Debat over taak overheid bij fotografie

Wat moet nu echt worden aangepakt om binnen tien jaar de rijkdom van Nederlandse fotografie te presenteren aan het publiek? Hierover organiseert de Boekmanstichting het debat Fluïde fotografie: beeldcultuur en beleid op maandag 6 juni 2005 van 16.30 tot 18.30 uur in Foam_Fotografiemuseum Amsterdam, Keizersgracht 609, Amsterdam.
Voor aanvang van het debat overhandigt Anita Twaalfhoven, waarnemend hoofdredacteur van het tijdschriftBoekman, het eerste exemplaar van Boekman 63, thema fotografie, aan Marloes Krijnen, directeur Foam.

In Boekman 63 worden uiteenlopende opinies verwoord. Fotograaf Margi Geerlinks merkt op dat de waardering voor haar werk in het buitenland groter is dan in Nederland. ‘In Nederland wordt meestal één vaste collectie samengesteld door een curator, vervolgens wisselt het werk niet zo snel meer. Het is een klein circuit met een bepaalde smaak. In de Verenigde Staten heeft men een bredere kijk op kunst. Ze pakken nieuwe ontwikkelingen eerder op en vinden iets nieuws ook sneller goed’. Volgens museumdirecteur Els Barents van Huis Marseille zou er meer discussie moeten zijn over het belang van fotografie voor het onderwijs. ‘Het leren kijken naar en reflecteren op wat beelden of afbeeldingen te zeggen hebben wordt niet aan de staat, maar aan de straat overgelaten’. Fotografie schreeuwt om wetenschap, vindt onderzoeker Mirelle Thijsen. ‘Omdat fotografie ideologieën vormgeeft en sociaal gedrag beïnvloedt, moet fotohistorisch onderzoek verder gaan dan kunstgeschiedenis en is een interdisciplinaire benadering noodzakelijk’. Hoogleraar Kunstgeschiedenis Kitty Zijlmans bepleit de oprichting van een instituut annex museum voor de Geschiedenis van het zien. ‘Daarin figureert de fotografie in al haar facetten als rode draad. Het is een plek waar kunsten en wetenschappen als vanzelf bij elkaar komen’.

• Meer informatie bij de Boekmanstichting

• Opgeven kan nog steeds bij secretariaat@boekman.nl