Fotofestival Naarden 2011 speelt op safe

Afgelopen weekend opende het Fotofestival Naarden met als thema Let’s face it – portraits of dutch photography. Hoewel het festival zegt jong fotografisch talent uit Nederland te brengen, bestaat de hoofdtentoonstelling in de Grote Kerk uit werk van de gevestigde namen Joost van den Broek, Koos Breukel en de Belg Stephan Vanfleteren.
De organisatie gaf hen zelf de verantwoordelijkheid over de presentatie. En met resultaat: zij kozen ervoor de foto’s door elkaar te hangen waardoor ze een relatie met elkaar aangaan. Verschillen vallen op, maar even zoveel overeenkomsten. Thematiek, aandacht voor de mens maar ook de huid als structuur, als tweede karakter in een portret, om maar iets te noemen. Liefde voor schrijvers. Geen angst het menselijk verval in de ogen te kijken en een knipoog te geven. En wie had gedacht dat zij alle drie gefascineerd zijn door begrafenissen? In een aantal vitrines zijn parafernalia uitgestald die zij tijdens het fotograferen of daarna van het onderwerp kregen: cadeaus, snapshots, brieven, proefdrukken. Een leuk inkijkje in de ‘achterkant’ van de portretten die we regelmatig in de media voorbij zien komen.


Opmerkelijk is het dat er nog drie fotografen exposeren in de Grote Kerk. Fotografen die niet kunnen tippen aan het niveau van de ‘kopstukken’ met wie zij de ruimte delen. Zelfs de van glimmend perspex voorziene fotokopiewerken van Lieve Prins verbleken bij de kwaliteit van het werk van Van den Broek, Breukel en Vanfleteren.Het blijkt symptomatisch te zijn voor de rest van het festival: de debuterende curatoren/organisatoren zagen zich voor de opgave gesteld een selectie te maken uit een overweldigend groot aanbod en zijn daar slechts te dele in geslaagd. Zo zijn er minstens vijf portretreeksen van jonge soldaten voor en na hun uitzending te zien, die wel erg doen denken aan de jonge Olivier die werd gevolgd door Rineke Dijkstra. Vier series over boksen, waaronder de kickboksers van Janus van den Eijnden (Gele Loods): “Ik moest voor een commerciële klus de winnaars van een kickbokswedstrijd fotograferen. Ik vond het eigenlijk nogal saai hoe ze poseerden met hun bekers en besloot dat ik ze vlak na het vechten zelf, voor ze door de coach gegrepen werden, wilde vastleggen. Ik ben zelf een beetje een softie dus die camera is een heel goed excuus om me in zo’n compleet andere wereld te begeven.” Van den Eijnden liet ze meteen na de wedstrijd voor een witte muur plaatsnemen. Vermoeidheid, euforie maar vooral een merkwaardig soort roes en kalmte tekent de met bloed en zweet overdekte koppen in zijn foto’s. Van de aangekondigde thema’s (zelfportretten, bedrijfskleding, naakten) is nauwelijks een samenhangend geheel gemaakt.


De foto’s die Henk Bleeker (ook te zien in de Gele Loods) maakte in een boksschool in Havana communiceren hoop, uitputting en verslagenheid; boksen als laatste strohalm. Esthetische beelden die eerder documentair van aard zijn dan een portret. Raken we meteen een tweede belangrijk punt: het thema is nogal breed geïnterpreteerd en opgerekt tot menselijke aanwezigheid in een foto. Een goed gefotografeerd stuk steen kan meer persoonlijkheid uitdrukken dan sommige ‘portretten’ op het festival, wat overigens niet automatisch afdoet aan de kwaliteit van het werk op zich. Een portret zegt iets over de persoon (of het voorwerp) die is afgebeeld, of over de fotograaf zelf eventueel. Maar neem nu de Afrikaanse modellen van Ingrid Baars die op grote doeken buiten de Grote Kerk te zien zijn. Baars zelf heeft ook wat moeite met de definitie ‘portret’ en noemt haar werk tweedimensionale sculpturen (ze fotografeerde Afrikaanse modellen en traditionele beeldhouwwerken om ze in Photoshop samen te smelten). Overigens werd Baars onderwerp van een klein schandaaltje: er zou te veel bloot te zien zijn op haar foto’s en dat vond de kerkraad niet zo’n goed idee. Vlak voor de opening moest zij nog op zoek naar een nieuwe locatie voor haar werk.


Bij weinig tijd zijn verder met name de Gele Loods en Bastion Oranje de moeite van het bezoeken waard. Niels Helmink fotografeerde leden van verschillende amateurmuziekkorpsen en schutterijen vanwege de karakteristieke kleding. Tussendoor werd hij bovendien ziek: kanker. Van dat proces maakte hij –niet zonder humor- zelfportretten die in de Gele Loods te zien zijn. De politieke portretten van Bas Losekoot verrassen: hij posteerde Femke Halsema in een openbaar toilet en wist haar een minimale maar ondeugende, meisjesachtige uitdrukken te ontlokken. Je vraagt ze af wat ze zojuist beraamd heeft. De installatie met zelfportretten van Janica Draisma schurkt aan tegen hysterische meisjeskunst maar weet toch een goede snaar te raken, lokt uit dat je haar een aai over haar bol wil geven en een kopje hete thee waarbij je fluistert dat het allemaal wel goed komt. Poike Stomps fotografeerde inwisselbare plekken in verschillende Europese hoofdsteden: globalisering in your face.


Fotofestival Naarden 2011 speelt flink op safe met de keuze voor het portret. Op het vlak van selectie moeten ze nog wat leren, maar buiten kijf staat dat de tentoonstelling met Joost van den Broek, Koos Breukel en Stephan Vanfleteren een spannend geheel is geworden, spannender wanneer het om slechts één van hen had gedraaid.

Fotofestival Naarden
21 mei t/m 19 juni 2011
Naarden Vesting
Kaarten: Normaal €15; kortingstarief €12,50 (museumkaart, CJP, leden fotobond, studenten van kunstacademies, fotoacademie en fotovakschool)
www.fotofestivalnaarden.nl

Lees ook de aankondiging van het festival op PhotoQ: Het nieuwe ‘Naarden’: belevenis, omgeving en genieten.