‘Als je er naar kijkt, valt er al een stukje af’

De tweede aflevering van Beeldspraak (zondagmiddaggesprekken over fotografie bij Noorderlicht) ging over de houdbaarheid van fotografisch materiaal. Onder leiding van fotojournalist Pim Milo spraken fotograaf Henk Tas, fotorestaurateur Clara von Waldthausen en conservator collecties Caspar Martens van het Groninger Museum op zondag 2 oktober over dit onderwerp in de Noorderlicht Fotogalerie.
Het is zeker voor musea een dilemma: wat doe je met je waardevolle fotocollectie? Het beste is opslaan onder de juiste condities en er niet meer aankomen. Maar is het niet evenzeer de taak van een museum om de collectie aan het publiek te tonen?

In een inleiding presenteert Pim Milo de oplossing. Van hem mogen foto’s na een museale tentoonstelling worden geveild. Geen kopzorgen meer over bewaarcondities en voor een nieuwe tentoonstelling vraag je simpelweg om een nieuwe afdruk, die wordt geleverd tegen een geïndexeerde prijs. ‘Zo krijg je telkens weer carte blanche,’ aldus Milo, die er voor de zekerheid bij vermeldt dat hij een en ander prikkelend heeft bedoeld.
Geen gek idee, vindt fotograaf en beeldend kunstenaar Henk Tas. Fotografie herhaalt zichzelf, ervaart hij, dus is het de vraag of je maar alles moet bewaren. ‘Ga naar een willekeurige expositie en wat zie je: arme kindertjes en naakte meisjes,’ zegt Tas. ‘Fotografie is cyclisch. Er verandert eigenlijk niets.’

Maar foto’s worden juist steeds meer bewaard. Zoals door het Groninger Museum, dat sinds de jaren ’80 een collectie opbouwde van 850 stuks. Nu komen de problemen, zegt beheerder Caspar Martens. De foto’s verkleuren en tonen andere sporen van verval. Veel werken zijn gegoten in plexiglas, wat ze onbereikbaar maakt voor herstel. Andere hebben weer geen lijst, wat ze uiterst kwetsbaar maakt. Martens: ‘Als je er naar kijkt, springt er al een stukje af.’

Het beheren en restaureren van foto’s is een relatief nieuw vak. Waar de artistieke én financiële waarde van bijvoorbeeld schilderijen al eeuwenlang wordt erkend, was een foto vóór 1970 niets waard, zegt Clara von Waldthausen. Ze is sinds 1995 Nederlands enige freelance fotorestaurateur. ‘Nu de prijzen zijn gestegen,’ verklaart ze, ‘wordt het restaureren van foto’s ineens interessant.’
Maar het is ‘een ingewikkeld vak, met veel chemie,’ aldus Von Waldthausen. Het staat nog in de kinderschoenen, wat betekent dat er voor de meeste problemen, zoals het herstellen van werken in plexiglas, nog geen oplossing is gevonden. Denk dan ook goed na wat je met je foto’s wilt, adviseert ze. ‘Vraag jezelf af: hoe vaak wil ik het tentoonstellen? Hoeveel mag het verkleuren? Een foto kan nu eenmaal niet eeuwig dezelfde kleur houden.’

En wat te denken van de oplossing van Pim Milo, die voorstelt simpelweg een nieuwe afdruk aan te schaffen? Misschien dat er met kunstenaars nog wat is te regelen, zegt Caspar Martens van het Groninger Museum, maar galeries verstrekken nooit een nieuwe afdruk tegen kostprijs. Henk Tas zou er ook niet aan meewerken. Hij zou gaan sleutelen, de afdruk aanpassen aan de nieuwe tijd. ‘En dan kan je beter een nieuw werk maken,’ vindt hij.

Het besef over de vergankelijkheid van materialen is bij fotografen en kunstenaars niet groot, zegt Von Waldthausen. Studenten van de kunstacademie worden zelfs gestimuleerd er niet bij stil te staan. ‘Het remt hun creativiteit. Ze kunnen besluiten om niet met een bepaald materiaal te werken omdat ze weten dat het snel veroudert.’

De verantwoordelijkheid ligt dan ook bij ons allemaal, concludeert Milo. ‘Moreel gesproken zijn we niet de bezitters van kunst, maar de beheerders. Kunst behoort tot ons culturele erfgoed en we dienen het als goede huisvaders te beheren.’ Het Groninger Museum neemt die taak serieus. Conservator Martens verwacht binnen drie jaar een groot onderzoeks- en restauratieproject te hebben gestart dat de fotocollectie moet behouden.

Marc Floor

• Op de website van Noorderlicht zijn vijftig tips van Pim Milo te vinden voor fotografen en fotoverzamelaars om hun werk beter te behouden