Fluïdum

Het is vijf voor half drie. Alle sneeuw is opzij geschoven. De eenzame voorbijganger is geen kerkganger, want het gebouw met de toren is geen kerk. Het blijkt een kantoorpand in New York te zijn van de firma Woodward en – ? Die tekst is versleten.
Schuift men deze stereofoto in een stereokijker, dan staat de man pas écht op de rijweg. En de ruimte om hem heen schijnt nog meer verlaten. De Britse natuurkundige Wheatstone was de eerste mens die in 1838 goed beschreef wat ruimtelijk zien is. Hij ontwierp een stereoscoop waarmee met twee platte afbeeldingen de illusie van een driedimensionaal beeld kon worden opgeroepen.

Stereoscopie werd halverwege de negentiende eeuw populair, maar verloor in de jaren 10 van de twintigste eeuw al snel terrein aan de film. De man op de weg poseert nog geduldig, de sluitertijd is lang en bij nader inzien wordt het beeld bevolkt door spookachtige voorbijgangers op de fiets en transparante wandelaars. Hoe langzamer het bewegingstempo, hoe meer materie de mens bij zo’n lange sluitertijd krijgt.

Fotograaf en model zullen nooit weten dat de tand des tijds – met behulp van vocht – zijn eigen fluïdum aan het beeld heeft toegevoegd. Het kantoor lijkt daardoor sterk op een kerk. Alleen niet in stereo.


Schrijfster en kunstenares Margit Willems deelt foto’s met ons uit haar verzameling en die van anderen.
Meer fotokeuzes van Willems zijn te vinden op de Facebook-pagina K Wispelaer Zetkrant