De toekomst van het fotomuseum – 2

Spannend vanochtend. Met acht man en vrouw sterk hebben we de enorme collage van George Blakely uit zijn verpakking gehaald en opgehangen. Moeilijk, niet omdat het werk zwaar is maar omdat het zo fragiel is. Het is een echte blikvanger en hij hangt midden in de zaal van gastcurator Alison Nordström, senior curator of Photographs and Director of Exhibitions van George Eastman House in Rochester, USA. Het George Eastman House is het oudste museum voor fotografie, gevestigd in het woonhuis van de oprichter van Kodak.
‘The Blakely Piece’ zoals wij het zijn gaan noemen, is een van de favoriete werken van Nordström omdat het op een heel concrete manier gaat over de geschiedenis van de fotografie. In de jaren tachtig toen de fotografie erg aan het veranderen was, nam Blakely Beaumont Newhall’s bijbel van de fotografie The History of Photography en knipte er alle afbeeldingen uit. Hij maakte er een collage van en het is nu niet langer een geordend en verantwoord betoog over de geschiedenis van de fotografie, maar een sardonisch commentaar erop.

Afgelopen vrijdag arriveerden de werken uit New York. Voordat we ze uit de kratten haalden, hebben ze eerst vierentwintig uur gewend aan het ‘klimaat’ in Foam. De volgende dag kwam de ene sensatie na de andere uit de kratten te voorschijn. Stel je voor: je opent een grote grijze flightcase en ziet een tiental genummerde bruine cassettes op een rij. Uit de eerste haal je een verpakte foto van ongeveer een halve meter. Je haalt het plastic eraf en dan sta je op een doodgewone zaterdag met een Julia Margaret Cameron (1815-1879) uit ongeveer 1866 in je witte handschoenen. Nordström koos voor dit werk omdat je ziet dat het is afgedrukt van een gebroken glasnegatief.

De volgende verrassing is een foto die de wereldberoemde fotorealist Chuck Close (1940) gebruikte voor zijn portret van de jonge componist Philip Glass. Op de foto heeft de kunstenaar een grid getekend. De foto gunt je een kijkje in de werkwijze van Close. Met Close houdt het rijtje beroemdheden niet op. Het volgende pakket is een drietal foto’s van Edward Steichen (1879- 1973). Op de foto’s staan rode aanwijzingen voor het retoucheren. Voor Nordström hebben de rode aanwijzingen niet alleen een praktisch nut maar ook een esthetische kwaliteit die niemand opmerkte toen ze er op werden gezet. Nu alles digitaal wordt geretoucheerd met photoshop blijven dit soort aanpassingen niet bewaard en blijft alleen het perfecte beeld over.

Alle foto’s die Nordström voor haar tentoonstelling heeft uitgekozen zijn beschreven, verknipt of bekrast. Ze dragen de sporen van gebruik en daardoor van de tijd. Je kijkt naar objecten en niet naar afbeeldingen die ook op een scherm vertoond zouden kunnen worden. Volgens Nordström gaat dan een veelheid aan informatie verloren en raak je de historische sensatie kwijt . Een sensatie die wij voelden toen we het werk uitpakten. Hoe anders dat is bij buurman-in-Foam Jefferson Hack (Dazed&Confused) zal morgen duidelijk worden.


Fotografie als object / Alison Nordström – George Eastman House, Rochester, NY
Alison Nordström, curator bij het George Eastman House in Rochester New York, stelde een klassieke presentatie samen waarin de nadruk op historische kennis ligt. Door de digitalisering lijkt de waardering voor en kennis van de foto als informatiedrager in het gedrang te raken. Die kennis is echter van belang om het medium op waarde te kunnen schatten; niet alleen vanwege het onderwerp, maar ook omdat de vroegere omgang met het object van invloed is op hoe het medium benadert wordt. Nordström selecteerde foto’s uit de 19e, 20e en 21e eeuw, die niet op een andere manier dan fysiek getoond kunnen worden wegens gebruikssporen als stempels en aantekeningen.
– Lotte ten Voorde


Eerder op PhotoQ:
De toekomst van het Fotomuseum – 1

Morgen meer…