Gisteren is de Amsterdamse fotograaf Cor Jaring overleden. Jaring werd bekend door zijn foto’s van belangrijke momenten in de jaren zestig alsmede door het werk dat hij daarna maakte in de Amsterdamse haven. Mede door zijn joyeuze manier van vertellen verkreeg hij ook de status van bekende Nederlander.
Jaring werd geboren op 18 december 1936, naar eigen zeggen ‘op doktersrecept’: zijn moeder was diep bedroefd na het overlijden van een eerder zoontje door een huiselijk ongeluk. ‘Volgens de dokter was daar maar een oplossing voor: een nieuwe baby,’ aldus de biografie op Jarings website.
Cor Jaring maakte foto’s van de anti-rook happenings bij het Lieverdje, de vrijplaats Ruigoord, de rookbom bij het huwelijk van Prinses Beatrix en Prins Claus, cultfiguur Phil Bloom, en de sleep-in van John Lennen en Yoko Ono in het Amsterdamse Hilton in 1969.
Verder legde Jaring zich toe op het vastleggen van het werk – toen nog veelal handarbeid – in de Amsterdamse haven. Daar hoorde ook de humor van de hoofdstad bij. ‘Hé Cor, lullekop, maak nog es een fotootje van me,’ kon er dan langs de kade schallen.
De foto’s van Jaring zijn bekroond met diverse prijzen waaronder een eerste prijs voor de wedstrijd ‘First Prize of Amsterdam, beeld van een stad’ die in 1975 eenmalig aan World Press Photo was verbonden (ex aequo met Bart NIeuwenhuis) vanwege het 700-jarig bestaan van de stad. In 2002 werd Jaring door de Gemeente Amsterdam onderscheiden met de Frans Banninck Cocq penning wegens grote verdiensten voor de fotografie in Amsterdam. Hij is tevens ere-burger van de stad Amsterdam. Van het werk van Jaring zijn een aantal boeken verschenen bij onder meer de Arbeiderspers en Nieuw Amsterdam.
De jonge fotograaf Sander Troelstra maakte de laatste maanden van de zwaar zieke Jaring mee: ‘Iedere week kwam ik langs. We hebben veel ervaringen uitgewisseld. Het ging er niet om dat ik van hem leerde hoe ik moest fotograferen. We hebben veel ervaringen uitgewisseld. Ik heb veel geleerd van zijn verhalen. Hij is een uitzonderlijke man geweest, die in die vroegere jaren altijd op zoek was naar mensen in bijzondere situaties.’
Samen met de familie heeft Troelstra het atelier van Jaring opgeruimd, meegeholpen aan het overdragen van het archief en gezien hoe de nalatenschap werd geregeld. Troelstra: ‘En een week later was hij dood.’
Troelstra heeft plannen om een boek over Jaring samen te stellen. Galeriehouder Roy Kahmann is bezig met het voorbereiden van een expositie. Mogelijk gaan beiden samenwerken om het werl van Jaring te laten voortleven.
• Op PhotoQ verscheen in het kader van het project PS Camera een verslag:
PS Camera #14: kennismaking Cor Jaring – Sander Troelstra
• Hans Samsom mailt ons:
Een paar uur nadat wij in de gallery van Roy Kahmann over Cor Jaring hadden gesproken is hij gestorven.
Ik vertelde over de mooie bijeenkomst in De Zwijger precies 4 jaar geleden
Job Cohen hield een TOP-toespraak, het Nieuw-Amsterdam boek werd geprojekteerd en gesigneerd.
Veel eer – terecht.
Peter Paul Huf zegende Cor en in de grote dikke Amsterdam-Bijbel tekent hij: ‘Voor P.P. Huf en een beetje Paul †’ .
• In oktober in PhotoQ Nieuws: Archief Cor Jaring naar Stadsarchief Amsterdam
• Naar aanleiding van dat persbericht van het Stadsarchief meldden vele media vandaag bij het overlijden van Jaring dat hij 1975 de World Press Photo had gewonnen. In het betreffende jaarboek is echter geen foto van hem te vinden.
