Het dagblad De Gelderlander gaat experimenteren met het laten maken van foto’s door niet-beroepsfotografen. Schrijvende redacteuren van de stadsredactie Nijmegen gaan zelf fotograferen, en een handvol andere redacteuren gaat fotograferen na een basiscursus persfotografie.
Waarnemend hoofdredacteur Louis van de Geijn heeft dat afgelopen maandag laten weten in een brief aan fotografen die met regelmaat voor de krant werken. Hij spreekt van een ‘grensverkennend experiment’ dat ‘NIET’ is ingegeven door een bezuinigingsdoelstelling. ‘Je hebt natuurlijk wel meegekregen dat onze budgetten krapper en krapper worden, maar tot nu toe komen we er ook met de fotografie nog uit,’ aldus Van der Geijn.
Het vervolg van de brief:
‘Omdat we initiatieven zien bij andere kranten, en omdat de algemene teneur is dat journalisten zich multidisciplinair dienen te ontwikkelen, vonden we het nodig om na te gaan hoe we het terrein kunnen verkennen zonder onmiddellijk onze ambities t.a.v. de beeldkwaliteit te grabbel te gooien. De aanname is bovendien dat er zich in ons uitgestrekte gebied regelmatig situaties voordoen waarbij wel een verslaggever ter plekke is maar waar het niet meer lukt tijdig een fotograaf te krijgen.’
‘Wat we gaan doen:
– op de stadsredactie Nijmegen wordt gedurende vier weken een proef gedaan waarbij alle redacteuren (met eigen apparatuur) foto’s maken van zulke snel passerende fotomomenten. In alle gevallen geldt: probeer eerst een fotograaf te bestellen. Dit ‘doe-het-zelven’ mag geen excuus worden voor slechte planning. Foto’s die volgens de regels van het spel zijn gemaakt en zich kwalificeren voor publicatie worden via de beeldredactie technisch beoordeeld en verwerkt. Na vier weken gaan we (hoofdredactie, chef beeld, chef stad) de ervaringen overzien en conclusies trekken.
– In het eerste kwartaal 2006 gaan we een handvol schrijvende redacteuren selecteren die een basiscursus persfotografie krijgen en die vervolgens met een camera worden uitgerust om – eveneens binnen zekere spelregels – als fojo in actie te komen.’
‘Daarnaast krijgt de stadsredactie ruimte om een rubriek te beginnen met ‘ingezonden foto’s’. Beeldbijdragen van lezers dus, die op hun eigen merites worden beoordeeld en die zich kwalitatief niet behoeven te meten aan de normale journalistieke beeldproductie. Dat zal in de presentatie van die rubriek ook helder moeten zijn.’
‘Ik kan me goed voorstellen dat deze experimenten beroepsfotografen onrustig maken. Ik hoop dat de kaders die we er omheen trekken, duidelijk maken dat we geen afbreuk willen doen aan het beeldbeleid van de krant en aan de rol daarin van vaste en freelance fotografen. In het gunstigste geval ontdekken we dat er een aanvullend foto-aanbod ontstaat waarmee we de lezer een betere krant kunnen bezorgen. En daar gaat het ons allemaal om.’
• Reageren? Mail PhotoQ
• Lees ook: ‘Fotojournalist is kop van jut’
REACTIES:
Niks nieuws onder de zon met fotograferende journalisten. Toen ik in de
jaren zestig stadsverslaggever was bij Het Binnenhof (Den Haag) kregen wij ook een camera mee. Huisfotograaf Simon Smit was daar niet enthousiast over, en zijn commentaren op onze foto’s waren dan ook niet mals. Vrijwel altijd had hij gelijk. Een cursus fotograferen bij De Gelderlander is dan ook geen luxe.
Eemnes, Jean-Marie Steenhoff
———–
redacteuren gaan op basiscursus fotografie? inderdaad daar blijft het dan ook bij. fotografie is een leerproces van vele jaren je hebt het of je hebt het niet. ik werk voor diverse reg. kranten waaronder stadsblad s-hertogenbosch. zelf zit ik tussen amateurs en prof. het maken van amateurfoto s is niet alleen slecht voor de krant maar ook voor de vele bedrijven die adverteren. bedrijven die ik dagelijks bezoek waarderen dat ik tijd en de nodige interesse toon in hun bedrijf en dat ook kan vastleggen. zij hebben ervaring met grote reclamebureaus en weten hoe een goede foto er uit moet zien. als louis van de geijn denkt het niet zo nauw te nemen dat moet hij eerst maar even kijken naar zijn eigen management voor hij gaat bezuinigen op fotografie. mijn advies is: ga deze zomer eens naar het fotofestival in ARLES. de vele euro s voor de cursus basisfotografie kan hij dan in zijn zak houden. maxdewinter@home.nl
———-
schoenmaker blijf bij je leest !!!!!!!
groet marc venrooij
———-
Waarom gaan persfotografen niet aanbieden om stukjes te schrijven? Zo kunnen zij zich ook ‘multidisciplinair’ ontwikkelen.
