Afgelopen zondag bezochten 300 mensen de Fotoboekenmarathon die was georganiseerd door boekhandel Shashin, Huis Marseille en PhotoQ. Mooi voor een eerste keer, vinden de initiatiefnemers. Er waren interviews met twintig fotografen met aanlsuitend signeersessies, en uiteraard zondagse ontmoetingen met bekenden.
Zo vlak voor kerstmis bleek dat er ook handel in de bijeenkomst zat. Uiteindelijk passeerden 140 boeken de kassa.
Van 11 tot 18 uur zaten de twintig fotografen aan bij Edie Peters om te praten over hun werk en om geprojecteerde foto’s toe telichten. Hellen van Meene vertelde dat ze buikpijn krijgt als ze op straat meisjes ziet die ze wil fotograferen, een ongemak dat pas overgaat na het maken van een portret. Paul Kooiker vertelde dat zijn foto’s vooral basismateriaal zijn om boeken mee te maken of ander drukwerk (Archivo). Koos Breukel maakte de bezoekers deelgenoot van zijn ontmoetingen met Lucian Freud. Hans van der Meer legde uit hoe hij de uitgever ervan wist te overtuigen dat zijn eerste kinderboek niet Schaapjes Tellen moest heten, maar Schapen Tellen.
Marco van Duyvendijk deed een hartstochtelijke oproep aan fotografen om vooral zelf boeken te produceren en niet in zee te gaan met uitgevers, omdat die zelden willen wat de fotograaf wil. Bert Teunissen legde uit dat zijn uitgesproken kleurenfotografie van Domestic Landscapes een eenheid vormen met de even uitgesproken zwartwit-fotografie van zijn nieuwste boek, On The Road. Carla van de Puttelaar vertelde dat in haar nieuwe werk voor het eerst vrouwen van top tot teen zijn te zien, maar ook dat haar model met kippenvel het niet koud had. Hans Rooseboom tenslotte vertelde over de eerste Nederlandse fotografen, in de tweede helft van de 19de eeuw: gewone ambachtslieden die in de studio hun best deden om zo goed mogelijke portretten te maken. En daar meestal een redelijke boterham mee konden verdienen.
Zou zo maar kunnen dat er over een jaar weer een Fotoboekenmarathon is.
Eerder op PhotoQ: Fotoboekenmarathon in Huis Marseille