Het zijn niet de gemakkelijkste tijden voor een fotograaf om geld voor een project bijeen te sprokkelen. Maar niet alles is duisternis: ook de derde editie van De Donkere Kamer bood gelegenheid om middels ‘crowd funding’ geld voor een project bijeen te sprokkelen. De ‘pitch’, een belangrijke kapstok voor dit tweemaandelijkse live magazine in Pakhuis De Zwijger, kent alleen maar winnaars. De drie uitverkoren fotografen gaan altijd met meer naar huis dan waarmee ze kwamen. Maar daarvoor moeten ze dus wel eerst drie minuten zweten.
De bomvolle zaal is reden voor zenuwen, maar uiteindelijk werkt het in het voordeel van Arie Kievit, Ruben Dario Kleimeer en Els Zweerink. Het werkt zo: bezoekers betalen vijf euro entree. In ruil daarvoor krijgen ze vijf munten die ze tijdens de pauze naar eigen voorkeur – maar discreet, want in stembussen – over de drie kandidaten mogen verdelen. De Fotografen Federatie doet daar vervolgens nog een schepje bovenop. Mochten de deelnemers op een later moment besluiten hun werk te willen printen, dan doet Fotolab Kiekie in Amsterdam dat voor de helft van de reguliere prijs. Kortom: het loont altijd om deel te nemen aan deze creatieve manier van fondsenwerving.Meer over Boudewijn Bollmann: www.twistedstreets.nl
Maar voordat de eerste ‘pitcher’ (Arie Kievit) het spits afbijt, spreekt presentator Lars Boering met Sander Nieuwenhuys, mede-initiator van het project Document Amsterdam. Nieuwenhuys legt uit dat professionele fotografen worden uitgenodigd – zo niet uitgedaagd – om op een bepaalde kalenderdag en binnen een bepaald thema een project aan te leveren. Inmiddels hebben 55 fotografen, allen verbonden aan Hollandse Hoogte, een uitgaansavond in Amsterdam gedocumenteerd. De bedoeling is dat op deze wijze vier maal per jaar een virtueel en multimediaal magazine ontwikkeld wordt. Het eerste nummer is binnenkort online op een nog niet te bezoeken website. Aanmelden kan nog via documentamsterdam@gmail.com
Koos Breukel doet in een gesprek met co-host Edie Peters zijn manier van werken uit de doeken. Confronteren en provoceren was ooit de specialiteit waarmee hij de mensen voor zijn camera even uit hun evenwicht wist te brengen. Niet om daarmee hun ziel te vangen – daar gelooft Koos niet zo in – maar wel om een unieke ontmoeting te bewerkstelligen. Eigenlijk maakt Breukel al vanaf zijn twintigste steeds dezelfde foto, met voor iedere opname een ander persoon.Toch is er wel iets veranderd: tegenwoordig fotografeert Breukel in kleur en met een digitale camera. Twee stappen tegelijk dus. Best een heftige overgang na jaren handmatig barietprints maken, vindt Breukel ook zelf. Hij heeft onlangs uitgebreid kunnen oefenen door alle leden van de Eerste Kamer voor zijn camera te vragen. Provoceren was niet nodig: de eerste sessie had plaats in een keldertje met een veel te laag plafond en op een later moment moesten alle Kamerleden er aan geloven door puffend en zwetend in een torentje te klimmen, alwaar Breukel ze verder onder handen nam.
Na de pauze, als de muntjes over de ‘pitches’ verdeeld zijn, is het de beurt aan Popel Coumou om te vertellen over haar camera. Eigenlijk een heel simpel dingetje (een EOS die ze dertien jaar geleden in Singapore kocht), maar Popel vraagt ook niet zoveel van haar apparatuur. Liever besteed ze uitgebreid aandacht aan het creëren van een setting. Hele slaapkamers en zelfs landschappen bouwt ze in haar zolder-studiootje in Amsterdam Zuid. Spannende ruimtes gemaakt uit tweedimensionale collages. ‘Slow art’ zou je het kunnen noemen. De suggestie van een derde dimensie in deze grafische composities wordt vervolgens gewekt door een speels gebruik van kunstlicht.
Criticus Pim Milo heeft ondertussen zijn pennetje geslepen en spreekt in een scherpe column zijn allergie uit tegen veilingen voor goede doelen. Of, anders gezegd: bijeenkomsten waarvoor fotografen wordt gevraagd zonder tegenprestatie een werk van eigen hand te leveren ten bate van de veiling. Gevolg: de fotograaf snijdt zichzelf in de vingers, want wat de gek ervoor geeft is geen gezond uitgangspunt voor een zelfstandig ondernemer. Nee, beter zou het zijn een verzamelaar te vragen een printje af te staan waar hij of zij toch niet zoveel waarde aan hecht, maar die tenminste wel al een zekere collectiewaarde vertegenwoordigd als object. Na Pim’s anekdote over ‘Richard Avedon op het strand’ (maakt na lang aandringen maar tegen zijn zin foto van rijke familie en stuurt print op met idioot hoge rekening) zal elke aanwezige fotograaf vanaf vanavond in ieder geval aan het begrip eigenwaarde een ander prijskaartje hangen!
