Het Nederlands Fotomuseum gaat een zonnige toekomst tegemoet. Nu nog gevestigd aan de Witte de Withstraat, maar vanaf 18 april 2007 in het geheel vernieuwde gebouw Las Palmas op de Wilhelminapier in Rotterdam. Het bleek de hoogste tijd voor fikse uitbreiding. Directeur van het museum Ruud Visschedijk zegt over de verhuizing dat het ‘een belangrijke stap is in de Nederlandse fotografie’.
Acht jaar geleden kreeg Visschedijk telefoon en werd hem gevraagd of het Nederlands Fotomuseum niet moest uitbreiden en of Las Palmas daar niet geschikt voor zou zijn. Op dat moment werd hij een beetje overdonderd door het idee maar nu is het dan eindelijk zover. Op de Wilhelminapier in Rotterdam verschijnt langzaam maar zeker het nieuwe gebouw, er wordt met man en macht gewerkt om de toekomst van de Nederlandse Fotografie een fraai onderkomen te geven.
– verslag door Stef van ’t Land
Gisteren werd in hotel New York, gelegen op loopafstand van Las Palmas, gesproken over het nieuwe museum en kregen de bezoekers tevens een rondleiding door het in aanbouw zijnde gebouw. Architect Jan Benthem sprak over zijn aanpak, interieurdesigner Joost Alferink vertelde over de aankleding en hoofd tentoonstellingen Frits Gierstberg lichtte alvast een tipje van de sluier over de openingstentoonstellingen Dutch Eyes en Panorama Las Palmas. Dutch Eyes focust zich op de geschiedenis van de fotografie in Nederland en Panorama Las Palmas richt zich op 150 jaar fotografie van de stad Rotterdam en de haven binnen een omtrek van 1 kilometer rondom Las Palmas.
In het huidige museum is ruimtegebrek. Verwacht wordt dat er binnen vijftien jaar 10 miljoen negatieven, dia’s en afdrukken, dat zijn er nu nog 4 miljoen, worden opgeslagen en geconserveerd. Zijn er nu nog twee expositieruimtes, dat worden er vier. Verder komt er meer ruimte voor de bibliotheek en nieuw is het kenniscentrum, waar workshops en seminars worden gehouden.
Ook vestigen zich twee andere culturele instellingen in het gebouw. De eerste, De Beeldfabriek, biedt cursussen en workshops aan op het gebied van fotografie, video en nieuwe media. De tweede, LP II, is een open ruimte van 1200 m2 om de functies van Las Palmas een extra dimensie te geven. LP II organiseert niets zelf, maar stelt de ruimte beschikbaar voor kunstfestivals en voor projecten en producties waar Rotterdamse kunstinstellingen zelf de omvang niet voor hebben.
In het gebouw komen ook veel kantoorpanden waar tientallen bedrijfjes zich kunnen vestigen. Tot dusver zijn er ruimtes verhuurd aan architecten- en vormgevingsbureaus. Gehoopt wordt dat fotografen hun atelier daar willen hebben.
Las Palmas was ooit een pakhuis. Een groot betonnen pand waarin goederen werden opgeslagen om vervolgens te worden gedistribueerd. Jan Benthem, de architect, zegt dat hij haast niets aan de oude stijl heeft veranderd, dat de grove uitstraling weer volledig in de nieuwe opzet is geïntegreerd. ‘Maar gelukkig wordt het wel onder handen genomen want dan komt er eindelijk weer een beetje leven in de haven.’ Na het pakhuis zijn functie als havenwerkplaats in 2001 verloor, is het voor veel andere doeleinden gebruikt. Er zaten architectenbureaus, er was een fitnessruimte en ook werden er grote feesten gereorganiseerd.
Op het dak van Las Palmas komt een haast futuristisch gebouw en een park. De opdrachtgever OVG Projectontwikkeling BV zal daar een eigen kantoor bouwen. OVG blijft daar in ieder geval tien jaar en kan op deze manier laten zien waar het toe in staat is. Het kantoor krijgt ronde vormen en zal van ver te zien zijn, waardoor de reclame voor het bedrijf het bedrijf zelf is.
Het nieuwe gebouw moet de bezoeker het gevoel geven alsof je in een grote transparante ruimte bent gearriveerd waar cultuur en kunst je van alle kanten raken. Er is één entree voor de afzonderlijke functies in het gebouw wat het besef van eenheid moet versterken.
In de expositieruimtes wordt veel gebruik gemaakt van filters, waarmee je volgens Alferink kunt spelen met het oog. Tussen de grote betonnen pilaren die het gebouw rijk is, die stammen uit de oude periode, worden de filters opgehangen en daarop kunnen beelden en lichtshows worden geprojecteerd. De filters zijn er om de grote ruimte op te delen in verschillende velden.
Voor het kenniscentrum en de bibliotheek, gelegen op de bovenste verdieping, is gekozen voor groene en blauwe kleuren, wat een rustige sfeer moet overbrengen. In de expositieruimtes, die op de begane en beneden verdieping komen, is er juist voor gekozen om terughoudend om te gaan met kleuren zodat de foto’s niet onderschikt raken aan het interieur. Nu is nog niet te zeggen of het allemaal zo zal uitpakken, want het gebouw staat nog volledig in de steigers.
Volgens Frits Gierstberg is fotografie ‘helemaal in’ en is een onbetwiste taak van het nieuwe fotomuseum het verleiden van mensen om exposities te komen bezichtigen. Visschedijk zegt dat er ‘de afgelopen 140 jaar niet zoiets groots is gedaan op het gebied van fotografie in Nederland’. ‘Institutioneel gesproken is dit een belangrijke stap, omdat er meer zal worden samengewerkt.’ De verhuizing naar een plek net buiten het centrum, buiten het culturele hart van Rotterdam, is volgens Visschedijk geen poging tot zelfmoord. Op De Kop Van Zuid, zoals de Wilhelminapier doorgaans wordt genoemd, vestigen zich verschillende culturele stichtingen.
‘Het samenwerken geeft ons de mogelijkheid om meer aandacht te besteden aan de rol van de fotografie in de samenleving, de beeldcultuur en de media. Ook de fotografie van amateurs heeft in het nieuwe gebouw een prominente plek in het programma. Het wordt een Mekka voor liefhebbers van beeldcultuur en digitale media. We hopen uit te groeien tot het nationale centrum voor fotografie’ zegt Visschedijk.
De kosten van het project zijn 25 miljoen euro. De bouw bedraagt ongeveer 17 miljoen en de inrichting 8 miljoen euro. Gemeente Rotterdam stelt een deel van dit geld beschikbaar, onder andere om het personeel te betalen en om nieuwe kunstwerken aan te schaffen. Maar tevens komt er veel geld uit het Wertheimer fonds. Hein Wertheimer was een amateur-fotograaf die na te zijn overleden 10 miljoen euro naliet om te besteden aan een fotomuseum voor zowel professionele als amateur-fotografen. Dat in het nieuwe gebouw de amateur dan ook speelruimte krijgt, is mede te danken aan Wertheimer.