Deze zomer exposeert het Kroller-Muller Museum in Apeldoorn achttien projecten over het Nederlandse landschap. Nature as Artifice heet de tentoonstelling: ‘de natuur als kunstgreep’. In de tentoonstelling en de imposante catalogus wordt dit thema op een nogal voorspelbare manier gepresenteerd.
Het eerste hoofdstuk van een bekend boek verhaalt over God die de aarde in zeven dagen schiep en ‘zag dat het goed was’. Uit een veelgeciteerde opmerking blijkt dat Nederlanders dat toch anders zien: ‘God schiep de wereld en de Nederlanders schiepen Nederland.’ Het is een cliché, een overbekend feit, dat de bewoners van onze delta al minstens zeven eeuwen aan het werk zijn met dijken, kanalen en gemalen. Dit volk heeft de omringende natuur sinds de terpenbouwers al naar haar hand gezet. Het is op zijn minst merkwaardig dat dit cliché in Nature as Artifice als een nieuwe zienswijze wordt opgevoerd.
De catalogus is absoluut fraai en het onderwerp is degelijk aangepakt. De samenstellers Maartje van den Heuvel (curator van de fotocollectie van de Leidse universiteit) en Tracy Metz (freelance auteur, onder andere voor NRC Handelsblad) schreven ieder een inleiding en nodigden de fotohistoricus Alison Nordström en de architectuurhistoricus Auke van der Woud uit om vanuit hun discipline over het thema te schrijven. Van den Heuvel selecteerde het beeldmateriaal voor boek en tentoonstelling. Die keuze vind ik voorzichtig gezegd ‘behoudend’.
De ondertitel van boek en expo luidt: ‘New Dutch Landscape in Photography and Video Art’. Het persbericht opent met de zinsnede ‘recent werk van achttien Nederlandse en buitenlandse fotografen en (video)kunstenaars’. Bij de eerste drie series blijkt dat we de begrippen ‘new’ en ‘recent’ ruim moeten opvatten: Hans Aarsman fotografeerde zijn iconische reeks Hollandse taferelen in 1988. Giflandschap van Wout Berger kwam in hetzelfde jaar tot stand. De foto’s van Jannes Linders zijn uit dezelfde periode. Daarnaast vinden we de veel gepubliceerde en geëxposeerde projecten van Henze Boekhout (Seconds First), Hans van der Meer (Hollandse velden) en Marnix Goossens (Regarding Nature). Fraaie series van bijvoorbeeld Gerco de Ruijter en Gert Jan Kocken kunnen deze conservatieve aanpak dan niet meer compenseren.
Die claim van ‘nieuw’ en ‘recent’ is wat mij betreft niet het grootste probleem, op die manier presenteert men wel vaker werk dat niet meer kakelvers is. Maar om expositie en een boek en samen te stellen met fotografie die voor de helft overbekend is, lijkt mij een gemiste kans. Ook het argument dat het een internationale tentoonstelling is (de expositie gaat naar Duitsland en de Verenigde Staten) houdt geen stand: een belangrijk deel van de genoemde fotografen is al in meerdere internationale tentoonstellingen getoond. Daarbij staan die buitenlandse museumbezoekers dan te kijken naar fotoseries die ondermeer geïnspireerd zijn door fotografie van Amerikanen (Lewis Baltz, Stephen Shore) en Duitsers (Düsseldorfer Schule).
De beeldkeuze had aanzienlijk avontuurlijker kunnen zijn, zonder aan significantie te verliezen. Zo maakte Hans van der Meer in 2004 de serie Achterland, waarin hij haarfijn de bedilzucht van de Nederlander ten aanzien van het landschap over het voetlicht brengt. Mischa Keijser fotografeerde een serie opmerkelijke plekken, die hij ‘The advantages of repetion and symmetry’ doopte. Het betreft beelden die het thema van Nature as Artifice perfect illustreren. Dat Panorama Nederland van Siebe Swart niet is geselecteerd is een merkwaardige omissie: een duidelijker voorbeeld van het Nederlandse landschap als eeuwige bouwplaats is de laatste jaren niet verschenen.
De beeldkeuze leidt mijns inziens tot een weinig verrassende bevestiging van het cliché van de maakbaarheid van het Nederlandse landschap en de manier waarop dit wordt verbeeld. Misschien dat een deel van het publiek dat prettig en geruststellend vindt, maar dat lijkt mij niet de doelstelling van een dergelijke presentatie.
Nature as Artifice New Dutch Landscap in Photography an Video Art
Samenstelling: Maartje van den Heuvel en Tracy Metz
Met werk van: Hans Aarsman, Theo Baart, Wout Berger, Henze Boekhout, Driessens & Verstappen, Marnix Goossens, Arnoud Holleman, Gert Jan Kocken, Jannes Linders, Cary Markerink, Hans van der Meer, Gábor Ösz, Bas Princen, Xavier Ribas, Gerco de Ruijter, Frank van der Salm, Hans Werlemann en Edwin Zwakman
Teksten (engels): Maartje van den Heuvel, Tracy Metz, Auke van der Woud en Alison Nordström
Gebonden, 348 pagina’s, 26 bij 33 cm, ongeveer 250 foto’s in kleur en zwart-wit.
Uitgever: NAi publishers
Prijs: 52 euro
De expositie is tot en met 28 september te zien in het Kroller-Muller Museum, Houtkampweg 6 in Otterlo