Vijfentwintig na haar dood brengt de Britse uitgeverij Phaidon een monografie met 260 foto’s van Francesca Woodman uit. Er is ontzettend veel over deze vroeg gestorven Amerikaanse fotografe gepubliceerd. Chris Townsend inventariseert de verschillende standpunten en verbindt er zijn eigen conclusie aan.
Wanneer je als dertienjarige begint met serieuze foto’s maken; je talent al vroeg wordt herkend en gekoesterd door onder andere je moeder en vader die beide professionele kunstenaars zijn; je uitblinkt op een gerenomeerde kunstacademie en voorzien van een beurs een jaar lang in Rome kan werken; je als fraaie jonge vrouw vaak figureert in je fotografie en een -zeker gezien je leeftijd – groot oeuvre achterlaat wanneer je op je tweeëntwintigste zelfmoord pleegt, dan ontstaat er een mythe rond je werk en persoon die haar eigen dynamiek heeft.
Francesca Woodman (1958–1981) maakte haar eerste doorwrochte foto’s in 1972, vanaf het begin van haar academietijd (1975-1978) was zij uitermate productief. In het laatste jaar van haar studie werkte zij als ‘artist in residence’ in Rome. Ze ontving in de zomer van 1980 een toelage om in de Macdowell Colony, de oudste ‘kunstenaarskolonie’ van de Verenigde Staten, te kunnen werken. In datzelfde jaar werd haar werk op drie tentoonstellingen in New York getoond. In januari 1979 ging ze in New York wonen, waar ze zich twee jaar later uit een raam liet vallen.
In haar fotografie onderzocht Woodman de mogelijkheden en beperkingen van het medium. Ze speelde met de twee dimensies van een foto door in haar ensceneringen platte en drie-dimensionele beeldelementen op te nemen. De werking van het licht zette ze naar haar hand door tijdens de opname gebruik te maken van reflecties of zwarte of witte pigment. Tijdens het afdrukken hield ze bijvoorbeeld een hand tegen, zodat er een intens witte vorm ontstond. In één van haar foto’s reikt het model naar een lichtvlek, die een plastische aanwezigheid heeft gekregen.
Francesca Woodman had een fascinatie voor onbestemde oudere ruimten, die in haar foto’s tot leven lijken te komen: het behang raakt los, de schouw beweegt, door de muur steekt een hand. In bijna alle foto’s figureerden één of meer modellen, meestal Woodman zelf en vaak geheel of gedeeltelijk naakt. De poses zijn zonder uitzondering dramatisch, theatraal te noemen. Soms hield ze een enkel ornament vast en altijd is er die geladen verhouding met de ruimte. Woodman had een zwak voor romantische, feminiene kleding. In combinatie met de non-descripte ruimten ontstonden beelden die boven de tijd uitgetild lijken. Zelfs een koelkast in de achtergrond van één van haar foto’s wordt dan een oeroud apparaat.
Omdat Woodman niet binnen het toen heersende genre (post-moderne fotografie die gebaseerd was op het idioom van de massacultuur) werkte, bleef haar werk enige tijd onopgemerkt, zo vermoedt de auteur Chris Townsend. In 1986 werd er een (reizende) tentoonstelling aan haar werk gewijd. De eerste essays verschenen en sindsdien is de stroom publicaties over Woodman niet meer gestopt. Townsend stelde een lijst van zeventig artikelen en essays samen. Daarnaast verschenen er nog negen catalogi. De ondertitel van deze monografie ‘Scattered in space and time’ lijkt evenzeer op haar werk als op de receptie van toepassing te zijn. De kunsthistorici bedachten interpretaties die aansloten bij hun eigen stokpaardjes. De één legt de nadruk op haar surrealistische kwaliteiten, de ander ziet in haar een kampioen van het feminisme. Woodman wordt een ‘American Gothic’ genoemd of tot de ‘Post-Minimalisten’ gerekend.
Uit haar aantekeningen – voor dit boek door haar vader geselecteerd en geredigeerd – blijkt dat ze een uitgesproken bewondering had voor de dichteres Gertrude Stein. Townsend, kunsthistoricus en docent aan de universiteit van Londen, ziet in haar werk overeenkomsten met de fotografie van Duane Michals, Ralph Eugene Meatyard en Deborah Turbeville.
In zijn tekst komen alle genoemde aspecten uit het oeuvre en leven van Woodman aan de orde. Hij bespreekt de verschillende interpretaties en koppelt steeds terug naar de beelden, waardoor hij één en ander in verhouding plaatst.
De auteur is duidelijk een bewonderaar van Woodman en dat heeft tot een monumentaal boek geleid. Of je van deze fotografie kan houden of niet, vast staat nu wel dat Francesca Woodman een indrukwekkend aantal foto’s met een rijke beeldtaal en van een bijzondere coherentie heeft achtergelaten.
Han Schoonhoven
Francesca Woodman
scattered in space and time
foto’s en collage’s: Francesca Woodman
tekst: Chris Townsend
met dagboekaantekeningen en fascimilé-pagina’s uit haar dagboeken
gebonden, 240 pagina’s met 230 foto’s in zwart-wit en 30 in kleur
uitgeverij Phaidon
prijs: 75 euro (tijdelijk aangeboden voor 60 euro)
• Deze site bevat 95 foto’s van Woodman: www.heenan.net/woodman