Dierbare herinneringen aan leven in Bam voor de aardbeving

De Iraanse kunsthistorica Parisa Damandan begon na een verwoestende aardbeving in de stad Bam ruim negen jaar geleden met het vergaren van foto’s onder de puinhopen van de plaatselijke fotostudio’s. Mede dankzij het Prins Claus Fonds is er nu een expositie en een boek.

De stad Bam in het zuidoosten van Iran, de smaragd van de woestijn op een belangrijk kruispunt van de aloude zijderoute, met haar historische citadel op de Werelderfgoedlijst, haar lustige dadeltuinen, en een naam met de Perzische betekenis: een laag basgeluid. Bij het krieken van de dag op 26 december 2003 schrikken de inwoners van Bam op door een zeer diep en hevig grommen van de aarde. Ruim 26 duizend van de destijds circa 43 duizend inwoners verliezen hun leven tijdens een verwoestende aardbeving. De historische citadel – de Argé-Bam, tot dan toe ‘s werelds grootste bouwwerk van klei – is tot gruis verpulverd.

De laatste twee weken bereiken ons weer berichten over twee aardbevingen in het uiterste zuidoosten van Iran, nabij de grens met Pakistan, met nog onbekende aantallen doden tot gevolg. Alsof de duvel er mee speelt, krijg ik tussen deze nieuwsberichten door van de Iraanse kunsthistorica, curator en fotorestaurateur Parisa Damandan (1967, Isfahan) een uitnodiging voor de opening van een kleine tentoonstelling en de presentatie van een boek in de Prins Claus Fonds Galerie in Amsterdam. Het behelst een langlopend en buitengewoon moedig project dat Damandan luttele dagen na de aardbeving van 2003 in Bam aanving. De stad was zo goed als geheel met de grond gelijk gemaakt. Nadat de overlevenden waren gered en de lijken geborgen, viel er nog meer te redden, dacht Damandan, namelijk wat er aan voorbije levens en lief en leed op foto’s was bewaard.

Achttien fotostudio’s moet Bam geteld hebben, zo leerde Damandan bij navraag. Ze struinde de stad af om ze alle te lokaliseren. En ze vond er vele, sommige volledig in puin, andere nog goed en wel overeind, met poëtische namen als Arg, Hafez, Sahel en Shiva. Om negatieven en afdrukken te redden, heeft ze toestemming nodig van de autoriteiten. Ze schrijft een brief en tot haar verbazing wordt deze snel en minutieus behandeld. Er wordt gezegd: ‘Dit is een interessant en goed project. Niemand heeft onder deze omstandigheden gedacht aan die fotostudio’s. Deze vrouw moet ondersteund worden.’ Waar Damandan fotostudio’s lokaliseert, wordt met pikhouwelen en zelfs een graafmachine puin opzij geschoven. Foto’s worden in lijkenzakken opgeborgen. Na de stoffige en zware berging volgt een jarenlange periode van systematische reinigings- en restauratiewerkzaamheden. Twee collecties worden uiteindelijk teruggegeven aan fotografen of hun erfgenamen. De rest blijft in beheer van Damandan, nabij Teheran, waar ze nog zovele andere interessante historische fotocollecties heeft verzameld.

Er wordt betrekkelijk weinig gelachen op de foto’s uit Bam, vooral niet door de mannen wiens portretfoto voor een officiële gelegenheid is genomen, of die in een studio voor een zoete achtergrond poseren. Ruimte voor experiment was er ook. In het boek (en op de tentoonstelling) zien we een mooie dubbelopname van een besnorde jongeman: zijn silhouet en profil en daarin ‘gemonteerd’ zijn portret en trois-quarts. Alhoewel het leeuwendeel van de geredde foto’s in studio’s genomen zijn, bevindt zich onder de ruim 30 duizend negatieven en afdrukken die Damandan onder het puin vandaan haalde ook een keur aan buitenopnamen – van picknicks, mannen bij of in Bams fameuze dadelpalmen (van eminent belang voor de lokale economie), pubers die stoer hun bromfiets tonen, of van die graatmagere gewichtheffer die 32 kilo boven zijn hoofd torst, met achter hem de vijf olympische ringen die de entree van een of ander zaaltje sieren.

