Dutch Doc Days: rustig, gelaagd, beloftevol

De opkomst was nog niet wat het zou kunnen zijn, maar dit nieuwe fotofestival had voldoende sterke punten om een volgende aflevering te legitimeren. De organisatie telde 1210 bezoeken aan de events van de Dutch Doc Days, exclusief de boekenmarkt en de tentoonstelling van de Dutch Doc Award die nog tot zondag a.s. te bezichtigen is.
Het was een ontmoetingsplek. Vooral tijdens de hoogtepunten van het programma troffen oude bekenden elkaar en vonden nieuwe kennismakingen plaats. Zaterdag 11 juni, de eerste dag, was het drukker dan zondag. Dat had alles te maken met de uitreiking van de Dutch Doc Award II, de raison d’être van het DDD festival.

De organisatie had er ‘een avondje’ van gemaakt. Frenk van der Linden speelde als moderator/interviewer/entertainer een hoofdrol. Hij opende met een opzettelijk hyperbolische inleiding over de grenzen van documentaire fotografie, plaagde het publiek en jury-voorzitter Ronald Plasterk en sprak met de genomineerden.

Dat die vier individuen en twee duo’s zo vanzelfsprekend en beheerst hun projecten over het voetlicht brachten was bewonderenswaardig. Twintig minuten later zouden ze te horen krijgen of ze twintigduizend, tweeduizend of geen euro hadden gewonnen. De ontvangers van de aanmoedigingsprijs, Raoul Kramer en Willem Populier, toonden zich aangenaam verrast. De winnaar, Henk Wildschut, was zichtbaar ontroerd.

‘To be continued’ was de door Frank van der Stok gekozen titel van deze DDD. Heel praktisch komt dat neer op fotografen die terugkeren naar een onderwerp waaraan zij zelf of collega’s in een soms ver verleden hebben gewerkt. Bill Ganzel en Mark Klett, ‘Masters of Revisit’, gaven een presentatie over hun manier van ‘herfotograferen’.

Ganzel richt zich op mensen, bijvoorbeeld personen die in de jaren zestig een opmerkelijke rol hebben gespeeld. Zijn project 60’s Survivors bestaat uit interviews, oud en nieuw beeldmateriaal. In de jaren tachtig bezocht en fotografeerde hij in het kader van Dust Bowl Descent de arme boeren die vijftig jaar eerder door fotografen van de Farm Security Administration zo iconisch zijn geportretteerd. Voor Ganzel zijn de verhalen, de ‘oral history’ van niet te overschatten belang.

Mark Klett richt zich, de laatste jaren in gezelschap van Byron Wolfe, op het indrukwekkende Amerikaanse landschap. Voor Third View bereisde hij historische, in de negentiende eeuw vastgelegde, ‘landmarks’. Twee keer, eind jaren zeventig en eind jaren negentig. In 2007 startte Reconstructing the View: The Grand Canyon Photographs of Mark Klett and Byron Wolfe, een project waarvoor alle mogelijke media worden ingezet, maar waarvan de kern het fotografisch beeld is, zowel historisch als gloednieuw materiaal. Bovenstaand beeld is binnen het kader van dit project een tamelijk eenvoudige collage van oud en nieuw, links zwart-wit en rechts in kleur, de ondertitel luidt: 50% Ansel Adams, 50% Red Wall Limestone.

Later die zaterdag volgde onder auspiciën van het FOAM een presentatie van drie andere ‘revisits’. Teun Voeten ging op zoek naar de bewoners van Newyorkse tunnels, waar hij enkele maanden tussen heeft geleefd en die hij fotografeerde en beschreef. Dana Lixenberg heeft nog steeds contact met de zwarte gemeenschap van Imperial Courts in Los Angeles, die zij in 1993 portretteerde. En onder geïnspireerde leiding van fotoboekenuitgever Markus Schaden reageren zes Duitse fotografen op één van de beroemdste kleurenfoto’s uit de canon: de tankstations van Stephen Shore aan de La Brea Avenue in Los Angeles. Er is al een website, wat overigens voor bijna alle besproken projecten geldt en er komt een gecombineerde publicatie: de La Brea Matrix.

Alle beschreven presentaties hadden plaats in de festivaltent in de tuin van het Centraal Museum. Het festival beschikte in het totaal over maar liefst tien locaties, waarvan er overigens vijf in of direct bij het Centraal Museum gesitueerd waren. Naast de lezingen verzorgde Tracy Metz interviews met de genomineerden en enkele andere uitgenodigde fotografen, werden er een zevental bijzondere films vertoond, kon men in dialoog met liveblog Mrs Deane en een kleine boekenmarkt bezoeken, waren er portfolio viewings en uiteraard de exposities met het werk van de uitverkoren fotografen.

Het programma van de zondag was minder drukbezet, waardoor je ook minder, soms moeilijke, keuzes hoefde te maken. Joachim Smidt vertelde over zijn remakes van beroemde fotoboeken op basis van foto’s die hij via Google Earth en Flickr verzamelt. En een hoogst enkele keer zelf maakt, gaf hij toe. De Masters opleiding van de Bredase academie had een presentatie rond de laatste hype Augmented Reality samengesteld. Eén van de presenterende studenten verklaarde ronduit dat hij daar niet echt mee bezig was en een ander deed een doorzichtige poging aan de wens van haar docenten te voldoen, terwijl ook in haar overigens prijzenswaardige project geen sprake was van ‘toegevoegde realiteit’.

Naast enkele technische probleempjes was dit één van de weinige mindere momenten in een programma dat inhoudelijk sterk en evengoed toegankelijk was. De organisatie meldt, bij monde van Erik Wie: ‘Het aantal bezoeken aan de events van de Dutch Doc Days is 1210. Dit is exclusief de boekenmarkt en de tentoonstelling van de Dutch Doc Award die nog tot zondag a.s. te bezichtigen is.’

Het meest indrukwekkende moment vond volgens mij plaats tijdens de lezing van Marcelo Brodsky. De Argentijnse kunstenaar/fotograaf vertelde over zijn doorlopende project rond de ‘vuile oorlog’, het bewind van de junta tussen 1976 en 1983. Uitgaande van een foto van zijn schoolklas en amateuropnamen van zijn verdwenen broer, heeft Brodsky veelzijdige en virtuoze presentaties opgebouwd onder de titel Buena Memoria (Good Memory). Zijn optreden was noodgedwongen intiem omdat de geluidinstallatie het begaf. Daarnaast werd deze lezing begeleid door een langdurig carillionconcert uit een aangrenzende toren. Brodsky liet zich er niet door van de wijs brengen. In de laatste minuten werkte de geluidsapparatuur weer en zwegen de kerkklokken. In stilte keken we naar de video van een bijeenkomst waar een lange reeks namen van verdwenen Argentijnen werd opgenoemd. Een betrokkene stak dan telkens haar of zijn foto in de hoogte en de aanwezigen zeiden gezamenlijk ¡presente!.