Schoenmaker, blijf bij je leest.
jordi@jordihuisman.nl
———–
Als voormalig persfotograaf van Weekmedia (o.a. Amsterdams Stadsblad en de regionale bladen) maak ik mij ernstig zorgen over deze situatie. Ook bij genoemde krant zijn de fotografen terzijde geschoven nadat de krant eerst failliet verklaard werd en vervolgens diezelfde week nog een doorstart volgde!! Er wordt thans gewerkt met een familielid van de voormalige directeur en er worden ingezonden foto’s geplaatst van een zeer slecht niveau. Ook de redacteuren gaan soms op pad met blocnote en camera. Dit alles tot gevolg hebbend dat deze krant nauwelijks meer gelezen wordt en dat de tot voorheen kwalitatief goede krant verworden is tot een goedkoop advertentieblaadje. Ik vrees dat het met de Gelderlander op den duur dezelfde kant zal opgaan als de directie dit door gaat zetten.
foto.jaapmaars@planet.nl
————
LAAT ZE LEKKER!
In deze tijd van digitale cameraatjes, telefoons met een zeer goede fotokwaliteit en andere snelle en makkelijk hanteerbare technieken en apparaten is het niet te voorkomen dat er foto’s van ‘amateurs’ in de kranten verschijnen. Een toevallige voorbijganger zal altijd sneller zijn dan een fotojournalist (al dan niet met politiescanner) en een geoefend amateur, met een neus voor nieuws, zal eerder ter plekke zijn dan een fotojournalist aangestuurd door een medium. En dan heb ik het nog niet eens over de journalist die zelf zijn camera meeneemt op reportage om de kosten (of moeite) van een vergezellende fotograaf te sparen. Want daar begon het natuurlijk eerst mee. Deze trend is misschien wel ouder dan de foto’s van de amateur met zijn mobiel of digitaaltje.
Over beide gevallen, amateur of schrijvend journalist, kan ik inmiddels vrij kort zijn: laat het maar gebeuren. Deze tendens is toch niet te stoppen. Zeker niet in combinatie met bezuinigingen en een consument die het nieuws sneller tot zich neemt en wil nemen.
Wat zou je er aan willen doen? Een verbod van publicatie van een foto van een amateur, die met een geweldig unieke foto van een moordpartij komt? Een goed bruikbare foto van een nieuwsfeit achterwege laten, en daarvoor in de plaats een minder bijzondere foto plaatsen van de fotojournalist die vijf minuten te laat kwam?!
Kijk en daar ligt voor de serieuze fotografen op dit moment de toekomst. Zorg gewoon dat je een betere foto maakt, ook al is die misschien niet de meest nieuwswaardige. Laat je niet uit het (beroeps)veld slaan. Steeds vaker zie je dat kranten en ook tijdschriften goedkopere en vaak ook slechtere foto’s plaatsen om de kosten te drukken. Of ze maken alleen nog maar misbruik van een slecht betaalde stagiair(e). Tegelijkertijd zie je een terugloop van de verkoop van diezelfde bladen en kranten. In de beroepswereld en bij de fotoliefhebbers is een schreeuwende behoefte aan bladen die aandacht aan fotografie besteden. Er is behoefte aan bladen die weer het lef hebben om voor kwaliteit te gaan en niet voor goedkope bladvulling. De lezer is niet achterlijk en wil niet zomaar een ‘plaatje bij een praatje’. Laat alles maar lekker doorgaan en er komt vanzelf weer een nieuwe stroming bladenmakers die het nut van fotografie wel inzien.
En die amateurfoto’s mogen van mij zeker geplaatst blijven worden. Het blijven toch interessante nieuwsfeiten. Wel is het goed om ook daarin een kwaliteitsstandaard voor aan te houden. Alhoewel wat mij betreft een wazige foto van een mobieltje ook heel spannend kan zijn!
