voor een ‘pitch’ is dat een geruststellende visuele mantel. Eenmaal op het podium is het zaak om de ‘vierde wand’, het publiek, in slechts drie minuten van het gedroomde project te overtuigen en wel zó aan hun jasje te trekken dat de muntjes ook, straks in de pauze, daadwerkelijk in de corresponderende stembus verdwijnen.



Hierboven het videoverslag van De Donkere Kamer #16 van maandagavond. Programma begint op 7’30.


Jan Rosseel bijt het spits af door zijn afstudeerproject over de Bende van Nijvel uit de doeken te doen. Rosseel, Vlaming, was als kind indirect slachtoffer (zijn vader kwam bij een van de beestachtige overvallen op Belgische supermarkten in de jaren ’80 om het leven) maar dat is slechts een eerste aanleiding. Het gaat hem vooral om de betrouwbaarheid van herinneringen – de ‘zaak’ is altijd in nevelen gehuld gebleven en daarmee uitermate geschikt voor een spel tussen feit en fictie. Doel: een installatie en een boek.

De eerste ‘pitch’ wordt gevolgd door een interview met Martien Mellema, creative director van Vogue Nederland. Oftewel, zij is verantwoordelijk voor al het beeld in het magazine. Hoewel de eerste hordes nog met een beetje stramme benen werden genomen – de aanloopfase van het blad kwam met hoge verwachtingen – kan nu, na één jaar, wel worden gezegd dat Vogue in Nederland een doorslaand succes is.

Misschien dat de top van de fotografie ten opzichte van het buitenland nog wat mag aangroeien en dus stelt Mellema zich hardop de vraag: wie durft, in navolging van Viviane Sassen, de grenzen tussen kunst en fotografie verder te verkennen?

Karianne Bueno, de tweede ‘pitcher’ van de avond, was ooit kamperen in het idyllische natuurreservaat St. Joseph, even buiten Vancouver. In navolging van de invloedrijke Amerikaanse schrijver-dichter Ralph Waldo Emerson zou ze graag nog eenmaal terug gaan om het leven in de wildernis, afgezonderd van de maatschappij, nader visueel te onderzoeken.

Het vertrouwde presentatieduo (Edie Peters en Lars Boering) heeft vanavond versterking in de persoon van Sandra de Witte. Een verfrissend samenspel op het podium dat extra energie aanboort en daarmee rakend aan het talent van de geïnterviewde in kwestie: tentoonstellingsmaker Jeroen de Vries, ooit begonnen als industrieel ontwerper maar inmiddels internationaal vermaard om zijn veelomvattende project-presentaties.

De tijd is eigenlijk veel te kort om aan al zijn activiteiten recht te doen. Wat ooit begon vanuit een politiek engagement is de ‘agitprop’ van de jaren zeventig en tachtig allang ontstegen. Hoewel nog steeds dienstbaar aan maatschappelijke thema’s is het uitgangspunt om uiteindelijk een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan een groter verhaal en De Vries werkt dan ook bij voorkeur aan projecten waarbij hij de samenhang tussen taal, beeld en locatie verder kan onderzoeken en uitdragen.

Hij stelde onlangs nog de indrukwekkende expositie Tegen het Licht samen, op basis van de archieven van het dubbeltalent Johan van der Keuken – de fotograaf/filmmaker met wie De Vries een innige vriendschap onderhield – zoals hij dat ook deed met de onlangs overleden Koen Wessing. Gelukkig is Jeroen de Vries (65) niet een type voor de geraniums en er staat dus nog van alles op stapel.

De ‘pitch-ronde’ wordt afgesloten door Jan Hoek. Inderdaad, dezelfde Jan Hoek die al tijdens de voorgaande editie van De Donkere Kamer blijk gaf van zijn unieke kijk op de wereld. In de drie minuten die hem vanavond zijn gegund geeft hij zijn ambities weer, die in wezen hier op neerkomen: bevriend raken met een Masai en in die relatie iets te bewerkstelligen dat voorbij gaat aan de clichés.

