‘Zomaar’ een foto nemen, toch auteursrecht?

Fotografische werken staan in de Auteurswet uitdrukkelijk omschreven als werken waarop auteursrecht rust. Maar komt elke willekeurige foto voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking? Bijvoorbeeld een foto tante Mien en oom Jo voor de Eiffeltoren? En hoe zit het met een toevalstreffer, waarbij de foto per ongeluk is genomen? Is er dan auteursrecht? Dit zijn lastige vragen voor de praktijk.
Het criterium voor auteursrechtelijke bescherming luidt dat de foto niet ontleend mag zijn aan een ander werk en er sprake is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. Het moet bij dat laatste gaan om iets dat door de menselijke geest is voortgebracht. Niet beschermd is alles wat zo alledaags is, dat van creativiteit geen sprake is.

Van de prototypische ‘tante Mien en oom Jo voor de Eiffeltoren’-foto’s wordt in de leerboeken wel gezegd dat ze niet beschermd zijn. Als regel geldt echter dat ook (zelfs) amateurfoto’s voldoende bijzonder zijn voor auteursrechtelijke bescherming.

Van foto’s met voldoende sfeer, een bijzondere belichting of die anderszins creatief zijn, staat buiten kijf dat zij beschermd zijn. Dat is meermaals aangenomen in de rechtspraak. Echter, van productfoto’s van flesjes of potjes voedingssupplementen is tot twee maal toe uitgemaakt dat die niet bijzonder genoeg zijn om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen. De reden daarvoor is dat er slechts een zo natuurgetrouw en correct mogelijke weergave van het te fotograferen product wordt afgebeeld.

Het omslagpunt voor bescherming ligt er wat mij betreft in dat een op zichzelf alledaags gegeven op de foto zijn alledaagsheid verliest en een bijzondere zeggingskracht krijgt waardoor hij gaat boeien, alhoewel ook het maken van de meest simpel ogende foto bijzonder veel creativiteit kan vereisen.

En de toevalstreffers? Is een foto als resultaat van het per ongeluk op een knop drukken te beschermen? De Hoge Raad heeft letterlijk uitgemaakt dat niet de eis mag worden gesteld dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen of bewust creatieve keuzes heeft gemaakt of voor de vorm heeft gekozen die het werk heeft gekregen. Maar dat maakt niet dat bij een toevalstreffer volgens het eerder genoemde criterium een creatieve keuze is gemaakt. Ik neig er daarom naar aan toevalstreffers geen auteursrechtelijke bescherming te geven.

Joost Becker is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem (afdeling IE-IT, e-mail: becker@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 77).