Fotojournalisten verliezen van amateurs bij foto’s van catastrofes en cliché’s, zo lezen we in de scriptie ‘Koekeloeren met Kodak. Opmars van het amateurbeeld’. Het is een rijk geïllustreerde tekst van Adriaan van der Ploeg, die hij voor zijn eindexamen aan de fotografie-opleiding van de St. Joostacademie samenstelde.
In zijn inleiding constateert Van der Ploeg dat steeds meer foto’s in kranten en filmpjes op televisie door amateurs zijn gemaakt. Hij noemt naast de foto’s en video’s van de aanslag op de Twin Towers en de snapshots uit de Abu Ghraib gevangenis ook de telefoonfoto van de moord op Theo van Gogh en het plaatje dat een passant schoot van de diefstal van twee Munch-schilderijen uit het museum van Oslo. En vraagt zich vervolgens af waar het bestaansrecht van de professionele fotojournalistiek anno 2005 ligt.
Van der Ploeg geeft een uitgebreid overzicht van de ontwikkeling van de amateurfotografie en de rol die de fabrikant Kodak daarin speelde. In dat verband bespreekt hij het fenomeen ‘Kodakmoment’ (met hilarische voorbeelden), de manier waarop de betreffende beeldtaal doordringt in het gemeenschappelijk bewustzijn en authenticiteit verwerft.
Op basis van termen als toeval, kwantiteit en snelheid stelt Van der Ploeg vervolgens vast dat de traditionele beroepsfotograaf het binnen de huidige fotojournalistiek nooit kan winnen van de alomtegenwoordige amateur.
In zijn conclusie komt hij echter tot de slotsom dat er wel degelijk ruimte is voor de professionele fotojournalistiek mits de betreffende fotograaf maar originele onderwerpen opzoekt en die afbeeldt in een verrassende stijl: voorbij de clichés en de clichématig gefotografeerde catastrofes.
Download de scriptie ‘Koekeloeren met Kodak. Opmars van het amateurbeeld’ (3,3 MB)