De grote zaal van Pakhuis De Zwijger in Amsterdam was maandagavond tot de nok toe gevuld. Zelfs het balkon zat vol. In totaal bezochten 350 mensen de tweede aflevering van De Donkere Kamer. Ze konden kijken en luisteren naar een groot aantal fotografen en hun werk, waarbij het opvallend vaak ging over digitaal en analoog. Zie hieronder ook de column van Reinier Gerritsen: ‘Analoge fotografie is een ramp’
met dank aan Boudewijn Bollmann van Twisted Streets
Ben Krewinkel Krewinkel pitchte zijn project over een migrant uit Niger die nu in Amsterdam Zuidoost woont; Sipke Visser zijn project waarin hij mensen met een handgeschreven brief en enkele van zijn foto’s met de traditionele post over de hele wereld verspreid stuurt en hun, vaak verrassende, reacties verzamelt; en Ronald de Hommel het project waaraan hij met Johannes Abeling werkt over groeiende watertekorten op verschillende continenten.
Uitslag:
Sipke Visser: 719 euro uit het publiek + 300 euro toeslag Fotografenfedeatie = 1019 euro
Ronald de Hommel en Johannes Abeling: 454 + 150 = 604 euro
Ben Krewinkel: 246 + 150 = 396 euro
Joost van den Broek vertelde over zijn favoriete camera, de Mamiya C330, en liet het verrukkelijke geluid van de sluiter horen. Fotograaf Morad Bouchakour en de uitgevers Nina Post (Post Editions) en Eelco van Weelie (NAi Publishers) bespraken de voor- en nadelen van het door fotografen zelf uitgeven van boeken. De 28-jarige modefotograaf Philippe Vogelenzang vertelde hoe hij te werk gaat bij het vinden van en omgaan met modellen, Colette Olof gaf aan hoe zij als curator te werk gaat bij Foam_Fotografiemuseum Amsterdam en Reinier Gerritsen sprak zijn column uit, die goed aansloot bij de ook al onder Van den Broeks en Vogelenzangs presentaties bezongen lof voor analoge technieken (zie de integrale tekst hieronder).
Op 7 maart organiseren Fotografenfederatie, Hollandse Hoogte, PhotoQ en Pakhuis De Zwijger de derde aflevering van De Donkere Kamer.
met dank aan Ton Hendriks
Reinier Gerritsen – Analoge fotografie is een ramp
Een paar jaar terug ging de jonge Rotterdamse kunstenaar Niels Post naar de Blokker.
Hij kocht er een wit brievenbusje, zo één met een klep aan de boven kant.
In de ijzerwinkel kocht hij vervolgens dubbelzijdig tape en liet een naamplaatje maken.
Niels Post 1 a
Toen op het fietsje naar de Erasmusbrug
Midden op die brug staat een enorme peiler.
In die pijler zit een deurtje, waar elke week een man met een grote vetspuit naar binnen moet.
Naast deze deur bevestigde hij het brievenbusje en zijn naamplaat.
Op het fietsje terug naar huis.
Daar nam hij een ansichtkaart en scheef erop;
Niels Post Erasmusbrug 1 a 3072 AR Rotterdam.
En deed hem op de bus.
De volgende dag Niels weer op het fietsje erheen
Deed het klepje open, en wat lag daar?
Precies, zijn eigen ansicht.
Hij vertelde dit aan zijn vrienden.
De volgende dag weer op het fietsje naar de brug.
15 ansichten.
Een week later zat ie op 100.
Het kwam op het web, en vanuit heel de wereld kreeg onze Niels ansichten brieven, gelukwensen en zelfs een huwelijks aanzoek.
Dit ging zo maanden door.
Aan dit verhaal moest ik denken toen ik een paar maanden geleden over een andere brug hierheen fietste.
Zou ik tijdens de drie pitches even mooie ideeën te horen krijgen als dit idee van de Erasmusbrug.
Of zoals het mooie fotoproject met vliegtuigschaduwen door Poike Stomps of het boek van Willem Popelier en z’n scheidende ouders ?
Maar bij de derde pitch sloeg bij mij de twijfel toe, niet eens zozeer om het idee.
Een fotograaf stelde voor om haar oma te fotograferen.
En oma woont in Magnetogorsk.
Het werden erg bijzondere foto’s verzekerde de fotografe ons, want ze ging de foto’s maken op "echte film".
Bij het uitspreken van het woorden "echte film" zag ik een dromerige, wat verheerlijkte blik over haar gezicht trekken.
Ik ken die blik.
65 plussers die trams van voor de oorlog restaureren kunnen ook zo dromerig kijken of kinderen als ze het over zeehondjes hebben.
En mijn neef Rik, hij studeert fotografie aan de kunstacademie en wil ook alleen maar analoog.
Na deze pitch vertelde iemand een verhaal over de camera’s uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. Die zouden veel beter zijn dan de huidige digitale.
Weer zag ik die blik….
Het was een prachtig verhaal, maar natuurlijk totale onzin !!!
Zelfs Koos zegt dat z’n digitale Mark 3 even scherp is als z’n vier bij vijf.
De huidige digitale camera’s kunnen op alle vlakken zoveel meer als die van toen,
en dan heb ik het nog niet eens wat je later weer met het digitale beeld kan doen.
Maar waarom is dat zo belangrijk??
Fotograferen is het omzetten van een 3 dimensionaal beeld naar het platte vlak.
Die vertaling is ongelofelijk moeilijk, de vorm is zo complex; je onderwerp, de achtergrond, wat scherp wordt en wat niet.
Dan ook nog compositie, the decisive moment en vooral de inhoud.
Je moet heel veel fotograferen om dit alles onder de knie te krijgen.
En als je het onder de knie hebt, dan moet je nog lang doorgaan om echt kwaliteit te bereiken.
Met film kost dat te veel tijd en nog veel meer geld.
Niet te betalen voor studenten en beginnende fotografen !!
Mijn project Matti was zelfs niet gelukt met analoge fotografie.
Een jaar lang liep ik een dag in de week op een paar ROC scholen. De leerlingen moesten in het begin niks van me hebben , maar toen ik elke avond leuke fotootjes naar ze mailde begon het ijs toch te breken.
Het project Wall Street Stop was alleen mogelijk omdat de sensor van de Mark 3 zo mooi is bij iso 1600.
Analoge fotografie is een ramp; ongelofelijk tijdrovend, niet te betalen, slecht voor het milieu en van die chemicalien in de donkere kamer krijg je stoflongen en huiduitslag, pukkels en nog veel meer vlekken.
Eigenlijk moest analoge fotografie verboden worden, we maken voor Rineke een uitzondering.
Mijn neef Rik is zit inmiddels op de afdeling autonoom met schilderen als hoofdvak.
Niels Post denkt na over nieuwe projecten: onder de douche krijgt hij z’n helderste inzichten.
Natuurlijk, soms is analoge fotografie goed als een soort slow cooking; het langzame proces leidt tot bijzondere concepten, en tot ander beeld.
maar meestal kan je beter wat langer douchen of anderszins goed nadenken.