Het lukt hem zelfs nog om tussen neus en lippen door een oproep te doen aan het publiek om overtollige digitale cameraatjes uit de stoffige la te trekken en aan hem te overhandigen, zodat hij ze weer kan inzetten in zijn lessen op de filmschool in Afrika.

Na de pauze is het de beurt aan Dennis Duijnhouwer. Hij exposeerde onlangs bij een galerie aan de Amsterdamse Bloemgracht met ‘het geheime leven van de nep-plant.’ Pardon? Was Duijnhouwer niet de fotograaf die we kennen van zijn wilde nachtelijke uitstapjes? Van de seks en drugs en rock ’n roll zoals te zien in bladen als Vice en Blend?! Ja, ook. Maar portretten van plastic nepplanten verdienen wat hem betreft een wezenlijk plekje in zijn oeuvre.

De foto’s van nep-planten, ooit achteloos vastgelegd in een ‘stream of unconsciousness’ tijdens een roadtrip naar Transdnjestrië, verdwenen in eerste instantie in zijn persoonlijk archief maar bleken bij nader inzien een significant motief. Dat wil zeggen, debuterend interviewster Sandra de Witte blijkt haar huiswerk goed te hebben gedaan en vond uit dat Duijnhouwer opgroeide in een decor van louter zwart en wit. Wellicht dat het digitale huishouden van het ouderlijk huis een verklaring is voor zijn analoge en hyper-kleurrijke beeldtaal? Voor zijn hang naar het vastleggen van geplastificeerde flora? Goeie vraag…

De wilde jaren langzaam ontgroeit doet Duijnhouwer naar zijn gevoel nog steeds hetzelfde. Hoewel? ‘Ik probeer nu scherpe foto’s te maken,’ zegt hij gekscherend. Ok, maar toch nooit zo vlijmscherp als de laatste gast van de avond, Robin Utrecht, die vrijwel dagelijks op de eerste rij staat bij nieuwswaardige gebeurtenissen. Met engelengeduld (en, toegegeven, soms ook met een beetje mazzel) begeeft hij zich net zo gemakkelijk tussen de telelenzen langs de sportvelden als in het vak waaruit de fotografen de koninklijke familie of andere elite mogen gadeslaan. Soms moet de benaming ‘persfotografie’ ook echt letterlijk worden genomen…

Maar Robin Utrecht is niet voor één gat te vangen en bovendien lijkt hij niet al te veel onder de indruk van de entourage waarin hij zich bevindt. Afgelopen week stond hij zo’n beetje eerste rang bij alles – in een vloeiende beweging van troonswissel naar kampioenswedstrijd en wat er verder allemaal nog nieuwswaardig was – maar uiteindelijk zijn het gewoon allemaal dynamische objecten die hij wil ‘bevriezen’ op het beslissende moment.

Utrecht laat zich niet temmen en is bovendien een expert in het bewegen in de kleine ruimte. Dat levert veelal iconische beelden op. Last van concurrentie heeft hij nauwelijks, zo stelt hij zelf. Maar hij (en zijn directe omgeving) heeft wel moeten leren leven met zijn voortdurende drang om op pad te gaan. Eenmaal ter plaatse komt hij pas tot rust, als een geoefende visser die behendig zijn hengeltjes uitgooit en vervolgens in zen-houding de dobbers in de gaten houdt. Mooi vak, persfotograaf.


Ter afsluiting de uitslag van de pitches:
1. Jan Rosseel 668 euro
2. Jan Hoek 379 euro
3. Karianne Bueno 305 euro

Tegen het Licht is nog tot 9 juni te zien in filmmuseum Eye

Lees hier de column van Fran van der Hoeven, zoals voorgedragen tijdens De Donkere Kamer #16

www.dennisduijnhouwer.com

www.robinutrecht.com