De hele Noorderlicht-recensie van Merel Bem

Vanochtend lazen we in de Volkskrant een kritische bespreking van Merel Bem over het net geopende Noorderlicht in Leeuwarden, en vanmiddag viel ons oog op een hartekreet van de recensente op Facebook. Ze baalde dat niet de hele recensie was geplaatst. Zo kan dat wel eens gaan bij een krant, waar de ruimte altijd beperkt is. Veel meer plek is er op websites. Daarom vroegen we Bem om de hele recensie. En die staat hieronder integraal afgedrukt:

‘Dan zijn we nu bij het platteland aangekomen. Het bestaat inmiddels niet meer, en dat is maar goed ook. Aan uw rechterhand het rurale Polen anno 2010, destijds vastgelegd door fotograaf Tomasz Tomaszewski: ruïnes, armoede, openbare dronkenschap. Dit is de erfenis van de Communistische collectieve boerderijen. Daarnaast een fotoserie uit Nicaragua, door Benoit Aquin, over de gevolgen van het gebruik van pesticiden op bananenplantages. Dit kind is volledig misvormd ter wereld gekomen. Wat zegt u? U moet even naar buiten? Ik kan het me voorstellen. Vergeet uw mondkapje niet.’

Stel dat men over, zeg, vijftig jaar terugkijkt op de tentoonstelling Land die het afgelopen weekend in het Fries Museum Leeuwarden werd geopend – zou het dan zo gaan? Zou het platteland dan opgedoekt zijn en de hele wereldbevolking in stedelijk gebied leven, met muren van smog om zich heen? Het internationale fotofestival Noorderlicht dook dit jaar in een al regelmatig bediscussieerd onderwerp: de leegloop van het platteland in het stedelijke tijdperk, en kijkt door de ogen van dertig fotografen naar alles wat daarmee gepaard gaat.

En dat zijn dan vooral problemen, begrijpt de kijker, wanneer hij in de ondergrondse corridor van het Fries Museum de eerste zes fotoseries tegenkomt. Daar hangen niet alleen de zwart-wit series van Tomaszewski en Aquin, maar ook die van Alexandra Demenkova over de dronken boerenbevolking van Rusland, en die van Judith Quax die de weduwen van Senegalese mannen heeft gefotografeerd die niet terugkeerden van hun reis naar Fort Europa.

Land, Country Life in the Urban Age is vergeleken met de expositie van vorig jaar even omschakelen. De tentoonstellingen in Leeuwarden zijn altijd anders dan die in de thuisbasis van Noorderlicht, Groningen. Daar is doorgaans meer ruimte op veel verschillende locaties, waardoor het fotofestival ook echt als een festival voelt. Naast de hoofdtentoonstelling in het Fries Museum is er dit jaar nog een grote expositie in de Blokhuispoort, Warzone (nu in een andere vorm dan een paar maanden geleden in de Amsterdamse Nieuwe Kerk), maar dan heb je de belangrijkste plekken in Leeuwarden wel gehad.

Bovendien is men weer afgestapt van het vorig jaar in Groningen goed ontvangen concept van meerdere tentoonstellingsmakers die rondom hetzelfde onderwerp fotoseries toonden. In het Fries Museum werd de hoofdtentoonstelling als vanouds ingericht door Wim Melis plus het Noorderlichtteam. In afgeslankte vorm, want het museum stelde minder zalen ter beschikking dan anders.
Dat Noorderlicht nu dus met dertig fotografen het verhaal van de plattelandsontwikkeling over de gehele aardbol moet vertellen, zal voor de organisatie even slikken geweest zijn (te weinig). Voor de kijker is het eerlijk gezegd wel eens prettig dat hij niet wordt opgeslokt door het dubbele aantal verhalen, dat ongetwijfeld naar volledigheid neigt, maar ook (te) overweldigend kan zijn. Daarnaast: toont zich niet in de beperking de ware meester?

Zoals gezegd levert Land, zoals het een goede Noorderlichttentoonstelling betaamt, veel schrijnende fotoseries op. Van de grootschalige ontbossing in Papoea-Nieuw-Guinea, vanuit de lucht genadeloos vastgelegd door Katharina Hesse, tot de giftige dampen die vrijkomen bij het produceren van Gap-spijkerbroeken in Lesotho, waarbij het lijkt of fotograaf Robin Hammond zijn foto’s extra jeansblauw heeft afgedrukt – ja, het is goed mis met het platteland en zijn vaak door grote multinationals geëxploiteerde bewoners, en deze fotografen laten dat prachtig zien.

Maar Noorderlicht doet (best onverwachts trouwens) haar best om hoopvol te zijn, zowel in de inleidende catalogustekst als in de expositie zelf, waarin ook series zijn opgenomen die niet zo droef makend zijn als de meeste andere. Toch zijn de makers van die eerste beelden niet echt overtuigend. Eerder dan de andere documentairemakers grijpen zij naar visuele clichés.

Een van de foto’s van Jackie Nickerson bijvoorbeeld, dit jaar nadrukkelijk als persbeeld gekozen, toont een zwarte vrouw die in bloemenjurk in een tarweveld staat. Ze is van onderen af gefotografeerd zodat ze enigszins hautain de camera in kijkt. Nickerson wilde de Afrikaanse boerenbevolking trots en niet als slachtoffers in beeld brengen. Hoe edelmoedig dat ook is, Nickerson gaat daarbij te ver, waardoor haar foto’s te geposeerd, te ‘onecht’ overkomen.

Er zijn ook series (hoewel sporadisch) waarin het plattelandsleven wordt verheerlijkt en waarin fotografen teruggrepen op ouderwets aandoende en esthetische zwart-wit technieken en een zacht ‘pinhole-camera-gevoel’. Alsof ze denken dat we ze anders niet geloven, iets wat ze vervolgens zelf bewerkstelligen.

Al met al is Land in grote lijnen een Noorderlichttentoonstelling zoals we die al jaren kennen: geëngageerd, een tikje belerend in de goede zin van het woord en met fotografie van hoge kwaliteit. Toch werden dit jaar, naast een hoop goede, een paar vreemde keuzes gemaakt. Is de vraag: was dat wel vaker zo, maar viel het niet zo op in de hoeveelheid foto’s – of is het nieuw? Het leek wel of de sprankel een beetje weg was.

Merel Bem
Twitter.com/merelbem

Noorderlicht: Land, Country Life in the Urban Age.
T/m 31 okt in het Fries Museum, Leeuwarden.
Catalogus €35.