Tot 20 mei in het Nederlands Fotomuseum: het Feest van het Fotoboek. Bij de opening van de tentoonstelling is Het Nederlandse fotoboek gepresenteerd. In de expositie en publicatie kijken samenstellers Frits Gierstberg en Rik Suermondt terug op de dynamiek van het fotoboek sinds de Tweede Wereldoorlog.
Het fotoboek in Nederland evolueerde de laatste decennia tot een tegenstrijdig fenomeen. Terwijl de verkoopcijfers blijven dalen stijgt de belangstelling en vermeerdert het aantal publicaties. Als lid van de redactie van dit webmagazine, waar het aantal ter recensie aangeboden fotoboeken gestaag blijft groeien, heb ik mogelijk een scheef perspectief, maar toch.
Uitgevers die terdege beseffen dat ze het niet voor het geld doen, verenigde jonge fotografen die samen eigenzinnige publicaties mogelijk maken, eindexamenstudenten die hun fotografiestudie met een mijlpaal willen afronden en ambitieuze individuele fotografen die veel tijd en geld in een persoonlijk project steken om het uiteindelijk in boekvorm wereldkundig te kunnen maken. Zij maken het Nederlandse fotoboek mogelijk, samen met een select groepje bezielde vormgevers.
Die vormgevers zijn essentieel in het verhaal over het fotoboek in Nederland. Dick Elffers, Jurriaan Schrofer, Irma Boom, Henrik Barends, Willem van Zoetendaal, Sybren Kuiper, Lex Reitsma, Kummer & Herman, Mevis & Van Deursen en Hans Gremmen zijn veelgehoorde namen in fotoboekenland. De intense samenwerking tussen fotograaf en vormgever leidt vaak tot bijzonder fraaie uitgaven, boeken met persoonlijkheid. Een eigenschap van het betere Nederlandse fotoboek, die ook internationaal steeds meer gewaardeerd wordt. En de grote en kleine uitgevers als Contact, de Bezige Bij, Arbeiderspers, Fragment, De Verbeelding, Basalt/Van Zoetendaal, Voetnoot, Mets & Schilt/Schilt Publishing, Menno van de Koppel, NAi, Paradox, Ipso Facto, Episode Publishers en Post Editions leverden veel werk om uitstekende fotoboeken te produceren en onder de aandacht te brengen.
Het is niet bekend hoeveel fotoboeken sinds 1945 op de markt zijn gebracht, maar het zullen er gerust enkele duizenden zijn. De samenstellers stellen ongeveer 130 fotoboeken tentoon en schreven over 124 titels. Ik ben enthousiast over dit initiatief, gelukkig met de tentoonstelling, maar niet helemaal tevreden over het boek. De tentoonstelling is een fraaie, uiterst verzorgde kennismaking met de indrukwekkende geschiedenis van het naoorlogse fotoboek. Een intrigerend kijkje achter de schermen ook, want door de presentatie van de vaak secuur samengestelde dummies, verschillende prototypen en edities krijg je een idee van het wordingsproces.
In 2004 en 2006 verschenen The Photobook: A History volume 1 and 2. In de bespreking van het eerste deel schreef ik toen: ‘Het heeft er alle schijn van dat de makers, Martin Parr en Gerry Badger, een standaardwerk hebben gecreëerd dat de waardering voor het fotoboek ingrijpend gaat beïnvloeden.’ Het is zo goed als onvermijdelijk dat ook Het Nederlandse fotoboek impact zal hebben. De tentoonstelling is voorbij voor je er erg in hebt, de publicatie heeft een veel langere levensverwachting. Zoiets noopt tot zorgvuldigheid. Over de selectie wil ik niet te veel zeggen, die discussie wordt elders op Photoq al met verve gevoerd: www.photoq.nl/articles/discussie/het-nederlandse-fotoboek.