Kwetsbaar
Alhoewel ik langzaamaan een hekel begin te krijgen aan fotoprojecten waarin het woord project in de titel is opgenomen, is het in dit geval toch toepasselijk, zij het op een wat wrange manier. Zoals de betekenis van het woord aangeeft (pro-ject: voor-werp, iets naar voren werpen) projecteert Damandans reddings- en restauratiewerk een fotografisch naleven van Bams slachtoffers op overlevenden en toekomstige generaties. Ergens in Wim Kayzers onvolprezen televisieserie Van de schoonheid en de troost (1999), doet George Steiner mooie uitspraken over projectie in relatie tot liefde – een geprojecteerde passie waarin verwachting een kernbegrip is. Denk aan de belofte van een geliefde die weer thuis verwacht wordt. Wie zich overgeeft aan projectie die in liefde besloten ligt, ‘maakt zich kwetsbaar’ zegt Steiner, en houdt in zekere zin ‘een wond open’. Voor overlevenden in Bam betekent Damandans monnik-achtige toewijding een imaginaire thuiskomst – de term ontleen ik aan Jorma Puranen’s eveneens indrukwekkende fotoproject ‘Imaginary Homecoming’ – van verloren geliefden. Damandan zegt zelf (over het pas verschenen boek in dit geval, maar het geldt haar gehele reddingsoperatie): ‘Het boek is een spoor in het zand van de woestijn. Een herinnering aan een stad die ooit bestond. Het is een gift aan de inwoners van Bam. Een sober eerbetoon aan de overlevenden en de slachtoffers van deze tragische en pijnlijke catastrofe.’ Het zal de wonden die geslagen zijn in de harten van Bams inwoners op een gezonde manier openhouden, wellicht verzoening met het tragische lot makkelijker makend.

Zoals begunstiger Louis Zaal (Hollandse Hoogte) in een kort nawoord tijdens de boekpresentatie aanstipte, is de stoffige en geduldige arbeid die Damandan verrichte na toekomstige natuurrampen waarschijnlijk niet meer nodig. Alle foto’s die in digitale codes versleuteld op onze mobiele apparaten staan, hangen dan in de cloud. Het moet wel een zeer dreigende donderwolk worden willen die beelden in gevaar komen en redding en restauratie behoeven.

Slordig
In de kleine galerie van het Prins Claus Fonds is een tentoonstelling te zien met een 25-tal gerestaureerde werken uit het Bam-project. Daarbij verscheen een boek als catalogus, dat helaas in kwaliteit Blurb- en Hema-fotoboeken niet naar de kroon steekt. Het is op zijn zachtst gezegd nogal slordig uitgegeven. Veel foto’s hebben een te lage resolutie en zijn karig gereproduceerd . De overigens lezenswaardige en informatieve tekst van Damandan had nog een redactieronde kunnen gebruiken. Aardig is dat Damandans tekst ook in het Perzisch is opgenomen, voor ons achterin en voor Iraniërs voorin het boek. Wat ik vooral mis bij de foto’s zijn bijschriften en namen van geportretteerden. Dit eerbetoon is wat stilletjes en anoniem.

Wie zich geraakt weet door het Bam Photography Rescue Project, maar Bam in beweging wil zien en stemmen wil horen, kan ik de wonderschone film Voices of Bam (Aliona van der Horst & Maasja Ooms, 2006) van harte aanbevelen. Hierin worden beelden van geredde foto’s bijzonder prachtig verweven met opnamen van de verwoeste stad waar het dagelijks leven weer hervat wordt. Met fluisterende stemmen van overlevenden, die in vaak poëtische bewoordingen herinneringen aan overledenen ophalen, of de onbegrijpelijke onverschilligheid van natuurgeweld aanstippen, zoals een meisje dat zich afvraagt: ‘Waarom laat Hij een oude man in leven, en waarom laat Hij mijn vriendin sterven?’ Verder zien we de magische en helende kracht die foto’s kunnen hebben binnen een rouwproces. Een jongetje, naar ik aanneem een wees, kust een foto waar zijn ouders op afgebeeld staan, die zich nu in een ‘heilige stad’ bevinden. Een geïmproviseerde photoshop-studio is opgezet in de stad, door Meysam, die zich de ‘dreammaker’ noemt en met foto- en videobewerkingen portretten van overledenen in kitscherige maar hemelse sferen laat zweven.

De expositie Out of the Ruins is t/m 31 mei te zien in de Prins Claus Fonds Galerie

Het boek Out of the Ruins: Bam Photography Rescue Project is een uitgave van Barjesteh van Waalwijk van Doorn & Co’s Uitgeversmaatschappij

Een trailer van de documentaire Voices of Bam is te zien bij producent Zeppers Film + TV