Henrik Barends, Jan Everhard, Roeland Fossen, Paul Römer, Robert Theunissen en vele anderen reageerden op Michel Szulc-Krzyzanowski’s kritiek op het fotofestival in Naarden in het algemeen en de foto’s van Alex ten Napel in het bijzonder.
Lees het oorspronkelijke stuk: Szulc gooit knuppel in hoenderhok Naarden.
En lees hieronder de reacties:
Wat mij opvalt in de discussie over de kritiek van Michel Szulc is dat het over een heleboel zaken gaat behalve over de vraag waar het eigenlijk over zou moeten gaan; namelijk of het nu per se op zo’n festival als ‘Naarden’ om vernieuwing, om prikkeling, om ideeën moet gaan.
Als we het thema van ‘Naarden’ in ons achterhoofd houden en dan kijken waar in het Hollandse fotografenlandschap ‘vernieuwing, prikkeling en ideeën’ te vinden zijn dan komen we bij de reclamefotografie uit. Dit komt enerzijds omdat we erg goede fotografen hebben en anderzijds omdat er veel geld betaald wordt om goede fotografie te produceren. Opdrachtgevers vragen voor hun dure geld kwaliteit en voor kwaliteit in de reclamefotografie heb je nu eenmaal vernieuwende en prikkelende ideeën nodig. In Nederland wordt er – door een groot aantal reclamefotografen – prachtige vernieuwende, prikkelende en ideeënrijke fotografie gemaakt. Van deze fotografie was er in Naarden niet zo veel te zien.
Het staat voor mij als een paal boven water dat als een festival ‘kwaliteit’ heeft – met andere woorden – als er interessante fotografie te zien is en als er interessante thema’s aan de orde zijn, je dan geprikkeld wordt. Veel mensen voelen zich (gelukkig) in ieder geval geprikkeld door de foto’s van Alex ten Napel. Maar over het geheel genomen was het een erg saaie om niet te zeggen slaapverwekkend festival. Voor mij waren de foto’s van Taco Anema de enige echte verrassing. Zijn gezinnen hadden wat mij betreft veel prominenter getoond mogen worden.
De ‘vernieuwing’ is een heel ander verhaal. Over ‘vernieuwing’ bestaat veel verwarring. Niemand – ook de dames en heren kunsthistorici niet – weet wat vernieuwing in de fotografie is. We zouden bijvoorbeeld een interessante discussie kunnen starten over de vraag of de serie ‘Noir’ vernieuwend is, of wat het vernieuwende is van bijvoorbeeld de nudistenserie van Carmen Freudenthal en Elly Verhagen. Heerlijke discussies voor bij de centrale verwarming onder het genot van drank en lekkere hapjes. Laten we alsjeblieft wel wezen. 99,98 % van de professioneel geproduceerde fotografie is in opdracht gemaakt. Tenslotte moet er geld verdiend worden …. en meestal houden opdrachtgevers niet zo van ongedefinieerde vernieuwing en postmoderne experimenten. Voor het gros van de opdrachtgevers moet een foto een voor het doel geëigend verhaal vertellen, dan is de opdrachtgever tevreden. Voor mij is daarom ‘vernieuwing’ geen doel op zich voor een festival als ‘Naarden’ . Voor dit soort fotografie (is het wel een soort fotografie?) bestaan er genoeg podia waar Michel Szulc zijn hart kan ophalen.
Ideeën waren er genoeg te zien in Naarden. Tenslotte begint elke foto met een idee. Maar de kwaliteit onbrak te veel en te vaak. Ik heb het gevoel dat de samenstellers en curatoren wanhopig op zoek zijn geweest naar beelden die Made in Holland moesten representeren maar ook nog recht moesten doen aan ontwikkelingen binnen de Nederlandse fotografie van de afgelopen decennia. Meestal is zo’n combinatie te ingewikkeld om voor zoveel tentoonstellingen een soort gemeenschappelijke ‘beeld-noemer’ te vinden. Ik denk dat het gekozen thema veel te breed is en dat de curatoren voor het volgende festival een duidelijker speerpunt moeten kiezen.
Michel Szulc heeft wat mij betreft gelijk met zijn opmerkingen over de kwaliteit van dit festival maar hij heeft absoluut ongelijk in zijn kritiek op Alex ten Napel. Alex heeft de context van het festival niet bedacht …. hij is een van de fotografen die gevraagd is om een serie te exposeren. De kritiek van Michel op de foto’s van Alex is ongenuanceerd en ook niet zo professioneel.
