In de zwart geteerde bouwkeet van Stedelijk Museum Amsterdam vond afgelopen zondagmiddag een vraaggesprek plaats tussen Hans Aarsman en Wim van Sinderen. De bouwkeet stond voor de entree van Art Amsterdam en dat vraaggesprek ging natuurlijk over de samenstelling van de selectie voor de Amsterdamse gemeentelijke kunstaankopen 2009, waar Aarsman dit jaar verantwoordelijk voor was.
Rond het aanvangsuur was de wat merkwaardige locatie volgestroomd met belangstellenden die op krukjes en leunend tegen de wand in afwachting waren van een pittige discussie. De uitgangspunten van de gesprekgenoten liggen daarvoor ver genoeg uit elkaar. Wim van Sinderen, conservator fotografie van het Haags Gemeentemuseum en curator/tentoonstellingsmaker van het eraan gelieerde Fotomuseum Den Haag staat bekend als een estheticus. Hans Aarsman heeft ooit opgeschreven dat hij er spijt van heeft dat hij niet is ingegaan op het verzoek van de uitbater van de frietkraam op de Albert Cuyp om zijn producten ter presentatie te fotograferen. Een gemiste kans op een permanente expositie in een friettent op één van de drukstbezochte markten van Nederland!
Van Sinderen leek in het begin van het gesprek de angel er al uit te willen halen door te verklaren dat hij het een fantastische expositie vond met een prachtig begeleidend boek. Vervolgens vroeg hij naar de status van deze aankoopronde. Die is als volgt: één keer per jaar koopt het Stedelijk kunst aan met geld van de gemeente Amsterdam. Eén keer in de vier jaar is de fotografie aan de beurt en er is een budget van 60.000 euro beschikbaar. Daarnaast kan de conservator fotografie per jaar voor 30.000 euro foto’s kopen.
‘Waarom denk je dat ze jou hiervoor hebben gevraagd?’ ‘Dat weet ik niet, maar ik vond het een mooie kans om het eens open te gooien.’ ‘Omdat het prikkelend zou kunnen zijn en misschien wel zou kunnen leiden tot een discussie?’ ‘Een gesprek met jou?’ ‘Ja.’
Van Sinderen vertelt dat het Stedelijk een risico nam met de opdracht aan Aarsman omdat hij – blijkens zijn laatste boek – weinig met kunstfotografie op heeft. Aarsman legt uit dat hij maar niet los komt van het medium omdat in de fotografie het onbevangene zo’n grote rol speelt. ‘Want fotografie dat is het leven zelf en je weet gewoon niet wat er gebeurt. Fotografen kunnen net als schilders vooraf een beslissing nemen, maar de uitkomst blijft een verrassing. En fotografie die op een schilderij wil lijken, nou ja, die mededeling heb ik dan wel gehad.’
Van Sinderen meent dat dergelijke fotografen toch bezig zijn met esthetiek en schoonheid. ‘En de foto’s die jij nu laat zien zijn bijna een overzicht hoe lelijk foto’s kunnen zijn. Want het zijn hele lelijke foto’s.’ De samensteller van Off the record legt uit dat hij als fotograaf vaak is veranderd van aanpak, omdat het altijd maar weer schoonheid werd, ‘en schoonheid is een placemat.’ Hij is gestuit op een andere schoonheid, die van de ontdekking, zoals de schoonheid van een wetenschappelijke formule. ‘Het is niet lelijk, het is een ander soort schoonheid. Een situatie waarin je het toeval waardeert en het een plek geeft.’
Aarsman zocht naar ‘echtheid’ en is blij met de tentoonstelling, die heel verfrissend blijkt te werken, voor het publiek, de makers en de samenstellers. Er wordt veel gelachen bij de presentatie op Art Amsterdam. Maar binnen het concept past ook een serieus thema als het Israëlisch-Palestijnse conflict. De fotograaf Ad van Denderen was zo moe van het esthetiseren van die strijd, rijtjes fotografen die op zoek waren naar het beslissende moment om de Palestijnse stenengooier en die Israëlische jeep perfect in beeld te brengen. Daarom fotografeerde hij rechttoe rechtaan de affiches met portretten van zelfmoordenaars die hij op de Westbank aantrof.
Ter verduidelijking vertelt Aarsman over de schrijver Arthur Conan Doyle, die graag gezien werd als een serieus auteur. Maar juist zijn Sherlock Holmes-verhalen, waar hij zelf niet bijzonder trots op was, werden immens populair bij de lezers. Een storm van protest stak op toen hij de beroemde detective liet overlijden. Uiteindelijk besloot Conan Doyle hem maar weer tot leven te wekken. ‘De auteur zag zijn Sherlock Holmes verhalen niet als een unieke creatieve beslissing, terwijl dat het wel was.’
Van Sinderen vertelt over het dilemma van een hem bekende fotograaf, die er over nadacht in te zenden. Hij maakt van zijn kleding en schoenen steeds een foto, voordat hij die weggooit of in de kledingbak stopt. Maar hij heeft die niet ingestuurd, want hij wil met zijn echte, serieuze werken in het museum. ‘Ja precies,’ repliceert Aarsman: ’Arthur Conan Doyle.’
Desgevraagd vertelt Aarsman dat er 476 inzendingen waren, naar zijn schatting een derde van amateurs. Bij de uitnodiging aan de inzenders haalde hij als voorbeeld de foto’s van Theo Baart aan. Hij fotografeerde de stoep voor zijn atelier in Amsterdam Zuidoost, waar bijna elke dag huisvuil van de bovenliggende galerijen op werd gedumpt. Aarsman had zich erover verbaasd dat Baart die beelden niet in zijn boek over de Bijlmer had opgenomen.
‘De individuele presentaties bestaan uit vaak hele lelijke foto’s’, houdt Van Sinderen vol, ‘maar het geheel, de tentoonstelling is een interessant kunstwerk van Hans Aarsman. Wat en hoe heeft het Stedelijk nu gekocht?’ De samensteller vertelt dat het museum vooral op auteur koopt en dat de expositie niet integraal is overgenomen. Er zijn 11 projecten aangekocht en alle geselecteerden hebben een vergelijkbaar honorarium gekregen.
Van Sinderen vraagt zich daarop af hoe je dat later zou moeten laten zien, omdat het buiten de context van deze expositie volgens hem tussen wal en schip valt. ‘En dat is jammer voor het werk dat is aangekocht en sowieso jammer voor hen waarvan niets is aangekocht omdat ze buiten het thema vallen.’ Aarsman vindt dat het erom gaat wat erop staat. ‘Misschien is dat dan wel mijn missie, dat je leert kijken naar het bijzondere in je eigen omgeving, in je eigen leven. En dat je daar niet 3000 kilometer voor hoeft te vliegen of je studio grondig moet verbouwen.’
De discussie over de aanpak van Aarsman is inmiddels ‘levendig’ te noemen (H.S.): Banaal, banaler, banaalst
Koop het boek! De tentoonstelling Off the Record was maar kort te zien. Gelukkig is er een bijzonder vormgegeven catalogus, nu te koop (17,64 euro inclusief verzending) in de PhotoQ Webshop.
|