In het begin oktober verschenen boek De Lichte Kamer, ondertitel ‘De onverborgen fotografie’ presenteert Johan Swinnen zijn zienswijzen op het fenomeen fotografie. In negen essays bespreekt hij een groot aantal aspecten van het oude nieuwe medium.
De Belgische auteur van dit boek is universiteitsdocent, curator, bestuurslid van enige beeldgerelateerde organisaties en auteur van boeken en artikelen over fotografie, film en video.
Swinnen citeert met instemming de methode van de Amerikaanse wetenschapper Terry Barrett: ‘…één van de beste manieren om een beeld te waarderen kan als volgt worden samengevat: het observeren, erover nadenken en erover praten’.
In zijn inleiding beschrijft hij -met enige ironie- zijn doelgroep: ‘iedereen die ooit een foto bekeek…’; en zijn missie: ‘Daarom is de best geïnformeerde, ook de best beschermde in onze door beeldcultuur gedomineerde samenleving. Indien we de moeite doen om fotografie te begrijpen zijn we daardoor een meer intelligente consument die kan afwegen wat belangrijk is en niet. Ook de waardering voor de fotografen neemt hierdoor toe.’
Verdeeld over de hoofdstukken stelt Swinnen de geschiedenis van verschillende aspecten van de fotografie aan de orde. Hij geeft een overzicht van de elkaar snel opvolgende technische ontwikkelingen in de camera, de donkere kamer en de drukkerij. Er is aandacht voor de opkomst van de fotojournalist, agentschappen en de media waarin de pers- en documentaire fotografie zijn plek kreeg. Daarnaast behandelt Swinnen wat hij noemt ‘een geschiedenis van de evolutie van de blik’.
In De Lichte Kamer komen verder in een groot aantal verschillende theoretici aan de orde. De auteur gaat enthousiast in op hun denkwijzen, geeft zijn interpretatie en verbindt er zo nu en dan een -vaak zeer persoonlijke- stelling aan. Eén quote, van de curator van het New-yorkse Museum of Modern Art Peter Galessi, is in haar beknoptheid en stelligheid te mooi om niet te herciteren: ‘Photography is a Bastard left by Science on the doorstep of Art’.
Er worden in de negen essays allerlei relaties gelegd tussen de fotografiepraktijk en -theorie. De theoretici beschouwen het medium vanuit diverse disciplines: de filosofie, de beeldende kunstkritiek, de film- of literatuurwetenschap. En sommige beschouwers schrijven -vrij, associatief- vanuit hun eigen kunstpraktijk.
Een voorbeeld: Swinnen interpreteert een model van de kunstenaar en theoreticus Andreas Müller-Pohle en komt (binnen het ‘creatieve domein van de enscenering’) tot vier (of zes, h.s.) essentiële bestanddelen van het fotografische proces: de enscenering van respectievelijk het subject, het object, het apparaat, het licht, het eindbeeld zelf en zijn context. Bij elke variant vindt Swinnen een beeld en/of een oeuvre en verklaart zich nader.
Zo gaan elk van de negen essays vergezeld van een reeks foto’s. Alle tachtig beelden in dit boek zijn afkomstig van Belgische fotografen met zeer uiteenlopende werkwijzen en temperamenten.
In de negen teksten zet Swinnen in sneltreinvaart feiten, theorieën, methoden, gedachten, stellingen en interpretaties op een rij. Dat maakt zijn betoog compact en persoonlijk. Het is aan de lezer om zichzelf de tijd te gunnen Swinnens teksten te appreciëren.
De titel van het boek is (uiteraard) een verwijzing naar La Chambre Claire, in het Nederlands vertaald als De Lichtende Kamer van Roland Barthes, de meest geciteerde denker over fotografie.
Willem Elias, die dit boek inleidt, geeft een eigen toelichting. De klassieke, analoge fotografie kwam tot stand in een donkere kamer. Diens producten suggereren de werkelijkheid weer te geven, maar zijn in feite interpretaties.
Volgens Elias is in het digitale tijdperk fotografie volledig fictie geworden. De fotograaf gaat uit fotowinkelen, monteert en/of manipuleert en toont zo het beeld dat hij of zij wil laten zien: los van de werkelijkheid. Haar of zijn visie ligt niet meer verscholen achter een ‘analoge vervalsing’, maar wordt onverborgen, in het volle licht getoond.
Johan Swinnen toont zich in De Lichte Kamereen bevlogen en belezen verteller. Hij pleit hartstochtelijk voor een Belgisch nationaal fotoarchief en stelt dat er behoefte is aan een forum, een regelmatig verschijnende publicatie met teksten over fotografie als een interdisciplinair, veelzijdig fenomeen.
Met dit boek geeft Swinnen een moeilijk te negeren schot voor de boeg.
Han Schoonhoven
De Lichte Kamer. De onverborgen fotografie
Johan Swinnen
met een inleiding van Willem Elias
170 pagina’s
80 foto’s in zwart-wit en kleur
Garant Uitgevers Antwerpen – Apeldoorn
ISBN: 9044118293
Prijs: 29,00 euro