Visies op licht in musea

Op woensdag 30 mei vond er bij de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) een symposium over licht in het museum plaats, georganiseerd door kunsthistoricus Carel Blotkamp en architect Mick Eekhout. Een architect (Hans van Heeswijk), een beeldend kunstenaar (Peter Struycken), een lichtontwerper (Rienk Visser) en een restaurator (Ysbrand Hummelen) spraken over het belang van goed licht. Want dat, zo concludeerden zij, wordt nog al eens onderschat.

Hoewel de titel suggereert dat het onderwerp breed benaderd wordt, gingen de sprekers met name in op twee zaken: het gebruik van licht in een museumgebouw voor de ervaring van de bezoeker (aan de hand van een overzicht van daglicht situaties in musea sinds 1747) en de invloed van de lichtkwaliteit op de beleving van schilderijen. Voor fotografen en tentoonstellingsmakers zijn een paar kwesties wellicht interessant.

Lichtontwerper Rienk Visser noemt vier aspecten waarmee rekening gehouden dient te worden wanneer men een tentoonstelling gaat belichten:
– Objecten moeten goed zichtbaar zijn
– Het licht moet aantrekkelijk en sfeervol zijn
– Teksten moeten goed leesbaar zijn
– Schade door bijvoorbeeld UV straling aan objecten moet voorkomen worden

Daar komt ook nog bij dat het licht in de juiste hoek moet worden opgehangen omdat je anders hopeloos in de je eigen schaduw staat en het werk maak vanuit één bepaalde hoek goed kunt bekijken.

Een groot deel van de discussie werd gewijd aan het belang van daglicht; volgens de consensus is dat de ultieme lichtbron. Het is diffuus en egaal (mits goed gefilterd door schermen of dakconstructies) en het zorgt ervoor dat alle kleuren uit het spectrum goed zichtbaar zijn. Daglicht is echter niet overal in een museum te realiseren, en vanwege de schadelijke werking van UV licht (verkleuring, uitdroging) moet het op de plekken waar er wel daglicht binnenvalt gefilterd worden. Dat betekent automatisch ook dat er altijd aanvullend kunstlicht aanwezig moet zijn. Volgens Struycken bereik je dat door licht van LED en wolfram (gloeilampen) te combineren – geen ultieme oplossing nu de gloeilamp aan het verdwijnen is.

Een aantal museumontwerpen waarin volgens architect Hans van Heeswijk goed rekening is gehouden met het gebruik van daglicht zijn het Centre Pompidou (Parijs), Fondation Beyeler (Basel) en de werken van architect Louis Kahn.

Beeldend kunstenaar Peter Struycken vindt de omgang met licht in musea over het algemeen treurig. Hij pleit herhaaldelijk voor het gebruik van daglicht, omdat het werk dan bekeken kan worden zoals de maker het bedoeld heeft. In het geval van oude schilderkunst gaat die vlieger in ieder geval op omdat het aannemelijk is dat de schilders daglicht in het atelier hadden. Voor hedendaagse schilderkunst en fotografie is dat moeilijker te bepalen, omdat veel kunstenaars (ook) bij TL en ander kunstlicht werken – de originele lichtsituatie is dus nooit precies te recreëren. De kwestie van studiolicht gebruikt bij geënsceneerde fotografie is een volgende bemoeilijkende factor.

Met het oog op de intrede van het LED licht het volgende. Fabrikanten roepen dat het een antwoord is op milieu- en degeneratieproblemen, maar de sprekers zijn behoorlijk sceptisch. Zo vallen er gaten in het spectrum, is het aantal beschikbare armaturen nog beperkt, gaan de lampen niet verder dan 4000 kelvin (daglicht is ongeveer 5000 kelvin, wat betekent dat boven een bepaald wattage de kleurweergave te kort schiet) en is de techniek nog in volle ontwikkeling. Een museum dat nu haar hele systeem vervangt, moet over vijf jaar wellicht weer een investering doen.

Licht is een specialistisch onderwerp dat zeer vaak het ondergeschoven kindje is. Struycken raadt tentoonstellingsmakers aan restauratoren en lichtontwerpers te betrekken bij het belichten van een vaste opstelling voor een resultaat dat de werken en de ruimte recht doet, dat de daglichtsituatie zo goed mogelijk benadert en waarbij rekening wordt gehouden met de kwetsbaarheid van de tentoongestelde werken.


Het ‘Praktijkdocument Verlichting in musea en expositieruimten’ is voor €20 te koop op de website van de NSVV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde): http://www.nsvv.nl/shop/article.aspx?id=3b91ab9c-67ba-4a33-ad47-40a8bfba381c

Op 13 juni vindt in NEMO Amsterdam een symposium plaats over LEDverlichting in musea. Informatie en aanmelden: www.lichtontwerpen.nl