En die journalist die zo graag zelf een foto bij zijn artikel maakt? Laat hem of haar lekker, ik heb dit stuk toch ook geschreven. Toevallig vind ik schrijven ook leuk. En als ik zo nodig een stukkie tekst bij mijn foto wil maken, dan doe ik dat ook!
info@martijnvandegriendt.nl
———–
Misschien geraken we nu ook eindelijk af van die eeuwige GP-er die alleen een plaatje bij z’n praatje wil. Die het liefst achter je gaat staan en vertelt wie je hoe precies op de foto moet zetten. Kan die lekker zelf doen!
foto@hermanengbers.nl
————
Je kunt het natuurlijk ook omdraaien, geef fotografen een pen mee. Dat is nog goedkoper ook. Je ziet het al steeds vaker (ik doe het zelf ook af en toe) dat fotografen complete artikelen aanleveren, tekst en beeld. “The times they are changing”, zong Dylan veertig jaar geleden al, een song die actueel blijft. Veranderingen, of ze nu ten goede zijn of niet (zoals waarschijnlijk in dit geval), hou je toch niet tegen, zeker niet als ze ook bezuiniging betekenen en het is maar de vraag of je dat zou moeten willen. In plaats van je energie aan te wenden om de veranderingen tegen te houden kun je die natuurlijk ook besteden aan het trachten er op in te spelen. Cursusje journalistiek bijvoorbeeld…
Coos Dam Fotografie & Tekst
———–
Een beetje stom van de schrijvende stadsredactie om mee te doen aan deze proef. De kracht van de dag- en regiobladen is juist hun spraakmakende en artistieke foto’s. Een foto moet aan het denken zetten, een reactie oproepen. Lokale sufferdjes met daarin foto’s van ‘stukjesschrijvers’, zijn er al genoeg. Door een beroepsfotograaf de opdracht te geven een belangrijk item te coveren, houdt de journalist tijd over voor een interessant interview. Je vangt dan twee vliegen in één klap. Je kunt jezelf namelijk niet in tweeën splitsen, of dag en nacht aan het werk zijn.
J. Schreuder
————
Als voormalig eindredacteur en plaatsvervangend redactiechef van Weekmedia BV (o.m. Amsterdams Stadsblad) schaar ik mij achter de waarschuwing van persfotograaf Jaap Maars, hoewel de praktijk van incidenteel fotograferende verslaggevers in de lokale journalistiek op zich geen nieuw fenomeen is. Zelf heb ik diverse foto’s, zelfs complete fotoreportages, op mijn naam staan. Al zeg ik het zelf, niet onverdienstelijk. Ik was als amateurfotograaf gewend met goede eigen apparatuur en een zekere ambitie op fotografiegebied op pad te gaan.
Dat geldt zeker niet voor de meeste schrijvende journalisten, die al blij zijn als ze de horizon recht houden en de camera enigszins vast.
Ik heb er begrip voor wanneer verslaggevers zo nu en dan zelf de camera ter hand nemen. Dat moet zich dan wel beperken tot die momenten waarop het niet anders kan. Het mag geen gebruik worden. Redacteuren moeten niet vergeten dat de volgende stap voor de hand ligt: veredelde redactieassistenten die persberichten copy-pasten, zodat straks ook de dure schrijvende journalist zelf overbodig wordt. Zoals nieuws maken een vak is, is ook persfotografie een vak. Net zo min als de tekstverwerker de journalist vervangt, kan de digitale camera of het fotograferend gsm-toestel de beroepsfotograaf vervangen.
Het is mijn overtuiging dat de krantenlezer van vandaag nog meer dan vroeger op kwaliteit staat. Uitgevers menen echter dat ze juist op kwaliteit moeten bezuinigen. In de vechtmarkt die het krantenwereldje is geworden, maken steeds meer marktkooplui de dienst uit. In plaats van redacties en fotografen weg te saneren zou er eens kritisch gekeken moeten worden naar geld verspillende, ambitieloze, soms ronduit malafide directies. Maar op alle dure conferenties over de toekomst van de journalistiek blijft het gilde van zichzelf verrijkende wanbestuurders en mismanagers buiten schot. Belangenorganisaties als de NVJ zitten liever met directies aan tafel – vaak zonder door te hebben dat ze zijn uitgenodigd om een sterfhuisconstructie te begeleiden – dan ze aan te pakken. Journalisten en fotografen zelf ten slotte, lijken zich willoos naar de slachtbank te laten afvoeren. Als er weer eens krant verdwijnt, hoor ik collega’s smalen: ‘Het is de concurrent maar’.
Totdat het ze zelf treft, dan is het veelal te laat. Adieu persfotografie, adieu journalistiek.
Joop Lahaise
————–