Fotograaf Marco van Duyvendijk mengt zich in de discussie over de gemeentelijke kunstaankopen door het Stedelijk Museum in Amsterdam. Volgens hem is er sprake van een ‘Grote Hans Aarsman Show’. Van Duyvbendijk vervat zijn mening in een brief aan Aarsman.
Beste Hans,
Laat ik voor de verandering de dingen maar eens bij zijn naam noemen. Ik meng me niet graag in discussies over de fotografie. De tijd die ik heb, concentreer ik me liever op mijn fotografie. Dat is mijn basis. Ik hou van mijn vak, ik hou ervan hoe ik al fotograferend meer oog heb voor alles om me heen, hoe fotografie me leert over het leven. Ik hou van het geluid dat mijn camera maakt als ik een foto maak. Ik hoop dat ik uiteindelijk aan het eind van mijn carrière een mooi stapeltje foto’s heb. Ik heb nu een paar foto’s waar ik trots op ben, waarover ik verbaasd ben dat ik ze gemaakt heb. De tijd zal leren of dat echt zo is.
Het hele circus rond de aankoopronde voor het Stedelijk zou ik amusant kunnen noemen. Waarom zou ik me druk maken om iets waar ik niet aan mee heb gedaan? Hoe kan het dan toch dat het me een nare smaak geeft? Leuk hoor voor je, al die opschudding, ik weet dat je het fijn vindt, maar geeft je selectie nou echt een goede weerslag van wat er op het moment gebeurt in de Nederlandse fotografie? Zal het Stedelijk op de lange termijn nou echt gebaat zijn met dit statement? Het hele circus voelt als de Grote Hans Aarsman Show. Ik proef vooral een heel groot ego, een juryvoorzitter die zichzelf erg belangrijk vindt, maar wat blijft er over als de stof is neergedwarreld? Het maakt de situatie niet amusant maar pijnlijk.
Je gaat er prat op dat je fotografen graag wilt wakker schudden, dus ik zal het op deze plek maar eens publiekelijk bekennen. Elke keer als je iets roept, dan veer ik overeind en luister ik zeer aandachtig… om vervolgens precies het tegenovergestelde te doen.
Vind je dat fotografen niet drieduizend kilometer in een vliegtuig hoeven te zitten? Dan vlieg ik gewoon zesduizend kilometer. Is je visie op het Echte Leven dat je oog hebt voor de afwas en het vuilnis in je omgeving en dat fotografische schoonheid uit den boze is, dan droog ik mijn afwas af, zet het vuilnis buiten en ga ik op zoek naar het meest kleurige en exotische dat ik maar kan verzinnen op deze aardkloot en probeer daar een zo mooi mogelijke foto van te maken. Volgens jou kan dat het Echte Leven niet zijn, maar ik begrijp niet hoe dat minder het Echte Leven is dan de vuilnis of mijn afwas.
Wat dat betreft moet ik bij jou ook vaak denken aan een ontmoeting die ik ooit met Theo Audenaerd had, iemand die vindt dat je pas een echte fotograaf bent als je een serie in een Vinexwijk maakt. Ik ben er na dat gesprek eens gaan kijken en zie het nog steeds als een van de dieptepunten in mijn leven. Waarom moet ik me als mens in hemelsnaam betrokken voelen bij Vinexwijken? In mijn vrije tijd lees ik Japanse literatuur of kijk ik Koreaanse films. De biografie over Slauerhoff vond ik afgelopen jaar een van de fascinerendste boeken die ik heb gelezen. Staan zulke invloeden dan niet dichter bij mijn Echte Leven dan die Vinexwijken?
Maar goed, eendachtig met wat je me geleerd hebt de afgelopen jaren, ben ik vorige week teruggekomen uit Zuid-Korea, waar ik prachtig materiaal heb geschoten, en volgende week vertrek ik naar Japan waar ik me weer in alle rust verder kan ontwikkelen. Het zijn voor een fotograaf uiteindelijk toch de foto’s die tellen, niet de statements.
Met vriendelijke groet,
Marco van Duyvendijk
—-
De hele discussie: Zonder direct artistiek doel