Foam presenteert indrukwekkende collectie foto’s over de liefde en de dood

De Newyorkse verzamelaar W.M. Hunt selecteerde uit zijn Dancing Bear Collection enkele honderden beelden die nu te zien zijn in het Amsterdamse Foam. De tentoonstelling heeft als titel ‘Oog-Eye’ meegekregen en representeert het leitmotiv van Hunt’s collectie: verstoringen in het visuele contact.
In de statige salonopstelling zijn 270 nummers uit de verzameling van William – Bill – Hunt opgenomen. Het is een uitzinnige collectie die veel vertelt over de geschiedenis van de fotografie, verschillende technieken en genres omvat en bestaat uit beelden van fotojournalisten, anonieme, bekende en beroemde fotografen. Het verbindend element is het motto waarmee de verzameling is opgebouwd: de verstoorde blik.
 
Het uitgangspunt van zijn verzameling bestond al bij de eerste aankoop:  meer dan dertig jaar terug verwierf Hunt een foto die Imogen Cunningham in 1910 van een gesluierde vrouw maakte. Vanaf dat moment begon hij foto’s van mensen te verzamelen, waarin de ogen niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Door allerlei barrieres en de verschillende kijkrichtingen is het voor bezoeker onmogelijk oogcontact te krijgen met de afgebeelde personen.
 
Dit uitgangspunt kent nu zoveel variaties, dat je onwillekeurig op zoek gaat naar de onderliggende boodschap van al die verschillende beelden. Een belangrijk thema in deze tentoonstelling is ongetwijfeld de dood. Een extreem voorbeeld is het portret dat Joel Peter Witkin maakte van een lijk dat hem aan zijn vader deed denken; van het lichaam, want het hoofd ontbreekt. Naast beelden van oorlogslachtoffers, personen die op diverse wijzen geëxecuteerd worden en foto’s van dodenmaskers, voel je ook in een groot aantal minder letterlijke taferelen de directe dreiging van de dood.
 
Gelukkig voor de kijker hebben veel andere foto’s betrekking op een ander groot thema dat ik voor het gemak maar even ‘de liefde’ noem. Eén van de iconen van deze show is naar mijn mening een prachtig portret uit Storyville, de gelegaliseerde hoerenbuurt in New Orleans. Het betreft een liefdevolle opname uit de serie die E.J. Bellocq rond 1911 maakte van de locale prostituees. Aan de andere kant van de – tijdens deze expo blauwe – tuinzaal vinden we een fraai portret van Sophia Loren door Richard Avedon. En een zo mogelijk nog mooiere afdruk van het portret dat Irving Penn van twee gesluierde Arabieren maakte. Zo verbindt de verzameling het bitter en het zoet, waardoor deze collectie in staat kan worden geacht een breed scala aan gedachten en emoties op te roepen.
 
Hunt, die aanvankelijk als acteur zijn brood verdiende, raakte in de jaren zeventig betrokken bij de fotografie. Hij begon te verzamelen en leerde mensen ‘uit het veld’ kennen. Tot halverwege de jaren negentig was hij voorzitter het comité Photographers and Friends United Against AIDS. Vervolgens werkte hij voor de Newyorkse galerie Ricco/Maresca. Twee jaar terug startte hij met Sarah Hasted in hetzelfde gebouw fotogalerie Hasted/Hunt. Zij exposeren een grote verscheidenheid aan fotowerk: werken van Joel Peter Witkin, Erwin Olaf en Andreas Gefeller tot foto’s van het beroemde collectief van persfotografen VII, waaronder Eugene Richards en James Nachtwey. In Foam toont Hunt een serieuze en smaakvolle selectie foto’s, die iedere rechtgeaarde fotografieliefhebber eigenlijk zou moeten gaan bekijken.
 
Han Schoonhoven
 
OOG – EYE: foto’s uit de verzameling Dancing Bear van W.M. Hunt
Tot en met 15 april in Foam, Keizersgracht 609 in Amsterdam
 
• Voor een kijkje in ‘de stal’ van Hunt, zie: www.hastedhunt.com