Ja, ik weet het heus wel. We leven in een tijd waarin we elkaar vooral moeten bewonderen en bewieroken. En we vooral geen lastige vragen mogen stellen of kritische kantekeningen zetten bij wat we voorgeschoteld krijgen. Stel je voor dat je iets niet begrijpt terwijl het gemaakt is voor de grootst mogelijke doelgroep: IEDEREEN. Af en toe kan ik het toch niet laten om mijn verbazing uit te spreken over iets wat gemaakt is door anderen, en omdat ik dat per post toegestuurd krijg blijkbaar dus ook gemaakt voor mij.
Afgelopen week kreeg ik 4 pakketten, een boek met een collectieoverzicht fotografie van Banque Neuflize Vie uit Parijs, 2 boeken uit de reeks Rijksmuseum Studies in Photography, een jublileumuitgave 25 jaar Creative Agency Vandejong en de veilingcatalogi van Bubb Kuyper.
Om met de eerste uitgave te beginnen: le Regardeur uitgegeven door Éditions Xavier Barral, 2013. Banque Neuflize Vie in Parijs heeft in de loop van de afgelopen 20 jaar een enorme verzameling historische, moderne en vooral hedendaagse fotografie aangelegd. Uit de collectie kun je vrij nauwkeurig de beurswandelingen over 20 jaar Paris Photo achterhalen en het reisgedrag en uitgebreide netwerk dat achter de verschillende chefs, medewerkers en adviseurs van de bank schuilt.
Alles zit er wel in: veel moedige keuzes (waarmee ik bedoel niet altijd klantpleasend) en voor de hand liggende keuzes (waar je nou eenmaal niet omheen kunt). Maar al met al een indrukwekkende verzameling waarin verrassend veel Nederlanders zijn opgenomen, zoals o.a. Teun Hocks, Céline van Balen, Koos Breukel en Rineke Dijkstra.
Het boek, bestaand uit maar liefst 640 pagina’s, met een introductie van Marloes Krijnen, is met grote zorg samengesteld en geproduceerd. Thematisch goed geordend en heel erg goed gedrukt (Italië). Het probleem met dit soort uitgaves is dat niet altijd (met name omdat men die niet heeft kunnen achterhalen en door slordigheid van kunstenaars/galeries) de afbeeldingen even goed zijn gelithografeerd en daardoor hun zeggingskracht soms dreigen te verliezen. Maar dat ziet niemand.
En als voorbeeld van een publicatie van een bedrijfscollectie waarbij zoveel als maar mogelijk uit de kast is getrokken, is het schitterend gemaakt. Heel mooi klassiek ontworpen en prachtig (hardcover) gebonden. Een goed naslagwerk. Niet een fotografisch opwindende beeldmelodie (misschien in het portrettendeel het meest) maar het is een bewonderenswaardig overzicht. Sowieso kan ik een ieder aanraden de fotopublicaties van Éditions Xavier Barral in de gaten te houden.
Pakket 2: Twee uitgaves van het Rijksmuseum, het Manfred & Hanna Heiting Fonds. Het zijn inmiddels weer vol. 12 en 13. Nr. 12 over de Marketing Portraits of Gerard Reve en Nr. 13 Colour in the Home, Autochromes by Jacob Olie. Als je het leven van Gerard Reve (ook in beeld) een beetje gevolgd hebt, kun je niet anders denken bij deze uitgave: er ontbreekt bijna alles, van fotografisch beeld tot boekomslagen en ander drukwerk. Een treurig samenraapsel van beeld en in staccato droge opsomming van Reves leven die voor geen buitenlander (het is in het Engels dus daarvoor het meest bedoeld) te begrijpen is, zeker als je de Nederlandse scene uit Reves roerige leven kende. Beeldredactie is tenenkrommend; ik miste zelfs enkele markante foto’s van Vincent Mentzel zoals een knuffelende Reve met Bram Peper of Reve voor het altaar met Moeder Maria. Zeker na het lezen van Kroniek van een schuldig leven door Nop Maas is dit boekwerkje een aanfluiting.
Sowieso staat deze reeks studies naar fotografie ver weg van de wereld buiten het Museum en blijkbaar ook van Heijting zelf. Niemand die Manfred Heiting (had ooit een enorme verzameling kreuk- en ezelsorenvrije collectie vintage foto’s) durft te zeggen als initiator en sponsor van deze reeks dat het echt zo niet kan en moet. Ook het uiterlijk van de drukwerkjes qua vormgeving, rampzalige winderige typografie en lousy bindwerk is ons Rijksmuseum (vraag toch Irma Boom) onwaardig. Zó ga je toch niet met fotografie om.
Pakket 3: 25 jaar Bureau Vandejong. Een ode aan de fotografen die ooit voor het bureau een opdracht hebben gedaan. Ik vind het geen kers op een taart.
En als fotograaf zou ik hiermee helemaal niet blij zijn, opdrachtwerk wordt bepaald niet autonoom. Alles lijkt opeens hetzelfde. Niets onderscheidt zich van elkaar. Een kabbelende doorsnee zonder hoogte- of dieptepunt, middle of the road of nee eigenlijk heel vlak en plat in alles. Fotografie wordt op deze manier reclamediarree.
En opeens was ik weer heel blij met de 2 catalogi + bijlage over Piet Zwart van Bubb Kuyper (Pakket 4), verleidelijk samengesteld en goed gemaakt met alleen de pretentie potentiële verzamelaars te bedienen, de foto’s die daar tussen de andere prenten werden gerangschikt, kregen weer de magie die ik gelukkig kortgeleden bij Rosso, Brancusi en Man Ray in Boijmans had teruggevonden.