De voorlichters van het ministerie van Defensie bieden met regelmaat foto’s en videobeelden aan bij media van de verrichtingen van Nederlandse militairen in de Afghaanse provincie Uruzgan. ‘We doen dat niet agressief, maar wel assertief,’ aldus directeur voorlichting Joop Veen.
Volgens Veen is ongeveer de helft van de foto’s die in de media worden geplaatst bij verhalen over de missie in Uruzgan afkomstig van Defensie.
Veen was met drie collega’s aanwezig bij het debat dinsdagavond in Nieuwspoort in Den Haag over de onafhankelijkheid van de fotojournalistiek. Aanleiding voor het debat was de discussie die ontstond nadat een fotoreportage van Defensie-fotograaf Sjoerd Hilckmann was genomineerd voor de Zilveren Camera.
Het viertal Defensievoorlichters mocht op grote aandacht rekenen van de circa zeventig aanwezigen in Nieuwspoort. Het verwijt dat de voorlichtingsdienst het beeld wil laten ontstaan dat er een ‘schone oorlog’ wordt gevoerd, werd gepareerd met de verwijzing naar een filmpje dat op het NOS Journaal werd getoond van een stervende militair, Timo Smeehuijzen, die vorig jaar juni omkwam bij een zelfmoordactie in het centrum van Tarin Kowt.
Het debat werd een ontmoeting tussen verschillende belevingswerelden. Defensievoorlichters, schrijvende verslaggevers, fotojournalisten, fotoredacteuren. Ieder heeft zijn eigen kijk op de werkelijkheid. De meeste sprekers achter de tafel hadden eerder in verschillende media, waaronder PhotoQ, laten weten hoe ze over de kwestie dachten: de fotografen Marrigje de Maar, Peter Dejong en Robert Knoth, Trouw-verslaggever George Marlet en jurist Ronald Vles (adviseerde het bestuur van de Zilveren Camera) onder leiding van parlementair journalist Max van Weezel.
Niet aanwezig waren de oorspronkelijke aanstichters van de discussie: Jan Banning en Geert van Kesteren.
Door de wat voorspelbare uitwisseling van meningen was uiteindelijk vooral het verhaal van de Defensievoorlichters interessant. Mede doordat bleek dat veel media de budgetten niet dusdanig verdelen dat er bedragen beschikbaar zijn om diepgaande fotoreportages in Uruzgan te maken, als ze dat onderwerp al interessant genoeg vinden.
De audio-visuele dienst van het ministerie telt ’20 tot 30 man’ die tot taak hebben het werk van de 50 duizend militairen en 20 duizend burgers in beeld te brengen.
Media die materiaal uit Uruzgan willen hebben kunnen kiezen uit drie mogelijkheden zo legde Veen uit:
– zelf gaan, wat betekent dat er fors moet worden betaald voor eigen beveiliging,
– embedded met de Nederlandse militairen,
– foto’s en video’s van Defensie gebruiken (gratis).
Wie embedded meegaat hoeft slechts met één soort toetsing rekening te houden: operationele veiligheid. Dat betekent dat alleen foto’s worden tegengehouden die de veiligheid van de militairen in gevaar kunnen brengen.
• De discussie op PhotoQ: Zilveren Camera: beroepsprijs of journalistenprijs?