In 1967 verscheen House of Bondage (Random House) van Ernest Cole, een krachtige aanklacht tegen Apartheid. Lange tijd waren het boek en fotograaf omgeven door raadsels tot de onlangs verschenen publicatie van The Photographer (Hasselblad Foundation/Steidl, 2010). Dit boek vertelt een treurige geschiedenis van een bewogen fotograaf die in ballingschap een meesterwerk uitbracht.
Autodidact Ernest Cole (1940-1990) startte in 1958, als een van de eerste zwarte fotojournalisten, een carrière bij het vermaarde magazine Drum. Hier werkte hij als freelance fotograaf en begon te werken aan een foto-essay over het leven van de zwarte bevolking onder Apartheid. Vanwege zijn achtergrond kon hij beter de situatie van de zwarte bevolking over het voetlicht brengen dan veel blanke fotografen. Om als zwarte ‘vrij’ te kunnen fotograferen, hield hij de autoriteiten voor dat hij een kleurling, in plaats van een ‘native’, was en beweerde de criminaliteit onder de zwarte bevolking te willen vastleggen. Zondoende kreeg hij toestemming en kon hij heimelijk de schadelijke gevolgen van Apartheid op de zwarte bevolking overbrengen. Zijn foto’s gingen echter niet zozeer over de gruwelijke politieke oppressie, maar eerder over de gevolgen ervan op het dagelijkse leven.
Geïnspireerd door Henri Cartier-Bresson’s boeken The Decisive Moment (1952) en People of Moscow (1955) besloot hij te fotograferen met de publicatie van een boek in gedachte. Cole was zich ervan bewust dat de overheid een boek over dit onderwerp niet zou toestaan en koos in 1966 voor ballingschap. Hij smokkelde de gemaakte foto’s de grens over en kreeg House of Bondage uiteindelijk in Canada gepubliceerd. Zoals verwacht volgde in Zuid-Afrika direct een verbod met als gevolg dat het in zijn moederland lange tijd grotendeels onbekend bleef. Inmiddels is echter algemeen aanvaard dat House of Bondage een klassieke aanklacht is met sterke, onvergetelijke sequenties.
Na Cole’s vertrek uit Zuid-Afrika verschenen nauwelijks noemenswaardige foto’s van zijn hand, waardoor hij snel in vergetelheid raakte. Na uitgebreid onderzoek door The Hasselblad Foundation, verscheen in 2010 bij Steidl het boek Ernest Cole Photographer.
Voor dit project was het onderzoek naar het vrijwel onbekende leven van de fotograaf van groot belang. Ernest Cole Photographer geeft eindelijk inzicht in het werk en leven van Cole. Naast prachtige prints, bevat het boek zeer uitgebreide en informatieve essays over de fotograaf. Desondanks blijven nog steeds veel vragen onbeantwoord.
Het Hasselblad Centre kreeg via omwegen beschikking over prints die Cole maakte in Zuid-Afrika maar het werk dat Cole in ballingschap produceerde blijft nog steeds grotendeels onbekend. De negatieven van Cole, gefotografeerd in Zuid-Afrika en daarbuiten, zijn vergaan of op zijn minst zoek, wellicht ooit geveild. Dat voedt de hoop dat we ooit nog nog een completer beeld kunnen vormen van Cole. De vraag is echter of deze hoop niet ijdel is, en of we ons niet moeten troosten met het huidige beeld dat we nu van Cole hebben. Ernest Cole Photographer leert immers dat zijn werk van hoge kwaliteit is, maar dat de fotograaf tijdens zijn ballingschap in een creatieve impasse raakte. Dat komt onder andere naar voren in een tekst waarin Cole door vriend Struan Robertson omschreven wordt als ‘A restless soul in a restless body’.
Reeds in Zuid-Afrika leed Cole onder de inhumane onderdrukking, maar het was juist de ballingschap waardoor hij ontwortelt en, zeker in de racistische Verenigde Staten, gedesillusioneerd raakte. In Zuid-Afrika had hij zich volledig kunnen overgeven aan zijn roeping om de gruwelen van Apartheid vast te leggen. Buiten Zuid-Afrika verloor hij zijn voornaamste inspiratiebron. Hoewel Cole in de Verenigde Staten een beurs ontving om de zwarte bevolking van de zuidelijke staten te fotograferen, leidde dat niet vanzelfsprekend tot een verheven reportage waarmee hij internationaal zou doorbreken. De serie over de zwarte bevolking van de Verenigde Staten is tot op heden spoorloos. De creatieve impasse en ontworteling culmineerde midden jaren zeventig tot een armoedig bestaan, dakloos, lijdend aan heimwee dat zou voortduren tot zijn dood in 1990.
Ernest Cole Photographer vertelt een troosteloos verhaal over een worstelende ziel, maar vooral ook een begenadigde fotograaf die prachtig werk heeft nagelaten. Een deel van dit werk is op mooie wijze gereproduceerd, maar toch wringt er iets aan deze pubicatie. Cole maakte House of Bondage als pure aanklacht op systeem in Zuid-Afrika. De vormgeving en presentatie van foto’s stond, soms ongelukkigerwijs, in dienst van deze aanklacht. Ernest Cole Photographer beoogt echter enige afstand te nemen van het strijdlustige karakter om de foto’s op kwaliteit te beoordelen en in historisch perspectief te plaatsen. Nogmaals, er is bewust gekozen om geen tweede versie van House of Bondage te maken. Toch is dat jammer. Anno 2011 zou het weliswaar een enigszins een vorm van parachronisme hebben opgeleverd, maar Cole maakte de foto’s nu eenmaal vanuit zijn activisme.
Hoewel de toevoeging van foto’s waarop bijvoorbeeld zeer warme, en dus verboden, contacten tussen blanken en zwarten te zien zijn, een verrijking zijn, blijft juist de afwezigheid van de verloren foto’s pijnlijk duidelijk. Het plaatsen van veel bekende foto’s, weliswaar beter en ruimer gedrukt, in een nieuwe context blijft altijd een hachelijke onderneming dat een mooi boek oplevert, maar de overredingskracht van House of Bondage ontbeert.
De teksten en het grondige speurwerk van de bij deze publicatie betrokken personen maakt echter alles goed, temeer omdat exemplaren van Cole’s enige boeken (sinds Martin Parr’s The Photobook) vrij prijzig zijn. Het beoogde doel om een nieuwe generatie bekend te maken met Ernest Cole en hem ook nog eens definitief te plaatsen in de canon van de Zuid-Afrikaanse fotografie is alsnog geslaagd.
Ernest Cole Photographer (2010)
teksten: Ernest Cole, Struan Robertson, Ivor Powell en Gunila Knape
foto’s: Ernest Cole
gebonden 27 x 29 cm
272 pagina’s
120 afbeeldingen
uitgever: Steidl & Partners
ISBN: 978-3-86930-137-2
prijs: €45.00
Ook in Nederland doken prints en contactvellen van Cole op, wat leidde tot een tentoonstelling in het Museum voor Volkenkunde in Leiden. Mirjam van den Berg maakte hierover een interessante presentatie waarin ook enkele foto’s van Cole, gemaakt in New York, te zien zijn.