Discussie over inzet fotograferende verslaggevers duurt voort

In de Volkskrant van vandaag reageert Louis van de Geijn, waarnemend hoofdredacteur van De Gelderlander op de bijdrage van fotojournalist Roel Visser in het Forum van De Volkskrant op 2 februari.
In de inleiding van zijn reactie stelt hij dat Visser de journalisten van zijn krant uitmaakt voor ‘verraders’.
Van de Geijn legt (nogmaals) uit dat ‘de fotograferende verslaggever’ een experiment betreft: De Gelderlander rust gedurende vier weken haar stadsverslaggevers uit met een camera. Wanneer ze ‘ergens tegenaan lopen’ worden ze geacht ook meteen een echte fotograaf te bellen. En vervolgt: ‘Als die te laat komt, hebben we in elk geval beeld. Zien of dat wat oplevert dat we nu missen. Hooguit aanvullend beeld, niet in plaats van de dragende foto’s van beroepscollega’s. Géén bezuiniging.’

Hij onderschrijft verderop in zijn brief nogmaals het belang van de professionele fotojournalistiek: ‘De beroepsfotograaf heeft inderdaad een ijzersterk wapen: zijn professionele kwaliteit.’ Maar Van de Geijn acht zich gerechtigd ook andere wegen te bewandelen: ‘Intussen verkennen we mogelijkheden om de krant en andere uitgaven – ja, ook met medewerking van de lezers zelf, en wie weet met de inzet van fotograferende en filmende verslaggevers – nog interessanter te maken. Niet lukraak, maar zorgvuldig en met oog voor het belang van kwaliteit en (dus) voor de positie van onze freelance profs.’

Uit Roel Visser’s bijdrage aan de discussie sprak zorg over een brede ontwikkeling, niet alleen over het experiment van De Gelderlander: ‘Wie zal het nog ontkennen? De markt is God geworden. Bezuinigen, populariseren, opleuken, en allemaal richting grootste gemene deler. Rendementen en aandelen, daar gaat het om. En natuurlijk vallen de klappen aan de onderkant. Onafhankelijke kunst, kwaliteit, het zijn woorden die je wel vaak op intentionele toon hoort bezigen – de praktijk laat heel wat anders zien. Overal heerst de verschraling.’

Zijn belangrijkste argument is dat fotograferen toch echt een vak is: ‘Fotograferen is heel iets anders dan schrijven. De afzonderlijke disciplines vereisen een totaal verschillende instelling, verbeeldingskracht en concentratie. Zeker ik kan dat weten, omdat ik tot de sporadische uitzonderingen behoor die, o ironie, multidisciplinair kunnen opereren. Maar dan nog! Uit ervaring weet ik dat in korte tijd tegelijk beide disciplines uitvoeren praktisch ondoenlijk is.’

Volgens Visser vraagt de documentaire fotografie specifieke kwaliteiten van haar beoefenaars: ‘Verraders zijn het! Nieuwsfotografie dient zeggingskracht te hebben en behoeft jarenlange kennis en ervaring. Documentaire fotografie, zeker wanneer zij geëngageerd is (…), vereist daarnaast betrokkenheid en reflectie, als men tenminste niet in clichés wil vervallen. Het zijn, in uitmuntende vorm, bijdragen aan de beschaving.’
Visser’s ‘verraders’ verwijst in deze context eerder naar – rendement zoekende – beleidsmakers dan naar zijn schrijvende collega’s van De Gelderlander.

• Zie ook de aanleiding tot èn eerdere bijdragen aan deze discussie: Redacteuren Gelderlander moeten met eigen camera fotograferen