Fotograaf ‘Hanoi Jane’ kritiseert snelle ontwikkeling van Vietnam

Hij maakte volgens eigen zeggen jammer genoeg niet de foto waarvan Jane Fonda eeuwig spijt heeft: een jonge vrouw vrolijk lachend met een helm op achter een stuk afweergeschut ergens in een buitenwijk van Hanoi. De foto op het afweergeschut leverde haar in conservatief Amerika de bijnaam Hanoi Jane op. Nguyen Quang Phung was wel degene die Fonda in de zomer van 1972 rondleidde in de onder bombardementen gebukt gaande hoofdstad van Noord Vietnam.
– door John Kleinen

Met haar bezocht hij crèches en ziekenhuizen. Hij was ook bij de ontmoetingen met Amerikaanse krijgsgevangenen. En wat belangrijker was: hij maakte er foto’s van. Jane Fonda die met een strooien hoed een schuilkelder uitkruipt of een jongetje omhelst: die foto’s ondergroeven veel meer dan die ene foto op het afweergeschut het moreel van het Amerikaanse leger.

Quang Phung was slechts een van Fonda’s door het Ministerie van Buitenlandse Zaken toegevoegde officiële begeleiders. Deze zoon van een koloniale districtsmagistraat sprak een voor die tijd buitengewoon goed Engels. Enkele maanden na het geruchtmakende bezoek van de actrice fotografeerde hij de eerste slachtoffers van de zgn. Kerstbombardementen op Hanoi, nu precies 35 jaar geleden. Ontregelde gezinnen op zoek naar overlevenden in de ruines van het Bach Mai hospitaal. De beelden verschenen behalve in de belangrijkste westerse nieuwsmedia ook in Parijs op de tafel waar Le Duc Tho en Kissinger moeizaam onderhandelden over het beëindigen van de Vietnam-oorlog.

Phung zou zijn foto’s en negatieven nooit meer terug zien. Die ervaring maakte hem uiterst wantrouwig jegens iedereen die later om afdrukken vroeg. Zijn overheidsbaan verhinderde een carrière als fotograaf, maar zorgde er wel voor dat hij een binnenwereld vastlegde die tot nu toe onbekend is gebleven.

Quang Phung nam zo’n tien jaar geleden afscheid van het ministerie dat hem als fixer naar buitenlandse ambassades stuurde om diplomaten bij te staan hun weg te vinden in de hoofdstad Hanoi. Vi Le, de Vietnamees-Australische echtgenote van Douglas ‘Pete’ Peterson, de eerste VS ambassadeur na 1975 en zelf een inwoner van het beruchte Hanoi-Hilton kreeg bijles om haar sneller het in het noorden gesproken Vietnamees bij te brengen. Het personeel van de Japanse en Irakese ambassade vroeg hem graag om advies en omgekeerd kreeg het regiem van Saddam Hoessein via zijn stille diplomatie te horen dat Hanoi zich ernstig zorgen maakte over de hardhandige behandeling van linkse leden van de Baath-partij.

Al die tijd koesterde Phung zijn Leica M4 en maakte foto’s van wat hem interessant leek. Zijn afkomst, maar ook zijn vriendschap met drie van Hanoi’s belangrijkste kunstenaars die allen in de jaren vijftig en zestig in ongenade waren gevallen zorgden ervoor dat hij geen partijlid werd. Het verhinderde niet dat hij zelf een beschermeling werd van de legendarische generaal Vo Nguyen Giap, de man die in 1954 de Fransen bij Dien Bien Phu had verslagen. Phung bleef toegang houden tot de gesloten binnenring van Vietnamese partij-elite.

Tegelijkertijd ontwikkelde hij zich tot een scherpe kroniekschrijver van het in snel tempo veranderende Hanoi.
In 1990 viel hij op met een schitterend portret van de Frans-Vietnamese dochter van een in de jaren veertig naar de Viet-Minh overgelopen legionair. Deze Ho Thien Nga leeft nu als klassiek danseres in Italië. Het in het openbaar tonen van métissage dat te veel aan Vietnamese samenwerking met een vijandelijke ‘ander’ herinnerde, was niet gebruikelijk in een land dat bezig was om na de oorlog opnieuw een eigen sterke nationale identiteit te ontwikkelen. Het was wel een belangrijk signaal dat Vietnam ook cultureel bezig was te liberaliseren.

Phung’s beelden van heroïne-verslaafden rondom het serene Hoan Kiem-meer in hartje Hanoi, nota bene op een door het Ministerie van Binnenlandse Zeken gesponsorde tentoonstelling, zorgden voor nog meer commotie. Zijn naam was gevestigd. Sindsdien kiest Phung zijn onderwerpen zorgvuldig met een expliciete sympathie voor hen aan wie de snelle economische ontwikkeling voorbij dreigt te gaan. Hij is een verhalenverteller par excellence. Foto’s van het nationale congres van de Boeddhistische Kerk dat begin december plaats vond tonen de gepantserde 2e hands Mercedes Bentz die de regering geheel belangeloos, maar ook onnodig aan de oppermonnik Thich Thanh Tu ter beschikking stelde. In de voorruit weerspiegelt het motto van de bijeenkomst ‘Eenvoud en transcendentie’.

Dat is het verhaal dat Phung wil vertellen: een stad waarvan hij houdt, maar die uit zijn voegen barst door de snelle economische ontwikkelingen.

John Kleinen
Docent (visuele) antropologie Universiteit van Amsterdam
Bestuurslid Spaarnestad Fotoarchief
auteur van Zijstraten van de geschiedenis. J.G. Mulder en de wereld van
1900 in stereofoto’s. Amsterdam: de Verbeelding, 2006.


Nguyen Quang Phung in zijn werk-, woon-, en slaapkamer van drie bij vier meter. Om hem heen albums en negatieven die bijna 35 jaar fotografie omspannen. Zijn nalatenschap is in gevaar: er is geen digitaal archief dat toegankelijk is voor derden. Zijn kinderen weten nauwelijks wat Phung in dertig jaar heeft verzameld.