Toen Joost van den Broek relatief kort na de uitgave Portret Joost van den Broek (2010) aankondigde dat hij een boek wilde maken met zijn journalistieke werk als basis, drong zich de vraag op hoe hij dat zou gaan doen. Van den Broek behoort zonder twijfel tot de beste fotojournalisten die Nederland rijk is, maar dat geeft niet automatisch de garantie voor een goed fotoboek.
Regelmatig bleek het voor fotojournalisten lastig een coherent en relevant boek te maken. Nog lastiger is het een boek te maken dat de tand des tijds weet te doorstaan. Nieuwsfotografie en het fotoboek vormden vaker een slecht huwelijk. Het grote probleem is dat fotojournalisten niet de tijd (kunnen) vinden om zich langere tijd in specifieke onderwerpen te verdiepen. De opdrachtgever wacht immers op nieuwe, actuele beelden. Het gevolg is echter dat de retrospectieven die dan toch verschijnen, veelal de verdieping missen en zelden behouden deze boeken dan ook hun relevantie.
Of het nu goede of slechte fotojournalisten betreft of boeken waarin werk van verschillende topfotografen wordt gebundeld doet er niet toe. Wie maalt er nog om de jaarboeken van de Zilveren Camera of World Press Photo van tien jaar geleden? Ook al worden deze jaarboeken nu steeds mooier vormgegeven, meer dan een jaarlijks portfolio van de beste fotojournalistiek wordt het zelden. De vraag of de fotojournalistiek zich niet moet richten op het domein van de krant, tijdschrift en websites, blijft essentieel. Als we kijken naar de toekenning van subsidies voor fotoprojecten, valt op dat deze doorgaans verstrekt worden aan naar documentaire fotografen of zij die zich hebben bekeerd tot slow journalism.
Gelukkig toonde Joost van den Broek eerder met zijn portrettenboek al aan dat hij in staat bleek deze loden last van zich af te schudden. Ook nu weer blijkt het zelfinzicht van Joost van den Broek. In een passage uit de los geleverde tekst ‘Over de essentie van het kijken’ van Vincent van de Wijngaard zegt hij: ‘Helaas ontbreekt het mij vaak aan tijd om structureel te werken aan één onderwerp. Dat is een aspect dat ik regelmatig mis.’
Zich bewust zijnde van deze beperking heeft Van den Broek de zinvolle keus gemaakt om zich te beperken tot zijn binnenlandse journalistieke en documentaire werk, waarin hij zich concentreert op hem vertrouwde thema’s als Integratie, (in)tolerantie, het asielbeleid, en de vermenging van cultuur en identiteit. De concentratie op deze voor hem belangrijke thema’s, waarin vooral zijn wens naar verdraagzaamheid binnen de samenleving naar voren komt, geeft Goed Volk de benodigde relevantie, die elders veelal ontbreekt. Helemaal los van deze last voor fotojournalisten komt Van den Broek echter niet. Dat zou haast onmogelijk zijn. Soms staan de foto’s, ondanks de verbindende thematiek, net iets teveel op zichzelf.
Het moet voor Van den Broek een helse klus geweest zijn om uit het zeer krachtige fotojournalistiek werk, waarin hij steeds dat juiste moment vangt en daarmee dat ene verhaal vertelt, een coherent boek samen te stellen. De foto’s die Van den Broek selecteerde verraden een uiterst zorgvuldige kijk en een oog voor detail. Losse beelden worden afgewisseld door korte reportages die een hoogtepunt bereiken in de schrijnende serie over de gedwongen uitzetting van Iraakse asielzoekers.
Een kritische lezer zou het kunnen opvatten als pedanterie, maar de keus om expliciet aan te geven waar en wanneer elke foto werd gepubliceerd is briljant. Het geeft inzicht in de wijze waarop de fotojournalistiek werkt en wat voor een soort opdrachten door specifieke opdrachtgevers worden gemaakt en welke juist niet. Het boek geeft daardoor gedeeltelijk inzicht in de fotojournalistiek, een tak van de fotografie waarin het voor fotografen steeds lastiger wordt zich staande te houden. Goed Volk zou verplichte kost moeten zijn voor studenten fotojournalistiek. Allereerst bevat het zeer sterke en goede nieuwsfoto’s. Daarnaast toont Van den Broek dat ook een fotojournalist los kan komen van de productie van losse nieuwsfoto’s. Tot slot kan Goed Volk studenten motiveren de diepgang in bepaalde thema’s uit te werken. Dat Van den Broek met Goed Volk wederom een duidelijk stempel op zijn werk drukt en zich, positief, onderscheid van zijn collega’s moge duidelijk zijn. Hij slaat met Goed Volk tevens een brug tussen de pure nieuwsfotografie en de documentaire fotografie.
De losse nieuwsfoto’s, maar vooral de reportages van Van den Broek schreeuwen echter om meer. Juist daarom zouden zijn belangrijkste opdrachtgevers gehoor dienen te geven aan zijn hierboven geciteerde uitspraak zich te willen verdiepen in dat ene verhaal. Wellicht kan dat de basis vormen voor een nieuw boek van Joost van den Broek, wellicht als Slow Journalist.
Goed Volk
Fotografie: Joost van den Broek
Tekst: Vincent van de Wijngaard
Lecturis, 2012.
180 pp, 24 x 30 cm.
34,50 euro
ISBN: 978-90-70108-88-5
Eerder op PhotoQ: recensie Portret. Joost van den Broek