Nu ja, alleen dit dan: ik ken de criteria die de samenstellers hanteerden, maar vind toch dat Rineke Dijkstra niet had mogen ontbreken. Verder mis ik Bureaucratics van Jan Banning, een uitgave die nationaal en internationaal enthousiast is ontvangen. En dan Paul Kooiker. Bij het samenstellen van het boek bleef hij blijkbaar buiten de horizon van Gierstberg en Suermondt. Die vervolgens zijn laatst uitgebrachte boek Sunday in de expo eren met een plaats naast Reportages in licht en schaduw van Emiel van Moerkerken, als voorbeeld van modern surrealisme. Volgens mij gaf Kooiker met zijn meest gewaarde boek Hunting and Fishing al een ironisch commentaar op ‘vernacular photography’ voordat het genre in de mode kwam. Daarbij ontwikkelt deze eerste monografie van Kooiker zich tot een trofee voor verzamelaars in buiten- en binnenland. Maar dit dus terzijde.
Het Nederlandse fotoboek is een uitgebreide, fraaie en zeker waardige ode. De vormgeving is even mooi als doelmatig. En daarom verbaas ik mij over het niveau van sommige teksten. De beschrijving van de ramen in het lemma over Mist van Niels Stomps gaat geheel voorbij aan het persoonlijke ingrijpen van de bewoners, dat van belang is voor het verhaal. Bij het tekstje over Wretched Skin wordt Koos Breukel verkeerd geciteerd over de opnametijd, waarbinnen hij niet de pretentie heeft een karakter vast te leggen. Hierdoor is elk verband met de belichtingstijd zoekgeraakt.
Maar er is niet echt een man overboord. 2016 lijkt mij een uitstekend jaar om een nieuwe editie uit te brengen, met aanvullingen als een tekst over print on demand, bijzondere micro-edities, een strenge doch rechtvaardige eindredactie en een kleine reeks extra titels. Wat meer aandacht voor boekbeschrijvingen die het werk dat geleid heeft tot deze prachtpublicaties recht doet. Want dat is de fotografie in Nederland: er worden grote inspanningen verricht die financieel en maatschappelijk gezien meestal ondergewaardeerd blijven.
Een klassiek voorbeeld om dit lange verhaal mee af te sluiten. Begin jaren negentig sprak ik Lydia Oorthuys over haar werk en dat van haar man Cas Oorthuys. We bleven haken bij Een staat in wording. Door de politieke realiteit van die dagen was de uitgever gedwongen bijna de gehele oplage te verramsjen. Gelukkig is dit boek opgenomen in publicatie en tentoonstelling. En vertelt Lydia – postuum, in een video – over het ontstaan en de ontvangst van Cas’ favoriete boek. In de tentoonstelling, een presentatie die je als rechtgeaarde liefhebber van het fotoboek maar beter niet kunt missen.
tentoonstelling
Het Feest van het Fotoboek
tot 20 mei in het Nederlands Fotomuseum,
Wilhelminakade 332 in Rotterdam
publicatie
Het Nederlandse fotoboek
Samenstelling en redactie: Frits Gierstberg, Rik Suermondt
Auteurs: Tamara Berghmans, Flip Bool, Patricia Börger, Martijn van den Broek, Karen Duking, Frits Gierstberg, Karin Krijgsman, Claudia Küssel, Pieter van Leeuwen, Pim Milo, Mirelle Thijsen, Mireille de Putter, Max van Rooy, Bart Sorgedrager, Rik Suermondt, Anneke van Veen.
Vormgeving: Studio Joost Grootens
Fotografie: Hans Bol
Gebonden, 24 bij 28 cm, 240 pagina’s, enige honderden illustraties in fullcolor
Uitgever: Nai Uitgevers (Nederlandse editie), Aperture (Engelse editie)
Prijs: € 49,50
De drie in de tekst opgenomen illustraties zijn spreads uit Het Nederlandse fotoboek
meer info: www.nederlandsfotomuseum.nl