Daarover gaat het in deel 3 en 4 van de Rijksmuseum Studies in Photography. Rakia Faber bestudeerde het reisverslag met zelfgemaakte foto’s dat Louis Heldring zijn kinderen in 1901 cadeau gaf. David Odo boog zich over een bijzondere reeks Japanse foto’s, in 1884 en 1885 bijeengebracht door een onbekende Europeaan.
Dominee Heldring reisde in de herfst van 1898 door het Midden Oosten. Het was niet alleen een pelgrimage, hij wilde ook de inzegening van een nieuwe Protestantse kerk in Jeruzalem meemaken, een initiatief van de Duitse keizer Wilhelm de tweede. Heldring beschreef zijn ervaringen en bundelde die in Reisindrukken in het Oosten, een document dat hij voor zijn drie kinderen liet vermenigvuldigen en inbinden.
Het boek is geïllustreerd met zelfgemaakte foto’s, iets dat in die tijd tamelijk ongebruikelijk was. Waarschijnlijk had Heldring voor deze reis een camera aangeschaft, die geladen kon worden met een magazijn met glasnegatieven van 8 bij 10,5 centimeter. Hij beschikte over een zeker fotografisch talent, want sommige van de foto’s zijn zeer geslaagd. Normaliter kochten toeristen foto’s bij daarin gespecialiseerde boekhandelaren en uitgeverijen. De beelden van Heldring hebben een levendiger karakter dan dergelijke standaardfoto’s. Faber stelde vast dat de musea van Nederland en Israël geen andere fotoalbums van amateurs van voor 1900 in hun collectie hebben aangetroffen.
Ook het onderzoek van David Ono kan een (kleine) verschuiving in onze perceptie van historisch beeldmateriaal uit Japan tot gevolg hebben. Zijn essay handelt over het verschil tussen foto’s voor landgenoten en beelden voor toeristen. In de tweede helft van de negentiende eeuw kende Japan stormachtige ontwikkelingen op politiek en economisch gebied. Daarvan is weinig terug te zien in westers tentoonstellingen en publicaties over die periode.
Het exotische land was een populaire bestemming voor welgestelde Europese en Amerikaanse toeristen. De Japanse fotostudio’s en uitgeverijen voorzagen hen graag van het beeldmateriaal dat hun beeld van het land bevestigde: voornamelijk ingekleurde albumines van gheisa’s, samurai’s, sumo-worstelaars en idyllische landschappen met Mount Fuji in de achtergrond. Voor de binnenlandse markt werden andere foto’s gemaakt. Die vinden we terug in de 104 foto’s tellende collectie van een anonieme duits-talige verzamelaar die het Rijksmuseum bewaard.
De foto’s bijeengebracht in 1884 en 1885 en tonen ondermeer het interieur van een bank, een technische school en Japanners is westerse kledij. Dergelijke beelden treft men eigenlijk niet aan in westerse collecties uit die periode. Odo concludeert hieruit dat de samensteller langere tijd in Japan verbleef en meer wist over de modernisering dan de gemiddelde westerling. Daarnaast nam hij een beschouwing op over de productie en verkoop van de verschillende soorten fotografie en stelt dat er nog maar weinig bekend is over de wisselwerking tussen toeristische foto’s en foto’s voor de binnenlandse markt.
Louis Heldring: Amateur Photographer in the Middle East 1898
Rijksmuseum Studies in Photography vol. 3 – 2008
Rakia Faber
Gebonden, 56 pagina’s, 21 x 26 centimeter, ongeveer 40 foto’s
Manfred & Hanna Heiting Fund / Rijksmuseum Amsterdam
ISBN 9789071450181
prijs: 22,95 euro
Unknown Japan: Reconsidering 19th-century Photographs
Rijksmuseum Studies in Photography vol. 4 – 2008
David Odo
Gebonden, 60 pagina’s, 21 x 26 centimeter, ongeveer 40 foto’s
Manfred & Hanna Heiting Fund / Rijksmuseum Amsterdam
ISBN 9789071450198
prijs: 22,95 euro