Woensdag 10 december is in Foam het eerste exemplaar van het boek Beyond Photography gepresenteerd. Het boek, een initiatief is van Ruud van Empel en Uitgeverij Voetnoot, voert 42 kunstenaars/fotografen uit Nederland en België ten tonele die de camera gebruiken om de verbeelding zichtbaar te maken. Het boek is mede een vermanende vinger in de richting van de samenstellers van vorig jaar verschenen standaardwerk Dutch Eyes, dat volgens betrokkenen vrijwel geheel voorbij is gegaan aan het bestaan van de verbeeldende fotografie.
In Beyond Photography zijn essays opgenomen van Maartje van den Heuvel, Lotte Menkman, Eric Min en Rommert Boonstra. Laatstgenoemde overhandigde bij de presentatie Beyond Photography aan Frits Gierstberg, mede-samensteller van van Dutch Eyes.
De toespraak van Boonstra:
‘Nederland is een lief land. Ik constateer dat met voldoening. De bestuurders zijn kleurloos en betrouwbaar. Daar ben ik trots op. Alles kabbelt rustig voort. En dat is zeer geruststellend.
De keerzijde van de medaille is dat er zelden iets hemelbestormends gebeurt. De handen uit de mouwen steken wordt aangemoedigd, maar het bestormen van de hemel gaat veel te ver. Als we gewoon doen, doen we al gek genoeg, luidt de algemene opinie.
In het dagelijkse leven vind ik dat een gezond standpunt, maar in de kunst is het dodelijk. Kunst moet naar mijn bescheiden mening levendig, speels, theatraal, visionair en fantasievol zijn. Kunst moet het hoofd op hol brengen. Kunst moet de sleur in passie veranderen en de wereld in een vreemde gloed zetten.
Maar kom daar maar eens om in een land waar stromingen als de Romantiek en het Surrealisme slechts slappe aftreksels waren van wat er in Duitsland of Frankrijk gebeurde.
Toch sloeg op fotografiegebied in de loop jaren zeventig de vlam flink in de pan. Er ontstond een nieuw soort beelden, die speciaal voor de camera in elkaar waren gezet. Geënsceneerde fotografie. De fotograaf als speelfilmproducent, al waren het dan speelfilms van slechts één beeld.
Vooral in de jaren tachtig ging de ontwikkeling razend snel. De fotografie van de verbeelding, waarin ook de computer al snel een rol begon te spelen, trok wereldwijd de aandacht.
Maar ergens in de jaren negentig werd het weer stil. De kunstcommissies waar Nederland zo rijk aan is, trokken zich geschrokken terug onder de grijze deken waar ze even onder vandaan waren gekomen en zagen alleen nog zin en betekenis in documentair werk, liefst met een sociologische, historische of conceptuele inslag. Die stilte betekende natuurlijk niet dat de ontwikkeling zich niet voortzette, maar wel dat hij min of meer ondergronds ging. Kunst wordt gemaakt door kunstenaars, niet door commissies en een beetje kunstenaar is gelukkig eigenwijs genoeg om gewoon zijn eigen gang te gaan, ook als het even niet meezit. Ook als het oog van de kunstcommissies niet met welgevallen op hem rust.
In dit werkelijk schitterende boek, met de titel Beyond Photography, wordt in één klap duidelijk hoe rijk Nederland inmiddels is aan hemelbestormende fotografie. We nemen een unieke positie in binnen Europa. Zo kan Nederland toch weer een beetje gidsland zijn. Na dit boek kan niemand kan meer zeggen dat hij het niet geweten heeft. Verschillende kunstenaars die er in staan hebben meer succes in het buitenland dan in Nederland zelf. Dat zal er ongetwijfeld toe leiden dat het in wezen nog altijd zo preutse en protestantse vaderland op een gegeven moment niet meer om hen heen kan.
Te lang is de fotografie van de verbeelding weg gezet door een soort politiek correcte elite die elk gevoel voor kitsch aanziet en die zou willen dat het schone en het sublieme meer naar spruitjes ruiken.
Met groot genoegen overhandig ik het eerste exemplaar aan Frits Giersberg, die zowel hooggeleerd is als conservator van het Nederlands Fotomuseum en wens zowel hem als de fotografie van de verbeelding een lang en opwindend leven toe.’
Eerder op PhotoQ: Dutch Eyes debat
(met excuus voor de ‘uitgeklede’ versie)