Verslag De Donkere Kamer #6: schieten in de roos

De Donkere Kamer, het tweemaandelijkse ‘live’ fotomagazine in Pakhuis De Zwijger, ging met de zesde editie een nieuw seizoen in. Een succesformule, want ook tijdens deze nazomerse aflevering was het weer een volle bak met fotografen en fotografie minnend publiek.
De Donkere Kamer is een ‘joint venture’ van De FotografenFederatie, De Cultuurfabriek, Hollandse Hoogte en PhotoQ, maar het is ook een samenkomst van alle mogelijke disciplines binnen het vakgebied van de professionele fotografie. Een ontmoetingsplek en voor sommigen zelfs een warm nest. Er is dan ook een trouwe schare bezoekers ontstaan die geen aflevering meer wil missen.

Ondertussen zijn er toch ook steeds weer mensen die voor het eerst komen en dus zag presentator Lars Boering zich wederom genoodzaakt nog even kort het concept van de ‘ pitches’ uit te leggen: 3 fotografen presenteren in 3 minuten hun idee aan het publiek, dat middels muntjes bepaald over wie zij het meest enthousiast zijn geraakt. Een bescheiden vorm van ‘crowd funding’, waarbij niemand met lege handen naar huis gaat. De drie kandidaten van deze avond – Dirk Kome, Popel Coumou en Peter de Krom – hebben dankzij hun ‘pitch’ twee vliegen in een klap geslagen: er is een beetje geld voor het maken van een boek en ze hebben op deze avond precies de juiste doelgroep daarvoor aangesproken. Productie en promotie ineen!

Tussen de ‘pitches’ door legt Wim Melis, directeur van het Noorderlicht Festival in Groningen, in een twee-gesprek met Lars Boering het thema uit van de aankomende manifestatie. Vanaf komende week gaat Noorderlicht – dat tot de verbazing maar ook het genoegen van Melis door het gezaghebbende Photo District News (PDN) tot de zes belangrijkste fotofestivals ter wereld wordt gerekend – van start met het thema ‘Metropolis’. In zes ‘hoofdstukken’ zal uit de meer dan 1500 inzendingen werk worden getoond van 90 fotografen die allemaal zo hun eigen fascinatie hebben met de Grote Stad. Conclusie: er gaat niets boven Groningen?

Dat laatste valt te bezien. Noorderlicht heeft in ieder geval concurrentie van Scarlett Hooft Graafland, die haar eerste solo-expositie opent in Huis Marseille Amsterdam (beide op 10 september). Zoals zoveel anderen heeft deze ‘internationale’ nationale fotografe lange tijd in New York gewoond en wordt ze vertegenwoordigd door een gerenommeerde galerie (Michael Hoppen in Londen). Hoe het zover kon komen? Een combinatie van uitzonderlijk talent en op een gunstig moment de juiste mensen ontmoeten, waarschijnlijk.

Het conceptuele werk van Scarlett gaat over kleine ingrepen; culturele supplementen aan het landschap. Daarvoor is ze veel op reis – bij voorkeur naar locaties waar het landschap zich, anders dan in Nederland, nog in al haar weidsheid laat aanzien (Bolivia, Groenland). Dat bekostigt ze met het verkopen van prints en af en toe een commerciële klus. Maar ook dan verloochent ze haar liefde voor analoge fotografie niet, ongeacht de logistieke ongemak die daarbij aan het daglicht komt. Of misschien is dat nu wel juist de uitdaging….?

Iets dergelijks hoorden we eerder op de avond al van Tessa Posthuma de Boer, die in de rubriek “De camera van…” kwam vertellen over de relatie met haar Hasselblad H3. Op de vraag of dit nu de Rolls Royce is onder de camera’s antwoordt ze: “Misschien is dat de technische camera, maar een Hasselblad is toch zeker een dikke BMW.” Portretten met de Linhoff 4×5 inch werd langzaam te ingewikkeld en gaandeweg besloot Posthuma de Boer dan toch maar over te gaan op digitaal. Haar Hasselblad is ‘gelift’ en heeft een digitale achterwand gekregen, inderdaad. Maar dat is toch wel wat anders dan een Canon 5D, want daarmee raakte ze het gevoel voor rust totaal kwijt. Zo’n camera is te ‘slordig’. Wel is er nu een nieuw probleem ontstaan: de archiefkasten met negatieven laten zich langzaam aan vervangen door een hele rits met (kwetsbare?) harde schijven.

Zowel voor Scarlett Hooft Graafland als Tessa Posthuma de Boer geldt dat fotografie veel meer is dan nabewerking. Het gaat juist om een goede voorbereiding, van de juiste keuzes maken voordat er op het knopje kan worden gedrukt. Haast is daarbij funest.

Zoals Hans Aarsman vervolgens benadrukt in zijn column ligt daar nu juist wel het unieke van het medium: anders dan in de meeste andere kunsten – literatuur, schilderkunst – is het voor de fotograaf belangrijk om alle elementen tegelijkertijd binnen het gestelde kader te verzamelen. Het moet dan en daar allemaal tegelijk goed zijn, gesteld dat men wil voorkomen dat er via Photoshop of iets dergelijks moet worden geplakt of gegumd. Een goeie voorbereiding is dus geen overbodige luxe want op het ‘moment suprème’ lijkt de goeie fotograaf nog het meest op een boogschutter die met slechts een pijl meteen in de roos moet schieten.

Ten slotte, voorafgaand aan de agenda van Edie Peters, is het woord aan Eric Kievits. Zijn motto, ‘je moet het groot zien’, heeft hij vertaald in een koffietafelboek van 8 kilo dat onmogelijk anoniem kan verdwijnen in een stoffige kast. En dat is nu ook juist de hele bedoeling van het boek, dat het opvalt als object. Het is wat betreft Kievits een nieuwe manier om jezelf als commerciële fotograaf te presenteren. Hij heeft uiteindelijk 250 fotografen overtuigd dat het zin heeft om 300 euro te investeren voor een spread in het boek, dat als geheel zal worden geschonken aan de ongeveer 500 reclamebureaus en aanverwante potentiële opdrachtgevers die ons land rijk is. XXLNL Visuals 2011 is een coöperatief project van fotografen die binnen een zeer beperkte markt met elkaar concurreren om opdrachten. Dat klinkt controversieel maar Kievits, een grote man met een verrijkende stem en opvallende Rotterdamse tongval, kon op deze avond in het Amsterdamse Pakhuis in ieder geval rekenen op een warm onthaal.

Aan het einde van de avond blijkt de pitch van Peter de Krom het meest succesvol: de bezoekers van De Donkere Kamer gunnen hem 515 muntjes. Met een toelage van de FotografenFederatie van 300 euro jheeft hij 815 euro extra om zijn boek over zuipketen in het Westland te financieren. Popel Coumou kwam tot 489 + 150 = 639 euro voor haar eerste overzichtsboek. En Dirk Kome haalde 349 + 150 = 499 euro binnen om zijn project over de zorg van zijn oma voor zijn dementerende opa voort te zetten.

De Donkere Kamer
Dirk Kome
Popel Coumou
Peter de Krom
Noorderlicht
Tessa Posthuma de Boer
Huis Marseille
Scarlett Hooft Graafland
Hans Aarsman
XXL Books