Fotograaf Nico Bick is geïnteresseerd in plekken die zo gewoon zijn dat niemand ze meer opmerkt; plekken waar spanning tussen privé en publiek domein voelbaar is. Voor P.I. (penitentiaire inrichting) richtte hij zijn camera op de Bijlmerbajes; de karakteristieke gevangenis bestaand uit enkele flats langs het spoor in Amsterdam Overamstel. Een plek die de spanning tussen publiek en privé domein optimaal illustreert.
Het omslag van P.I. bestaat uit grijsbruin karton. Het is eerder een dossiermap met twee over elkaar vallende flappen dan een traditionele cover. Aan de binnenzijde is de omslag bedrukt met een ruime selectie van Bicks foto’s. Zwarte lijnen markeren de foto’s die in het groot zijn afgedrukt en verderop in het boek voorkomen. Op de buitenzijde van het omslag staan twee beelden van de betonnen muur die om het terrein heen staan.
Vier gaten op gelijke afstand van elkaar gaan dwars door die afbeeldingen heen. Ze zouden kunnen refereren aan de kijkgaatjes in een celdeur. Ook zouden ze een symbolische vertaling kunnen zijn van het feit dat we als het ware door de gevangenismuren heen kunnen kijken middels Bicks foto’s. Het binnenwerk bestaat uit losbladige fotokaternen samengesteld uit dubbelgevouwen A3 vellen.
Op het eerste vel treffen we één foto van de controlekamer. Schokkend aftands eigenlijk: een grote vochtkring in een van de panelen uit het systeemplafond, onverklaarbare zwarte strepen op de muur, een zwart vod dat tegen het plafond kleeft, een knoppenkast die zo uit een jaren ‘70 science fiction film lijkt te komen. Niemand te zien ook, misschien alleen voor de foto even aan de kant gestapt. Maar gek toch, dat er niemand zit te bewaken.
Elk van de volgende katernen is gewijd aan een ander thema. Bick neemt ons mee langs veel steen en tegels op luchtplaatsen. Wat maakt toch dat men zijn naam op de muur wil kalken? Een serie cellen doet aan als een spelletje ‘zoek de verschillen’. Alleen zaken als een ander merk badslippers of ontbijtgranen, een handdoek van een voetbalclub of een gebedskleed verraden iets over de achtergrond van de bewoner. Wat aan de muur hangt in de cellen is zo gefotografeerd dat het – door spiegeling – niet herkenbaar is. Als om het persoonlijke eruit te laten. Nooit bedacht overigens dat gevangen hun eigen was doen en die in hun kamer aan zo’n zelfde Blokkerrekje te drogen hangen als ieder ander met krappe behuizing.
Losse bladen tussen de katernen door zijn gewijd aan algemene ruimtes voor medisch onderzoek, opslag en woonkamer. In de bezoekersruimte valt het knullig in zijn hengels hangende deurtje op dat de bezoekers van de gevangenen moeten scheiden. Alsof, wanneer je eenmaal in de gevangenis bent, de straf maar schijn is. Gevangenisje spelen; aan het eind van de dag lachen we er allemaal hartelijk om en gaan we vrolijk weer naar huis.
Bick fotografeerde ook een aantal isoleercellen waarvan de wanden uitgewiste maar nog zichtbare tekeningen en leuzen bevatten. Een niet onaardig portret van een vrouw, white power kruisen en serieuze, maar verkeerd gespelde verwensingen. In een van die cellen vertoont de vloer verontrustende sporen van onvrede.
Slaagt Bick erin om ons opmerkzaam te maken van wat anders voor ons verborgen blijft? Nogal wiedes, want wanneer komen we nu in een gevangenis. We hebben met zijn allen genoeg films gezien om onze fantasie op de eendere, van mensen gespeende ruimtes te projecteren. Zonder die mensen krijg je eigenlijk nog steeds nauwelijks een idee van hoe het er aan toe gaat, behalve dat we onze in bewaring genomen medemens toch nog een beetje privacy gunnen, en dat zij hun dagen slijten in een omgeving die niemand ‘thuis’ zou willen noemen. Wie de serie ‘Zellen’ van Jürgen Chill kent, verwacht misschien wat meer romantiek: daar staan en hangen de cellen vol met kleurige objecten en doeken. In de Bijlmerbajes is het wat dat betreft een stuk Spartaanser, wat dan wel weer past bij het calvinistische Nederland van de jaren ’70 (de bouwperiode), maar bovenal bij Bicks bijna typologische benadering van zijn onderwerp. Ondanks dat hij in de tekst nadrukkelijk te kennen geeft om welke p.i. het gaat, is dat uit de foto’s niet of nauwelijks af te leiden. Alleen de drie Amsterdamse Andreaskruisen op een celwand verraden de standplaats.
Waarom Bick en vormgever Joost Grootens voor deze vorm kozen, wordt niet geheel duidelijk. Wellicht om de zakelijke benadering van de gefotografeerde ruimtes zelf te herhalen, als dossier ten bate van onderzoek, misschien om de kijker de gelegenheid te geven de foto’s op te pakken en ze letterlijk onder zijn neus te houden om minutieus de details te kunnen bestuderen en te doorgronden wat een gebouw een gevangenis maakt en geen school of zorginstelling. En dat is precies wat u moet doen.
P.I.
Nico Bick
2011
ISBN: 9789081428217
Met een tekst van Frits Gierstberg
Vormgeving Joost Grootens
www.nicobick.nl