Bij het begin van de Amerikaans/Britse aanvallen op Irak is er nauwelijks een Nederlandse fotograaf in dat land aanwezig. Voor zover Photoq kan achterhalen zijn alleen Jerry Lampen (met een Reuters-team in Basra) en verslaggever/fotograaf Arnold Karskens (voor Nieuwe Revu en Barend & Van Dorp in Bagdad) binnen Iraakse grenzen.
AP-fotograaf Peter Dejong (Turkije) en freelancers Frits Meyst (Iran) en Teun Voeten (Jordanië) wachten af in buurlanden.
Peter Dejong laat per email weten: ‘Ik zit in het zuid-oosten, zo’n dertig kilometer van de grens met Irak, in het Koerdische gedeelte van Turkije. Ben nu ongeveer vier weken hier, maar moet toegeven dat het werken hier bijna onmogelijk is. De Turkse militairen, militaire politie en politie hebben de zaken hier sterk gecontroleerd. De grens, eigenlijk al zo’n negen kilometer voor de grens, is verboden militair gebied verklaard. Van vluchtelingen en troepenbewegingen zullen wij weinig zien. Er zijn richtlijnen uitgevaardigd dat we geen ‘checkpoints’ kunnen fotografen, geen militairen, zelfs geen Amerikaanse militairen (er is een aantal verzamelplaatsen in gereedheid gebracht voor de Amerikanen). De Koerdische dorpen, en met name de Hakkari provincie is ook verboden gebied.’
Volgens directielid Louis Zaal van Hollandse Hoogte (HH) probeert Frits Meyst via Iran naar Iraaks Koerdistan te geraken. ‘Maar hij dreigt daar voorlopig vast te lopen in de Iraanse bureaucratie.’ Teun Voeten is in Amman een dag ingehuurd voor een klus door een van de Nederlandse dagbladen, aldus HH.