De avonturen van Hellen van Meene en Erwin Olaf bij het New York Times Magazine

Zo simpel en plat als Erwin Olaf het kan uitleggen: ‘Als de Amersfoortse Courant belt, is mijn agenda vol, maar als Kathy Ryan van het New York Times Magazine belt, dan maken we tijd vrij.’ Inderdaad een droom van een opdrachtgever: prachtig magazine bij misschien wel de beste krant van de wereld en dan ook nog met een fijn budget. Director of Photography Ryan sprak vrijdagavond, deels met Hellen van Meene en Erwin Olaf, over de fotografie in het magazine dat zich beeldbepalend beweegt tussen journalistiek, entertainment, documentair werk en kunst.
De aanleiding voor de avond is de tentoonstelling The New York Times Magazine Photographs die afgelopen donderdag is geopend in Foam in Amsterdam en die een overzicht geeft van de fotografie uit het magazine van de afgelopen twee decennia.

Kathy Ryan legt uit dat de reportage die Nan Goldin maakte over de 16-jarige mannequin James King (foto hierboven) een creatieve doorbraak was. De autonome fotografe Nan Goldin die een journalistieke reportage maakte over jonge modellen. Vele andere grensoverschrijdingen volgden: oorlogsfotograaf Paolo Pellegrin maakte een serie voor de jaarlijkse Oscar-special, landschapsfotograaf Simon Norfolk maakte portretten van vluchtelingen in Irak en omringende landen.


Ryan geeft ook prijs hoe Ryan McGinley bovenstaande foto – te zien op de posters van de tentoonstelling in Foam – is gemaakt. Het magazine huurde het dak af van een 30 verdiepingen hoog gebouw in Manhattan. McGinley liet er een goed gezekerde schommel op bouwen en model Maya had geen hoogtevrees maar wel vertrouwen. Ter geruststelling: op het moment van afdrukken bevindt het model zich nog net boven de dakrand.

Erwin Olaf dankte zijn eerste telefoontje van Kathy Ryan aan de bewerkte foto die hij maakte van een prinses Diana-achtig model dat een flinke snijwond in haar bovenarm heeft door een Mercedes-ster. Toen het magazine begin 2006 foto’s nodig had bij een verhaal over al dan niet menselijke karaktertrekken van dieren dacht ze gelijk aan de Nederlandse fotograaf die zo’n sterk talent voor post-productie heeft. Olaf kreeg er een week de tijd voor. Hij pakte de kans en maakte een serie van dierenkoppen op menselijke lichamen.

Omdat de tijd kort was en hij zeker wilde zijn dat hij iets goeds kon aanleveren, besloot hij terug te vallen op de basis van wat hij al eerder had gemaakt. ‘Je moet op zo’n moment niet het wiel opnieuw gaan uitvinden’, aldus Olafs advies. Dat werd in dit geval de styling van de serie Mature. Wat niet wegnam dat er in de postproductie nog een hoop werk moest worden gedaan om de dieren wat menselijke trekjes te geven.

Later maakte hij voor het NYT Magazine een prijswinnende serie over het homohuwelijk. De opdracht was ingewikkeld: portretten maken van getrouwde homostellen in Boston, met als beperking dat er geen extra props mochten worden gebruikt, alleen kleding en andere spullen die de mannen in huis hadden, en als extra eis dat het een jaren-50 uitstraling moest hebben (de hoogtijdagen van het klassieke huwelijk, zoals Ryan dat vrijdagavond noemde).

Kathy Ryan probeert in het magazine een zo breed mogelijk beeld te geven van wat er wereldwijd aan talen rondloopt in de fotgrafie: ‘Diversiteit is heel belangrijk.’ Ze houdt de vinger aan de pols door portfolio reviews, exposities en musea te bezoeken en geeft enigszins ginnegappend toe dat ze af en toe ook aan ‘cheating’ doet door snel websites van fotografen te bekijken.

Voor een verhaal over Japanse meisjes dacht Ryan aan Hellen van Meene vanwege haar bijzondere portretten van jonge vrouwen. Van Meene: ‘Ik kreeg honderd procent vrijheid om te maken wat ik wilde. Dan moet ook, anders kan ik niet werken.’ En zo toog ze enkele dagen door Tokyo op zoek naar modellen van de straat. Van Meene liet zich vergezellen door een assistente van haar galerie in de Japanse hoofdstad – om te tolken – en door haar man en hun kind dat tien weken eerder was geboren.

Bij een volgende opdracht in 2010 – portretten maken van jonge actrices die kans maakten op een Oscar – leek de vrijheid beperkt. Daarom zei Hellen van Meene in eerste instantie ‘nee’ op het verzoek om naar Los Angeles te gaan. Eerder al had Ryan aangegeven dat ze nee niet accepteert als antwoord. Ze zette even door en kreeg Van Meene over streep: ‘Kijk eens naar die meisjes. Je zou ze zelf uitgekozen kunnen hebben.’ Van Meene keek en gaf zich gewonnen. Ze trok naar de Amerikaanse westkust, koos een van de vier locaties die het magazine had aangedragen en maakte er een serie portretten in haar stijl.

Dat vroeg wel om consequent doorgevoerde eigenwijsheid: de actrices moesten zich ontdoen van make up, hun agenten moesten zich vooral niet bemoeien met aankleding en styling. Het was een continue strijd. Van Meene in licht geacteerde verbazing: ‘Ik was daar op locatie en kreeg de melding van de agent van een van de actrices door: the talent has arrived. Daar begreep ik niets van – ik was er toch al?’

T/m 30 mei 2012 in Foam: The New York Times Magazine Photographs

The New York Times Magazine

www.erwinolaf.com

www.hellenvanmeene.com