Jan Everhard.
Hoewel ik niet echt een grote Stones fan ben, wel van hun begintijd, vind ik toch dat Sculz- Kryzanowski hen tekort doet. Ze hebben meer dan fun gebracht, de grief and sadness is zeker op hun eerste platen voelbaar.Dat daar nu na al die jaren niet veel meer van over is gebleven klopt wel, maar wie blijft zijn leven lang interessant? Je moet je ergens door laten inspireren. Bovendien hebben zij de authentieke blues voor het voetlicht geholpen. De blues, zowel de blanke als de zwarte, was mijn eerste liefde op het gebied van de muziek.
Zo kort door de bocht gaat MSK ook door zijn veroordeling van de fotografie van Alex ten Napel. Slechts op basis van een foto uit de krant. Je zou meer nuance verwachten van een door de wol geverfde fotograaf. Misschien bedoelt hij te zeggen dat portretfotografie wordt overgewaardeerd , dat verzamelaars, galeries en musea liever een mooi groot portet aan de muur zien hangen dan een documentair beeld van aangespoelde Afrikanen op de kust van Spanje.
Dat lijkt me een interessanter onderwerp.
Naast August Sander, wiens werk natuurlijk invloedrijk is geweest waren misschien Richard Avedon,of Diane Arbus wel belangrijker voor Rineke Dijkstra. Destijds had zij met haar strandportretten een tentoonstelling in Naarden, tegelijk met Dana Lixemberg, wat denk je van haar werk, ook allemaal naäperij? En Koos Breukel doet Irving Penn na en Céline van Balen doet Rineke… enzovoort. Als je nu gewoon zegt ach die portretfotografie, dat lijkt toch allemaal op elkaar, geef mij maar een onderwerp om uit te diepen, dan begrijp ik waar je het over hebt, maar zeg dat dan.
Iedereen heeft zijn inspirators, de Stones hadden de blues, Hans Aarsman zijn Winogrand en daarna nog tien anderen, Martijn van de Griendt mag zijn borst wel nat maken nu met zijn Hassan en Hoessein boek, want die heeft dat natuurlijk ook afgekeken.
De ontwerpenaar Barends is hopelijk in zijn ontwerpen zorgvuldiger dan in zijn taalgebruik en spelling en kennis van zaken. Het boek Redheads is wel het minst interessante dat Meyerowitz heeft gemaakt. En als de revolutie moet worden verwacht van de edelkitsch van Hardeman of de duiven-en hondenfoto’s van Fleming dan is het bar gesteld met de revolutie, maar dat wisten we al. Vermoedelijk somt hij hier zijn eigen vriendenclubje op. Begrijp me goed, ik gun ieder zijn plekje binnen de Naardense vestingwallen, maar ik kies dan toch liever voor het werk van Alex ten Napel dat verfrissend is en oprecht.
"Moet het op zo’n festival niet ook gaan om vernieuwing, om prikkeling, om ideeën", vraagt Paul Römer zich af. Ja ook, maar dat hoeft dan toch niet meteen aan de vestingmuren te hangen. Dit festival afficheert zich niet als vernieuwend en heeft niet die pretentie. Het laat ook dingen zien die misschien alleen maar hier te zien zijn, misschien wel omdat dat werk voor andere curatoren dan weer te journalistiek is. Die huilfoto’s van Govert de Roos, heeft Paul Blanca dat niet eens veel eerder en beter gedaan? Hij moet zijn playmates zo eens in de Playboy laten huilen, dat zou nog eens avantgarde zijn en roem voor de eeuwigheid. Fake on fake.
Roeland Fossen
Michel heeft natuurlijk gelijk. Hoewel ik altijd geniet van het FFN vanwege de aangename sfeer, het weerzien met bekenden en het kletsen over fotografie, valt de keuze van de curatoren mij niet altijd mee. Dit jaar is geen uitzondering. Ik ben teleurgesteld in de editie van 2005 — niet alleen in de vrij onsamenhangende presentatie in de Grote Kerk, maar ook in de keuze van de organisatie. Alex ten Napels portretten zijn made in holland, inderdaad, maar is dat voldoende om zijn fotografie larger than life af te beelden? (Een vraag die zich helaas bij veel andere exposities in Naarden aandiende.) Moet het op zo’n festival niet ook gaan om vernieuwing, om prikkeling, om ideeën? In wiens fotografie op het FFN deze elementen wel tot uiting komen, is Erik Hijweege. Zijn serie ‘Noir’ getuigt van originaliteit en ambitie, van een ongewone manier van kijken. Het lijkt erop dat veel fotografen, onder wie ook Ten Napel, die inspiratie en dat enthousiasme kwijt zijn. Noem het een photographer’s block, dat veel Nederlandse fotografen parten lijkt te spelen. Sommigen kiezen er dan voor om in hun werk bestaande ideeën te gebruiken, en doen daar vervolgens heel gewichtig over. Dat duidt op gemakzucht en creatieve armoe. Bezoekers van dit festival verdienen meer.
