Cubaanse bureaucratie stopt Banning ondanks fotowedstrijd

De Nederlandse ambassade in Havana maakt op 26 oktober aanstaande de winnaars bekend van de door haar uitgeschreven fotowedstrijd Lazos a la Mar. Dit initiatief is bedoeld om het diplomatieke isolement te doorbreken waarin Nederland als EU-land verkeert sinds Cuba de banden met alle EU-landen, behalve Spanje, heeft verbroken. Honderdvijftig fotografen stuurden foto’s in, waarschijnlijk mede gestimuleerd door het prijzengeld. 500 CUC (413 euro) voor de eerste prijs is een godsvermogen op Cuba, 350 CUC (289 euro) voor de tweede en 200 CUC (165 euro) voor de derde prijs idem dito.
Fotograaf Jan Banning kwam 27 september jl. naar Cuba op uitnodiging van de ambassade ter gelegenheid van de opening van zijn tentoonstelling La Oficina (Het Bureau). Will Tinnemans, schrijver van het omvangrijke Bureauproject en ik (Maartje Wildeman – red.) als Jans zaakwaarnemer, reisden met hem mee.

De opening werd een succes en een vrolijke boel, omdat alle gasten zich konden laten fotograferen achter een fraai gestyled bureau met kantoorspullen van de ambassade en het Cencrem, het instituut waar de tentoonstelling te gast was. Ambassadeur Wieck Wildeboer opende als hoge ambtenaar de rij en na enkele Cubaanse functionarissen lieten de andere aanwezigen, onder wie veel Cubaanse fotografen, zich ook niet onbetuigd.

Enkele dagen later waren we te gast in de representatieve villa van diplomate Caecilia Wijgers, waar alle inzendingen van de fotowedstrijd uitgespreid konden liggen. De Nederlands-Cubaanse jury, onder leiding van voorzitter Banning, was het snel eens over de goede en slechte foto’s en – min of meer – volgens het World Press Photo-puntensysteem besloten we unaniem tot drie winnaars en drie eervolle vermeldingen.

Veel foto’s konden worden afgekeurd als simpele familiekiekjes, die bovendien niet voldeden aan het thema ‘de band tussen Cuba en Nederland’. Veel andere inzendingen ontkwamen niet aan de Cuba-clichés, zoals de oude Amerikaanse auto’s. Sommigen hadden hun foto in een Vincent van Gogh-schilderij geshopt. We zagen ingelijste zonsondergangen boven zee op textiel gedrukt, veel foto’s van de Malecon boulevard, molens en enkele huizen met rode puntdaken, maar ook prachtig werk van Gonzo Gonzalez Borges en Raúl Cañibano die unaniem tot prijswinnaars gekozen werden.

De presentatie varieerde van alle mogelijke digitale bewerkingen tot barietdrukken. De enkele Nederlandse inzending toonde de Nederlandse clichés, veel molens, fietsen in Amsterdam en de Rotterdamse Willemsbrug.

Met het slagen van de tentoonstelling La Oficina, waren we hoopvol gestemd bij het aanvragen van toestemming voor het maken van bureaufoto’s in Havana. Op de één na laatste dag kon een afspraak gemaakt worden bij het Centro de Prensa Internacional, het internationaal perscentrum, dat een vergunning zou moeten geven. Jan stak een gloedvol verhaal af over zijn werkwijze en Will toonde de eerdere publicaties met Bureaufoto’s. Het werd welwillend aangehoord en positief beoordeeld, maar de aanvraag stuitte desondanks op een ferm ‘njet’. Het idee om een fotograaf en schrijver vrij rond te laten lopen in een ministerie op zoek naar een interessant bureau, ging de Cubanen te ver. ‘Zo werken wij niet op Cuba.’

Voorlopig lijkt de kans verkeken om Cuba voor afronding van het Bureau-project op te nemen, tenzij er een andere politieke wind gaat waaien.

Maartje Wildeman