Han Schoonhoven besprak op PhotoQ (19 maart 2009) al eens eerder een fotoboek van de Hamburgse fotograaf André Lützen (1963), die met zijn vrouw en kind drie maanden door de zuidelijke staten van Amerika trok. Het resultaat was samengebracht in het boek Before Elvis there was nothing. Ditmaal is Lützen neergestreken in Hanoi, de stad waar zijn vrouw Nora Luttmer enkele jaren studeerde en werkte. Public, Private Hanoi is het voornamelijk avondlijke verslag uit het 36-straten district ten westen van het centraal gelegen Meer van het Teruggegeven Zwaard (Ho Hoan Kiem). De wijk zelf heet in het administratieve jargon, de Oude Wijk (Khu Pho Co).
Iedere toerist kent het meer en de stegen rondom de eind-19e eeuwse kathedraal. De Fransen bouwden de St. Joseph nadrukkelijk op die plek om het religieuze boeddhistische centrum van de stad te vervangen door hun eigen symbolen van de Mission Civilisatrice. De meeste toeristen die er nog steeds spotgoedkope hotelletjes vinden, komen niet veel verder dan de in navolging van andere Aziatische steden in het weekeinde georganiseerde ‘nachtmarkt’ in de Rijststraat (Hang Dao) waar zich tot 1990 een Franse tram stapvoets rijdend doorheen bewoog.
Het patroon van de 36 straten was niet gemodelleerd naar een koloniale regel zoals in veel andere hoofdsteden van Zuidoost-Azië, maar reflecteerde het prekoloniale gildenwezen van het keizerlijk Hanoi. De handwerkers uit in de Rode Rivierdelta gelegen dorpen leefden met Chinese handelaars in hun eigen op hun metier gespecialiseerde gemeenschappen (phuong) en vormden er gilden naar Chinees model. Dankzij deze extra muros activiteiten werd Hanoi (Thang Long) een bloeiend handelscentrum, dat de bijnaam “Grote Markt” (Ke Cho) in de regio kreeg.
Anders dan de meeste bezoekers van dit oude centrum heeft Andre Lützen achter de morsige voordeuren en dito open etalages veel van zijn tijd doorgebracht. Het resultaat mag er zijn. De kontakten en de taalkennis van Nora Luttmer, die ook nu weer de inleiding voor haar rekening neemt, hebben er ongetwijfeld voor gezorgd dat het niet bij een oppervlakkige foto-impressie is gebleven. De fameuze “tunnelhuizen” die vanaf de straatzijde soms wel tot 60 meter of meer naar achteren doorlopen vormen een waar labyrint van woonkamers waar complete gezinnen wonen waarvan een of meer leden betrokken zijn bij de handel aan de voorkant. Wie denkt hier met een Vietnamese versie van een Kashba van doen te hebben vergist zich. De oorspronkelijke eigenaars wonen al lang buiten de stad of in wijken waar enig groen te bespeuren valt. De grondprijzen van de Oude Wijk evenaren die van Tokyo en Londen. Dankzij een zeer efficiënt systeem van politieposten en door de volkscomités aangewezen ordewachten behoort de Khu Pho Co tot een van de veiligste wijken van Hanoi. Buitenlanders mengen zich gemakkelijk met lokale bewoners, en would-be kunstenaars pretenderen er een bohemien-achtig leven te leiden.
De fotograaf heeft ook de rafelranden van de wijk opgezocht. Inkijkjes in woonflats uit de socialistische subsidietijd of momenten van het nachtelijke straatleven dat overigens tegen elven abrupt tot stilstand komt, geven een indringend, zij het hier en daar wat te vriendelijk beeld van Hanoi. De sfeer benadert meer die van Tran Anh Hung’s La Verticalité d’Eté, een milde wat dromerige familiekroniek die ook ter plekke is opgenomen dan het veel hardere, maar ook realistischer Cyclo van dezelfde regisseur. Ook de Khu Pho Co kent zijn Lullabay Man (en soms ook een Lullabay Woman) die onder het zingen van een wiegeliedje zijn concurrenten vermoordt. Ook het wakend oog van de wijkagent helpt daar geen moedertjelief aan, maar voor de buitenlandse fotograaf is het een geruststelling.
Public Private Hanoi
fotografie: André Lützen
essay (Eng, Dts): Nora Luttmer
gebonden, 30 bij 24 cm, 112 pagina’s, 73 foto’s in full color.
uitgever: Kehrer Verlag
prijs: 39,80 euro
Meer van en over de fotograaf op: www.andreluetzen.de
Recensie Before Elvis there was nothing: Amerika blijft een mysterie