Paul Römer, National Geographic
Gaat het er in de kunst louter om oorspronkelijk te zijn of gaat het erom dat de toeschouwer geraakt wordt?
Heel veel avant-garde fotografie is nietszeggend, terwijl niet helemaal origineel werk juist bijzonder kan boeien.
In de liefde wordt toch ook heel vaak Ik hou van je gezegd en dat blijft je altijd raken…
Aloys Ginjaar
In Holland staat een huis.
Naarden is geen festival voor fotografie, Naarden is een feestje voor
curatoren. (en voor Jan de Bouvrie uiteraard)
Beschouw de lijst met organisatoren en curatoren en je beseft waarom er
van vernieuwing geen sprake kan zijn.
De journalistiek is oververtegenwoordigd.
Althans, de fotojournalistiek.
Wat kritische beschouwingen betreft heeft alleen de NRC een treffende
recensie gebubliceerd.
De overige kranten vinden alles mooi en prachtig.
Ik verwachtte eigenlijk niets anders.
In Holland staat een huis, waarvan we deur graag dicht houden.
Helaas helaas,
is Ed van der Elsken niet meer onder ons.
Met vriendelijke groet
Rogier Maaskant
Leuk, een discussie over wat nu eigenlijk oorspronkelijke kunst is…
Michel Szulc verwijt Alex ten Napel gemakzucht als hij het heeft over de
serie ‘De Badgasten’ die in Naarden tentoongesteld is. Alex ten Napel
is een "Sander-epigoon" (August Sander) en Dijkstra-naaper.
Overeenkomsten zijn er zeker (beiden richten zich op het maken van
portretten) maar de verwijzing naar het feit dat beiden mensen in badpak
als onderwerp hebben is natuurlijk wel wat flauw gezien de totaal
verschillende invalshoek, hier kom ik nog op terug. Ik ben bang dat
Michel Szulc niet zo houdt van deze stijl van fotograferen en dat dat
een belangrijke reden is van zijn kritiek. Zonder ten Napel of Dijkstra
met deze impressionisten te willen vergelijken kan ik me voorstellen dat
Michel Szulc eind 19e eeuw Renoir een gebrek aan oorspronkelijkheid zou
hebben verweten omdat Manet binnen de schilderkunst dezelfde stijl
hanteert.
Los daarvan is het ook erg eenvoudig om uit het werk van ten Napel en
Dijkstra één serie te selecteren (Strandportretten en Badgasten) en
gezien de overeenkomsten de termen epigoon en naaper te gebruiken. De
nadruk bij "De Badgasten" ligt echter op het feit wat zwemmen, boven
water komen, met je doet. Je komt boven uit een andere wereld, sporen
van deze uitstap zijn nog vaak te zien in de gezichten van deze
badgasten. Dat je hierbij nou eenmaal een badpak draagt…
Wat ik hiermee wil aangeven is dat het erg moeilijk is om waardering op
te brengen voor iets wat je gewoon lelijk vindt, en ik denk dat het
daarom gaat: Michel vindt de foto’s van Alex niet mooi.
Alex Bruschke – Hillegom
Het gaat volgens mij om twee zaken die ik graag los van elkaar zou willen zien. Ten eerste Michel meent dat het ‘onbegrijpelijk is dat de curatoren van het Festival van Naarden nog met dit soort van fotografie durven te komen’. Ten tweede stelt hij: ‘Ten Napel biedt oude wijn in nieuwe zakken aan’ en dat ‘is zijn vrijheid en artistieke verantwoordelijkheid’?.
Voor wat betreft zijn eerste stelling denk ik dat dit artikel wellicht genoeg stof zal doen opwaaien en een discussie kan uitlokken onder de curatoren van het Naarden Festival en fotografen. Alles in het kader: als er maar gepraat wordt en daarnaast, niet geheel onbelangrijk, mooie en vernieuwende foto’s gemaakt en gepresenteerd worden.