Saskia Asscher, online archive coordinator bij World Press Photo (en daarvoor werkzaam bij Huis Marseille) heldert op:
‘Ben nog even in het archief gedoken: in 1975 organiseerde World Press Photo buiten de reguliere wedstrijd twee extra wedstrijden ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Amsterdam en het Jaar van de vrouw. Cor won een prijs in die eerste wedstrijd, die hij moest delen met Bart Nieuwenhuijs. Het waren vermoedelijk foto’s van de gevolgen van de aanleg van de metro in de Nieuwmarktbuurt (de foto’s zelf heb ik niet in het archief gevonden …). De tentoonstelling ‘Amsterdam – Beeld van een Stad’ was destijds in het Van Gogh Museum te zien.’
‘In ons online archief beperken we ons tot de winnaars van de reguliere wedstrijd en tentoonstelling inclusief gesponsorde prijzen. Aparte tentoonstellingsprojecten vallen er (vooralsnog) buiten. Vandaar dat Cor er niet bij staat. Hij heeft in 1965 wel foto’s van de happenings ingezonden maar die vielen niet in de prijzen (helaas …) en in 1966 stond er een serie in het jaarboek van kinderen die uit een brandend huis worden gered terwijl moeders aan het winkelen was.’
‘Ik zie Cor nog helemaal voor me: tijdens openingen van tentoonstellingen in Huis Marseille, zat hij vaak op het bankje aan de gracht met een biertje en sigaret.’
• Verslaggever Mark Moorman van het Parool had drie weken geleden het vermoedelijk laatste interview met Cor Jaring.
Het Parool: ‘Daar komt Jaring aan. Let op!’
• Stephan Vanfleteren portretteerde in april 2012 in woord en fotografie Cor Jaring:
De fotograaf van het verdwenen Amsterdam
• Van Camilla van Zuylen kregen we per mail onderstaande herinnering met foto:
Herinnering aan Cor Jaring.
Het moet 1961 zijn geweest, ik was amper 17 toen ik Cor Jaring voor het eerst ontmoette in café Hans en Grietje. In dat café leerde je het echte leven kennen en ik vond dat veel interessanter dan wat ik op school leerde.
Er kwamen daar veel kunstenaars, sommigen toen al redelijk succesvol zoals Frank Lodeizen en Jan Sierhuis, anders zouden pas later beroemd worden zoals Jan Cremer, Frits Bolkenstein en natuurlijk Cor Jaring.
Hij was niet het type waar je als jonge meid nou direct op viel, maar hij had een vlotte babbel en, heel bijzonder voor die tijd, hij had een camera!
Zo kletste hij net zo lang op mij in tot ik met hem mee op pad ging als zijn allereerste fotomodel. Het was die dag koud en al helemaal geen fotoweer, maar dat wisten we toen nog geen van beiden. Het moesten “existentiële” foto’s worden, dus gingen we eerst naar de Joodse begraafplaats waar je toen nog gewoon in kon lopen. Daarna naar de Merwedebrug waar bijgaande foto is genomen, en ja, ik moest vooral ook mee naar zijn “studio”, een onooglijke, treurige achterkamer op Wittenburg met een paar 100wat lampjes. Natuurlijk wilde hij mij ook naakt fotograferen maar het was toen al duidelijk dat hij in dat genre nooit carriere zou maken. We hebben wel heel veel gelachen!
Jaren later, toen iedereen z’n hoofdkwartier allang naar café Scheltema hat verplaatst, kwam Cor op me af en riep ‘Camiel, je hang in het Stedelijk! Ik heb je kut heel groot opgeblazen, wel een meter hoog en ik heb het Blind Mussel genoemd!’
Nu, nóg veel later, leef ik met de troostende gedachte dat ik in m’n blootje in het Stadsarchief zit, voor eeuwig jong en mooi. Bedankt lieve Cor, je was een echte vriend!
Camilla Van Zuylen
Lucens, Zwitserland 19/11/2013