Duizend Belgische foto’s 110 gram zwaarder dan duizend Nederlandse

Enkele maanden na het verschijnen van Nederland, De 1.000 beste foto’s is er nu ook België, de 1000 beste foto’s. Op de cover: Jaques Brel. Je moet het de Belgen nageven, ze houden van hun nationale (culturele) helden. Brel, maar ook Hugo Claus, Eddy Merckx, Toots Tielemans, Kuifje, Soeur Sourire, Walter van Beirendonck en andere modeontwerpers. En natuurlijk: fietscoursen, frieten en bier.

Febo, Heineken en Johnny Jordaan zijn nauwelijks competitie. Waar die verbondenheid met nationale producten door komt? Legio verklaringen zijn mogelijk: misschien door de grootsheid van die helden, wellicht omdat het moeilijk is om trots te zijn op een land dat al ruim een jaar zonder regering zit, dat een grotere verscheidenheid aan nationale talen (drie) – en een veelvoud aan dialecten – per vierkante kilometer kent dan menig ander land en een zich misdragende kroonprins op de koop toe.

Voor deze Belgische editie (die enkele pagina’s dikker en 110 gram zwaarder is) heeft de uitgever uit meerdere bronnen geput: een aantal Belgische fotografen (amateurs en professionals) en Nederlanders uit het archief van het Nederlands Fotomuseum die de grens met regelmaat zijn overgestoken. Geen merkwaardige keuze voor een land dat zich altijd bewust is van de ogen van de buren in hun rug. Een land van hard werken, veel beton en een volk met groot gevoel voor stijl, hoffelijkheid en onberispelijk gesteven schooluniforms. Het land van bloedsinaasappels gooien tijdens carnaval in Binche en Expo 58 parafernalia.

Nu ben ik geen Belg, maar ik heb er wel enkele jaren gewoond als onderdeel van een katholiek gezin. Ik maakte bruiloften, een doop en vele avonden ‘op café’ mee. Ik reed in de Opel Astra van mijn lief en later in mijn eigen auto door het Vlaanderenland van snelwegen vol gaten, lintdorpen vol blinde muren, koterijen, dorpsfeestzalen, familierestaurants, volkscafés, sanseveria’s, stakingen en des zondags geopende bakkers. Ik vond het lelijk, maar liet toch mijn hart veroveren. Ik word nog altijd weemoedig als ik even voorbij Breda de grens oversteek, als ik Klein Jowanneke in het Antwaarps hoor zingen over zijn geliefde koekenstad. In de tekstbijdragen worden al deze gevoelens van haat en liefde verwoord: kom niet aan mijn België!

In de foto’s zie je ze deels terug, maar ook in de Belgische editie staan veel clichés en dicht opeengepakte beelden. Het stoort evenwel minder dan de eerste keer. Noem het de gewenning, wijt het aan de onbekendheid met sommige gebeurtenissen, aan de exotische kwaliteit van in het buitenland gemaakte foto’s. Evenwel is ook 1.000 foto’s hier misschien wat veel. Vrij vaak komen dezelfde thema’s voorbij op door amateurs gemaakte, weinig contrastrijke zwartwit beelden. Het oog van de meesters valt daardoor extra op: Filip Claus, Martien Coppens. Grote afwezigen in het rijtje fotografen zijn Stephan Vanfleteren en Jimmy Kets, die de afgelopen jaren toch verschillende documenten over de Vlaams/Belgische cultuur maakten. Opvallend vaak staan er beelden in die uit andere (nog te verschijnen) publicaties van de uitgeverij komen. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar het doet wel vermoeden dat het om een low budget publicatie gaat, en dat vind ik opnieuw moeilijk te rijmen met de verwachtingen scheppende titel.

Deze ode aan België had evenwel niet op een gunstiger tijdstip kunnen komen. Laat uitgeverij Lido alle politici rond de vergadertafel een exemplaar toesturen, doe hen herinneren voor welk land ze ook alweer vechten, laat hen zien dat het de moeite waard is. Is het niet door de beelden, dan toch door de tekst.

Belgie, De 1.000 beste foto’s
Samenstelling: Ingrid Kongs, Carolien Provaas, Christoph Ruys
Met tekstbijdragen van Yves Desmet, Saskia De Coster, Benno Barnard, Christian Laporte
Lido, 2011
ISBN: 9789055448647

Lees de bespreking van Nederland, De 1.000 beste foto’s: Mag het ietsje minder zijn?