Als je een museum bezoekt met vier tentoonstellingen, waar begin je dan, en waarmee sluit je de ronde af? Wat mij betreft op de manier die mijn moeder me leerde bij het eten van vieze dingen: eerst de levertraan, daarna de boterham met kaas, en dan de hagelslag. Een volgorde die ik graag aanraad bij het bezoeken van het Fotomuseum Antwerpen, dat vier nieuwe tentoonstellingen heeft, in het kader van het festival Foto Antwerpen 2005.
Begin daarom op de vierde verdieping. We zien hier een tentoonstelling van een dertigtal fotografen die zich laten vertegenwoordigen door het wereldomspannende fotoagentschap Getty Images, ‘partner’ van het museum. Een prachtige zaal met mooi licht. Aan het aantal afdrukken af te meten hangt er ongeveer één foto per fotograaf, wellicht vermeerderd op enkele brede lcd-schermen die slideshows tonen. Hoe het precies zit – welke fotograaf maakte welke foto’s ? – blijft de bezoeker onduidelijk. Bij de ingang hangt wel een lijst met dertig namen. Maar kennelijk is de individuele prestatie en creativiteit niet belangrijk genoeg om deze te benoemen in de tentoonstelling. Het product Getty is belangrijker dan de individuele fotograaf.
Wat de tentoonstelling New Photographers 2006 wil laten zien is welke fotografen volgend jaar mede het beeld van de reclame-fotografie zullen bepalen. Het resultaat is weinig verrassend: een agentschap als Getty zet in op veilige keuzes, zoals het hoort bij een groot bedrijf. We zien frisse kleuren, mooie omgevingen, prachtige mensen. Maar gaat het ergens over? Nee, behalve onbedoeld waarschijnlijk over de leegte van fotografie zonder context.
Het is dan een troost om in de galerie van het museum, op de begane vloer, te zien dat Gert Jochems zich vastbijt in een documentair onderwerp: Siberië, in een grove korrel in zwartwit. Hij hoort in de Belgische ontwikkeling, ofwel traditie van journalistieke fotografen als Patrick de Spiegelaere en Stephan Vanfleteren. Jochems is ook een jonge fotograaf, maar wel iemand die een plaatsje in een museum verdient omdat hij uit persoonlijke drang tot een goed verhaal komt.
Dat de presentatie, keurige afdrukken in keurige lijsten aan de muur, niet het juiste medium is om dit werk te tonen nemen we op de koop toe. Evenals de kleurkopie-drieluiken die in vitrinekasten midden in de ruimte staan. Met spanning wachten we op het boek dat komen gaat. Sommige fotografie verdient een tentoonstelling, andere eerder een boek.
Echt interessant wordt het op de tweede verdieping, waar een overzicht hangt van actuele fotografie uit Rusland. We zien werk van fotografen zoals die zich na 1991 hebben ontwikkeld; zoals de titel aangeeft, Street, Art and Fashion. Het levert een interessante worsteling op. Aan de ene kant kunnen sociale problemen, armoede en terroristische aanslagen zonder tussenkomst van een censor in beeld worden gebracht en gepubliceerd. Anderzijds zien we een stevige westerse invloed: de tentoonstelling staat bol van beeldtaal zoals we die kennen van Rineke Dijkstra, Hellen van Meene en andere succesvolle West-Europese en Amerikaanse fotografen. Prima, want het gehele palet geeft de indruk dat de fotografen in Rusland eigenwijs en creatief genoeg zijn om zich verder te ontwikkelen. In die zin is de tentoonstelling een interessante momentopname.
En dan sluiten we op dezelfde etage af met het toetje: Sabena Air Nostalgie. Een visueel feestje van posters en publiciteitsfoto’s uit de jaren vijftig en zestig. Zonder besef van turbulentie bouwt een kleuterjongen een toren van plastic blokjes, en op de belendende foto geniet een man (pappie?) in de business class van een sigaret en de aanblik van een komend glas martini in de hand van de stewardess.
Allemaal voorbij, net als Sabena, dat vier jaar geleden failliet ging. Wie de beelden goed beleeft, stapt nooit meer binnen bij Ryan Air en andere prijsvechters.
Edie Peters
• Bij Getty: New Photographers 2006
• Een indruk van Street, Art and Fashion is te krijgen bij het Moscow House of Photography
• Bekijk vier Siberië-foto’s van Gert Jochems bij FLACC