(column Pim Milo integraal te lezen bij PhotoQ Discussie: Tegen fotoveilingen voor het goede doel)
Bij het agentschap NOOR nemen ze zichzelf al lang wel serieus. En met succes, want het team van gelijkgezinde slow journalists kan zich met gemak uitbreiden naar meer dan het maximum van vijftien leden dat zij zichzelf hebben opgelegd. Om de onderlinge vriendschap tussen de leden te waarborgen en de gedeelde onderwerpen ook op de lange termijn te kunnen blijven uitvoeren, hebben de tien van NOOR voorlopig wel even genoeg aan elkaar, zo vertelt directeur Claudia Hinterseer. Het samen met Kadir van Lohuizen opgezette bedrijf moet wel met de tijd meegaan, vindt ze, onder andere door het ontwikkelen van multimediale documentaires. De ambitie: op regelmatige basis grotere verhalen brengen. Dat kan ook nu NOOR ook als stichting bestaat, omdat daarbinnen productionele samenwerkingsverbanden kunnen worden opgezet.
Dat multimediale presentaties iets toevoegen aan de fotografie bleek eerder op de avond. Op de negen (!) schermen in de zaal wordt een ode aan de onlangs overleden Koen Wessing geprojecteerd, bestaande uit een aantal fragmenten uit de door Paradox geproduceerde en door curator Jeroen de Vries samengestelde film over Wessing’s dagen in Chili. Dit is onderdeel van de expositie over het werk dat hij begin jaren zeventig maakte, tijdens de coup van Pinochet en de aanvang van diens regime. Deze tentoonstelling is vanaf 8 maart t/m 30 april te zien in Santiago de Chili. Een emotioneel moment voor de Chilenen, want zij waren nooit eerder in de gelegenheid dit document in haar geheel te aanschouwen. In lijn met de wens van Wessing blijven zijn foto’s voorgoed daar achter.Meer over Ton Hendriks: www.tonhendriks.nl
Florian van Roekel is niet altijd even gecharmeerd van de fotojournalistiek. Hij vindt het beeld vaak afstandelijk. Van Roekel vindt ook dat ze teveel symboliek in zich hebben om het particuliere leed van een individu nog te kunnen overdragen. Te vaak, zo stelt hij, lijkt het beeld daardoor te verwijzen naar iets fictiefs in plaats van een dramatische werkelijkheid. Onbedoeld worden ‘echte’ mensen daardoor opgevoerd als ‘personages’.Met dat idee in het achterhoofd is Florian gedurende veertien maanden op vijf verschillende kantoren gaan fotograferen. Hij is er bewust op zoek gegaan naar de grens van de realiteit. De beelden die het heeft opgeleverd heeft hij vervolgens, samen met grafisch ontwerper SYB, gebundeld in de publicatie ‘How Terry Likes His Coffee’, die inmiddels niet meer verkrijgbaar is en voor verzamelaars dus een interessant object. Hoewel de plek (het kantoor) universeel is en het personage inwisselbaar, bestaan ‘Terry’ en het bankgebouw waarin hij zijn dagen slijt, echt. Florian van Roekel is wel vergeten hoe Terry zijn koffie drinkt.
Al met al een geslaagde bijeenkomst van en voor mensen met een hart voor de (professionele) fotografie. Uitslag van de ‘pitch’: Voor Ruben Dario Kleimeer levert deze avond weliswaar niet meteen een ticket naar Shanghai op, maar bijna 350 euro is toch niet niks. Arie Kievit haalt voor zijn project over het tienermeisje Sanne die zichzelf beschadigt, ruim vijfhonderd euro op. De meeste sympathie ging echter uit naar Els Zweerink. Met ruim duizend euro als resultaat van drie minuten ‘pitchen’ heeft zij nu de kans om daags na deze bijeenkomst richting El Salvador te vliegen om daar Guillermo Escobar op te zoeken, de inmiddels jonge man die ooit het ‘sponsor’ kind was van haar ouders. Hoe zou het nu met hem zijn? Guillermo kan in ieder geval de foto’s die hij tot zijn achtiende jaarlijks naar Zweerink en haar familie stuurde, terug verwachten.
—-
Arie Kievit bij NOS Video: Crowdfunding voor kunst in opkomst