En dan de foto’s van Alex ten Napel. Die ‘oude wijn in nieuwe zakken’? zijn schitterend mooi. Integer, prachtig van compositie, uitgedacht, ontwapenend, met een uitgebalanceerde verlichting en een oorspronkelijke context erachter. Kwestie van smaak dus, en ik vind ze geweldig mooi. Doe mij nog maar zo’n wijntje ..
Corine Zijerveld – Hillegom NL
Beste Michel,
Met plezier en instemming je reaktie gelezen:
Maar er zijn natuurlijk meer fotografen te zien dan ATN in Naarden:
maar hij is inderdaad het uithangbord voor het festival…
Ik erger me ook al jaren aan het epigonen gebeuren (en ik ben niet
de enige) en aan de gemakzucht van een peloton mindere goden, onder het
motto: LEUK, GAAN WE OOK DOEN!. Het feit dat Dijkstra al een epigoon is
van Sander, en niet te vergeten van Joel Meyerowitsch (zie het boek en de
gelijknamige serie Redheads), doet blijkbaar niet ter zake.
Zodra het gaat om originaliteit, fantasie en verbeelding, subjectiviteit
en vernieuwing haakt men in de museumwereld af, omdat ze geen notie
hebben wat ze er mee aan moeten en omdat het gewoonweg ontbreekt
aan LEF! Fotografen als bijvoorbeeld Wim Hardeman, Ruud van Empel,
Martijn Doolaard, Oscar Voch, Paul Overdijk, Paul Fleming, Winfred Evers
en Winnifred Limburg worden al jaren lang ten onrechte door de
‘gevestigde orde’ volkomen genegeerd. Het wordt tijd voor een nieuw
Baudelaire-tijdperk: LEVE HET SUBJECTIVISME!
Met groeten uit een zonnig Ontwerpen,
Henrik Barends
August Sander fotografeerde mensen in hun eigen omgeving en liet ze
rechtop staan terwijl ze in de camera kijken. Rineke Dijkstra haalde
ze uit hun eigen omgeving en plaatste ze in badkleding op het strand
terwijl ze vermeed ongedwongen lichaamshoudingen of ontspannen
gelaatsuitdrukkingen vast te leggen.
Alex ten Napel haalt zijn modellen uit hun eigen omgeving en laat
zien hoe mensen met uiteenlopende achtergrond zich thuisvoelen in de
Nederlandse zwembadcultuur. Hij kwam op het idee voor de serie toen
hij zijn zoon een metamorfose zag doormaken in het zwembad van een
pretpark.
De attitude en bedoeling van de fotograaf staan diametraal op die van
mensen als Sander en Dijkstra en de foto’s hebben dan ook een
volkomen ander karakter. Ze vormen hooguit een knipoog naar de van
pretentie overlopende ernst van de twee anderen.
Robert Theunissen, Focus
Beste,
Sander en Becher epigonen dat is juist.
Wat te denken van Thomas Ruff, Struth, Boris Becker, Candida Hofer enz.
Alsof Stephen Shore nooit geleefd heeft.
Het leukste was een tijd geleden dat heeft Michel niet in de Volkskrant
gelezen blijkbaar. Maar daar was sprake van een recensie over Rineke
Dijkstra (LA Dijkstra, volges de recensent)( tent. In Parijs) van dat SANDER
EN BECHER PRE-EPIGONEN zijn van Dijkstra.
Michel je leest het goed……………
PRE-epgonen.
Het surrealisme is nu eindelijk ook in Nederland doorgedrongen daar hoef je
niet meer voor naar Cadaques.
Of is het toch gewoon Nederlands Epileptisch Realisme.
Ik heb trouwens nog 4 echte Dijkstras in de aanbieding. Maar een paar jaar
oud, dus geen vroeg werk of zo.
Weg met die bagger, wie bied.
Herman van den Boom
Heks (B)
hoewel ik de fotoos van Alex ten Napel, niet heb gezien en dus niet
weet in hoeverre de kritiek van Michel terecht is. Is de algemene
strekking van zijn artikel duidelijk en wellicht deels terecht. Op zich
zowieso goed om ervoor uit te kijken…..zeker ook als curator van een
fotofestival. Nu lijkt het me ook een beetje van de gekke fotografie te
selecteren puur omdat die vernieuwend is. Ook als fotografie is
nageaapd kan het gewoon verdomd goed zijn en het tonen meer dan
waard……Ach ja al die discussies…..de opmerkingen van Merlijn
Doomerik over de Contax G2 en zijn/haar gebruikers vond ik overigens
wel heel aardig…..
Rob Verhagen